Term
| In welke velden kan psychodiagnostiek uitgevoerd worden? (5 punten) |
|
Definition
1. Eerstelijnpsychologenpraktijk 2. GGZ 3. Ziekenhuis 4. Revalidatiecentrum 5. Verpleegtehuis |
|
|
Term
| Hoe kan de aanpak verschillen per locatie? |
|
Definition
| Per locatie verschilt de aanpak, bij eerstelijnspsychologen is het vaak kleinschaliger dan bij een GGZ. |
|
|
Term
| Waarmee kan problematiek geclassificeerd worden? |
|
Definition
| Meestal kan problematiek geclassificeerd worden met een classificatiesysteem zoals de DSM. |
|
|
Term
| Ook is het mogelijk dat er sprake is van een niet te classificeren stoornis, welke soorten zijn er? (6 punten) |
|
Definition
1. Relationele klachten 2. Intrapsychische klachten 3. Psychosociale levensfase problematiek 4. Klachten nav rouw 5. Echtscheiding 6. Midlife crisis |
|
|
Term
| Hoe komt de psycholoog voor het eerst in contact met de cliënt? |
|
Definition
| De psycholoog komt voor het eerst in contact met de cliënt via de verwijzer, vaak huisarts. |
|
|
Term
| Wat is een tweede manier om in contact te komen met de cliënt? |
|
Definition
| De cliënt kan ook rechtstreeks contact zoeken met een eerstelijnspsycholoog. |
|
|
Term
| Wat is het aller eerste wat wordt onderzocht? |
|
Definition
| Het aller eerst wat onderzocht wordt is of de cliënt voor hulp aan het juiste adres is. |
|
|
Term
| Waarom bij voorkeur niet doorverwijzen? |
|
Definition
| Doorverwijzen gaat ten koste van de continuïteit, daarom wordt er nagestreefd zo min mogelijk door te verwijzen. |
|
|
Term
| Wat is een multidisciplinair team? |
|
Definition
| Een team bestaande uit verschillende (medische) specialisaties die gezamenlijk een cliënt behandelen. |
|
|
Term
| Wat zijn de doelen van diagnostiek? (4 punten) |
|
Definition
1. Is cliënt aan het juiste adres? 2. Wat is de aard en ernst van de klachten? 3. Hoe kunnen de klachten worden begrepen? 4. Hoe kan de cliënt het beste worden geholpen? |
|
|
Term
| Waar kan informatie uitgehaald worden om de doelen van diagnostiek na te gaan? (4 punten) |
|
Definition
1. Medische dossiers 2. Observaties 3. Interviews 4. Psychofysiologische meetmethoden |
|
|
Term
| Wat is een holistische theorie? |
|
Definition
| Door middel van een holistische theorie kan duidelijk worden gemaakt hoe gedrag en psychosociale factoren invloed op elkaar uitoefenen en wat het beloop van de problematiek is. |
|
|
Term
| Op welke domeinen kan psychodiagnostiek zich richten? (5 punten) |
|
Definition
1. Intelligentieonderzoek 2. Persoonlijkheidsonderzoek 3. Projectief onderzoek of indirecte methoden 4. Neuropsychologisch onderzoek 5. Probleemgericht onderzoek |
|
|
Term
| Wat zijn voorbeelden van instrumenten voor intelligentieonderzoek? (3 punten) |
|
Definition
|
|
Term
| Wat zijn voorbeelden van instrumenten voor persoonlijkheidsonderzoek? (3 punten) |
|
Definition
1. MMPI-2 2. NPV-2 3. NEO-PI-R |
|
|
Term
| Wat zijn voorbeelden van instrumenten voor projectief onderzoek of indirecte methoden? (3 punten) |
|
Definition
1. TAT 2. ZAT 3. Rorschach |
|
|
Term
| Wat zijn voorbeelden van instrumenten voor neuropsychologisch onderzoek? (3 punten) |
|
Definition
1. Verbale leer en geheugentaak 2. Stroop-kleur-woordtaak 3. Behavioral assessment of the dysececutive syndrome |
|
|
Term
| Wat zijn voorbeelden van instrumenten voor probleemgericht onderzoek? (3 punten) |
|
Definition
|
|
Term
| Wat is behandelingsgerichte of hulpverleningsgerichte psychodiagnostiek? |
|
Definition
| Diagnostiek waarbij wordt uitgegaan van psychosociale klachten, ongewenste psychische situaties of problemen die iemand zelf niet meer kan oplossen. |
|
|
Term
| Waar bestaat de diagnostische cyclus uit? (4 punten) |
|
Definition
1. Klachtenanalyse 2. Probleemanalyse 3. Verklaringanalyse 4. Indicatieanalyse |
|
|
Term
| Waar bestaat de klachtenanalyse uit? (3 punten) |
|
Definition
1. Verhelderen en in kaart brengen van klachten 2. Concretiseren van vragen 3. Controleren van de betekenis van de vragen |
|
|
Term
| Waar bestaat de probleemanalyse uit? (3 punten) |
|
Definition
1. In kaart brengen van relevante informatie 2. Koppeling maken met algemene kennisbestanden 3. Beschrijven, ordenen, benoemen en taxatie van ernst |
|
|
Term
| Waar bestaat de verklaringsanalyse uit? (9 punten) |
|
Definition
1. Toetsbare onderzoekshypothesen opstellen 2. Operationaliseren 3. Onderzoeksmiddelen kiezen 4. Toetsingscriteria opstellen 5. Afname toetsingsmiddelen 6. Verwerken van scores 7. Interpretatie per deelvraag 8. Interpretaties integreren 9. Nagaan of meer informatie nodig is |
|
|
Term
| Waar bestaat de indicatieanalyse uit? (1 punt) |
|
Definition
| 1. Wat is de beste aanpak? |
|
|
Term
| Wat gebeurt er tijdens de aanmelding? |
|
Definition
| Tijdens de aanmelding worden de klachten besproken en wordt geprobeerd daar een globale hulpvraag uit af te leiden en de diagnosticus geeft informatie over de werkwijze. |
|
|
Term
| Wat staat centraal in de klachtenfase? |
|
Definition
| In de klachtenfase staat het verhaal van de cliënt centraal. |
|
|
Term
| Wat zijn de redenen waarom de diagnosticus de cliënt ondersteunt tijdens de klachtenfase? |
|
Definition
| De diagnosticus ondersteunt de cliënt tijdens de klachtenfase, zo kan er enerzijds inzicht verkregen worden en anderzijds voelt de cliënt zich begrepen wat een goede basis is voor de vertrouwensrelatie. |
|
|
Term
| Wat wordt er als eerste gevraagd in de klachtenfase? |
|
Definition
| Aller eerst wordt gevraagd aan de cliënt wat de klachten zijn en hoe hij deze ervaart. |
|
|
Term
| Wat wordt er gedaan zodra de klachten helder zijn? |
|
Definition
| Zodra het beeld van de klachten helder is worden er hulpvragen geformuleerd. |
|
|
Term
| Wat wordt er gedaan als er hulpvragen zijn opgesteld? |
|
Definition
| Zodra de diagnosticus een goed beeld heeft van de betekenis van de hulpvragen moeten deze omgezet worden naar vraagstellingen die onderzocht kunnen worden. |
|
|
Term
| Waarmee wordt de klachtenanalyse afgesloten? |
|
Definition
| De klachtenanalyse wordt afgesloten met een samenvatting, uiteraard kunnen altijd nog wijzigingen worden toegepast in een later stadium. |
|
|
Term
| Wat is het vraagstellingstype en het onderzoekstype bij deze vraag: Hoe kan ik mijn probleem verwoorden? |
|
Definition
| Vraagstellingstype: Verheldering; Onderzoekstype: Verhelderend |
|
|
Term
| Wat is het vraagstellingstype en het onderzoekstype bij deze vraag: Wat is er met mij aan de hand? |
|
Definition
| Vraagstellingstype: Onderkenning; Onderzoekstype: Onderkennend |
|
|
Term
| Wat is het vraagstellingstype en het onderzoekstype bij deze vraag: Waarom is dit met mij aan de hand? |
|
Definition
| Vraagstellingstype: Verklaring; Onderzoekstype: Verklarend |
|
|
Term
| Wat is het vraagstellingstype en het onderzoekstype bij deze vraag: Waarom loop ik vast? |
|
Definition
| Vraagstellingstype: Verklaring; Onderzoekstype: Verklarend |
|
|
Term
| Wat is het vraagstellingstype en het onderzoekstype bij deze vraag: Hoe kan ik het beste geholpen worden? |
|
Definition
| Vraagstellingstype: Indicatie; Onderzoekstype: Indicerend |
|
|
Term
| Wat zijn aandachtspunten bij de klachtenanalyse? (6 punten) |
|
Definition
1. Geef duidelijkheid over de werkwijze 2. Respecteer het subjectieve karakter van de uitspraken van de client 3. Probeer een volledig mogelijk beeld te krijgen 4. Bewaak de interne consistentie 5. Bereik consensus over de hulpvragen 6. Let op het cyclische karakter van het proces |
|
|
Term
| Wat gebeurt er tijdens de probleemanalyse? |
|
Definition
| In de probleemanalyse wordt de informatie van de cliënt gekoppeld aan algemene kennis uit de psychologie. |
|
|
Term
| Wat is de uitkomst van de probleemanalyse? |
|
Definition
| De uitkomst van de probleemanalyse is een helder overzicht van de vragen waar het onderzoek zich op moet richten. |
|
|
Term
| Hoe vindt exploreren plaats bij de probleemanalyse? |
|
Definition
| Exploreren van de situatie in de probleemanalyse gebeurt door middel van een gesprek met de cliënt. |
|
|
Term
| Tijdens de probleemanalyse wordt nog geen defintieve diagnose gesteld; wat dan wel? |
|
Definition
| Tijdens de probleemanalyse wordt nog niet de definitieve diagnose gesteld, maar wordt wel gekeken welke diagnoses wellicht passen. |
|
|
Term
| Welke activiteiten onderscheidt De Bruyn binnen de probleemanalyse? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Beschrijven 2. Ordenen 3. Benoemen 4. Taxeren van ernst |
|
|
Term
|
Definition
| Geef een objectieve beschrijving van het gedrag. |
|
|
Term
|
Definition
| Onderbrengen van gedrag in stoornissen. |
|
|
Term
|
Definition
| Vergelijking maken tussen problemen van cliënt en wetenschappelijke termen. |
|
|
Term
| Wat is taxeren van ernst? |
|
Definition
| Inschatting van de ernst. |
|
|
Term
| Wat zijn de aandachtspunten bij de probleemanalyse? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Ordenen van problemen is niet direct een verklaring geven voor de problemen 2. Formuleer samen met de cliënt gedrags en situatiebeschrijvingen 3. Ga na of er empirische kennis voor handen is 4. Gebruik het meest recente classificatiesysteem 5. Maak een overzicht van de onderzoeksvragen |
|
|
Term
| Wat zijn de stappen in de verklaringsanalyse? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Maak hypothesen 2. Toets de hypothesen |
|
|
Term
| Waar wordt naar gezocht in de verklaringsanalyse? |
|
Definition
| In de verklaringsanalyse wordt gezocht naar mogelijke verklaringen voor de informatie die uit de probleemanalyse is gekomen. |
|
|
Term
|
Definition
| Veronderstelling die empirisch getoetst kan worden. |
|
|
Term
| Een hypothese moet worden geoperalionaliseerd; waar moet opgelet worden? |
|
Definition
| Hypothesen moeten worden geoperationaliseerd, hierbij is het belangrijk om in de gaten te houden of het begrip wel alles dekt. |
|
|
Term
| Wat zijn voorbeelden van onderzoeksmiddelen? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Test 2. Gesprek 3. Observatie 4. Dossieranalyse 5. Meningen van anderen over de cliënt |
|
|
Term
| Wanneer is een hypothese toetsbaar? |
|
Definition
| Een hypothese is pas toetsbaar als je weet welke ruwe scores op een bepaalde test bij een bepaalde uitkomst horen, hiervoor zijn normscores nodig. |
|
|
Term
| Waarom is het belangrijk de betrouwbaarheid van een test te weten? |
|
Definition
| Het is belangrijk om te weten wat de betrouwbaarheid van de gebruikte test is, om te bepalen of het een betrouwbare uitslag is. |
|
|
Term
| Wat voor een betrouwbaarheid is wenselijk? |
|
Definition
| Een betrouwbaarheid van 0.90 is wenselijk, maar in de praktijk is dit vaak niet haalbaar. |
|
|
Term
| Hoe vindt evaluatie van de het testmateriaal plaats? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Heeft het gefunctioneerd zoals bedoeld? 2. Is de afname volgens de regels verlopen? 3. Was de cliënt in zijn normale doen? 4. Zijn de vragen volgens de bedoeling ingevuld? 5. Zijn er opvallende antwoordtendenties? |
|
|
Term
| Wat is het betrouwbaarheidsinterval? |
|
Definition
| Geeft aan hoe groot de kans is dat een cliënt bij een volgende meting dezelfde ruwe score zal hebben. |
|
|
Term
| Wanneer kan er pas een conclusie getrokken worden? |
|
Definition
| Als alle benodigde gegevens zijn berekend kan de diagnosticus conclusies trekken. |
|
|
Term
| Wat ontstaat er aan het einde van de verklaringsanalyse? |
|
Definition
| Aan het einde van de verklaringsanalyse worden de uitslagen van de verschillende hypothesen samengebracht en ontstaat er een integraal beeld. |
|
|
Term
| Wat is het Barnum-effect? |
|
Definition
| Onduidelijke vage uitspraken. |
|
|
Term
| Wat zijn de aandachtspunten bij de verklaringsanalyse? (1 punten) |
|
Definition
| 1. Dekken de hypothesen de onderzoeksvragen? 2. Vermijd niet wetenschappelijk geformuleerde hypothesen 3. Gebruik voor elke stoornis een hypothese 4. Ga na of de hypothesen onafhankelijk zijn 5. Ga na of persoonlijke voorkeur een rol heeft gespeeld 6. Vermijd vage operationalisaties 7. Gebruik de juiste onderzoeksmiddelen voor de juiste hypothesen 8. Zorg dat de gebruikte tests voldoen aan psychometrische eisen 9. Zorg dat de gebruikte tests voldoen aan praktische eisen 10. Formuleer de toetsingscriteria correct, objectief en duidelijk |
|
|
Term
| Wat is het doel van de indicatiefase? |
|
Definition
| Het doel van de indicatiefase is om een lijst op te stellen met een of meer aanbevelingen. |
|
|
Term
| Waar moet advies op gebaseerd zijn? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Wetenschappelijke kennis 2. Recent overzicht van behandelingsmogelijkheden 3. Begrippen en procedures uit de klinische besliskunde |
|
|
Term
| Wat wordt er gedaan voordat een advies wordt uitgebracht? |
|
Definition
| De uitkomsten van het onderzoek wordt eerst met de cliënt besproken voordat er een advies wordt uitgebracht. |
|
|
Term
| Wat zijn de stappen van de indicatieanalyse? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Ga na of er interventie nodig is 2. Formuleer interventiedoelen 3. Selecteer interventies die in aanmerking komen 4. Bepaal het nut en de kans van slagen voor elke optie |
|
|
Term
| Wat zijn de aandachtspunten bij de indicatieanalyse? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Raadpleeg regelmatig literatuur over interventies, behandelingrichtingen en (contra)indicaties 2. Raadpleeg sociale behandelingskaart in de omgeving 3. Maak goed onderscheid tussen indicatie en contra-indicatiecriteria 4. Neem kennis van basale begrippen en procedures 5. Verwoord elke stap helder |
|
|