Term
|
Definition
| Het gezichtsvermogen is intact maar iemand kan zijn gewaarwordingen niet meer organiseren en interpreteren tot een betekenisvolle waarneming. |
|
|
Term
Waarom is waarneming een actief proces?
(hier: bij het visuele signaal) |
|
Definition
1. Het signaal dat in de hersenen aankomt is onvolledig.
2. De beelden op de retina zijn plat.
3. Het binnenkomend signaal van een voorwerp verandert voortdurend. |
|
|
Term
| Wat is perceptuele constantie? |
|
Definition
| Dit is een fenomeen van gelijkblijvende voorwerpen, ondanks voortdurende veranderingen in het retinale beeld. |
|
|
Term
| Wat zijn de belangrijkste perceptuele constanties? |
|
Definition
Grootte
Vorm
Lichtheid
Kleur |
|
|
Term
| Wat is de proximale stimulus? |
|
Definition
| Het geheel aan fysische energie wat onze receptoren stimuleert. |
|
|
Term
| Wat is de distale stimulus? |
|
Definition
| Het voorwerp in de buitenwereld wat de fysische energie (de proximale stimulus) produceert. |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
Wat is het heuristisch interpretatieproces?
(Palmer 1999) |
|
Definition
| Het proces waarbij het visuele systeem de meest waarschijnlijke distale stimulus berekent op basis van bepaalde veronderstellingen en de proximale stimulus |
|
|
Term
| Waarvoor worden visuele illusies wetenschappelijk gebruikt? |
|
Definition
Verkeerde perceptie stelt ons in staat te onderzoeken:
1. Welke veronderstellingen het perceptuele systeem maakt om de meest waarschijnlijke distale stimulus te berekenen
2. Om inzicht te krijgen in de manier waarop het signaal van de retina vervormd wordt |
|
|
Term
| Op welk principe is de illusie van " het raster van Hermann" gebaseerd? |
|
Definition
| Op het principe van laterale inhibitie. |
|
|
Term
| Wat is laterale inhibitie? |
|
Definition
Het vuren van een ganglioncel leidt tot inhibitie van naastgelegen neuronen.
Dit helpt ons 2 prikkels van elkaar te onderscheiden.
Het vergroot contrast. |
|
|
Term
| Wat zijn bottom up processen? |
|
Definition
| De informatiestroom van de receptoren naar de hersencentra die verantwoordelijk zijn voor het herkennen en classificeren van voorwerpen. |
|
|
Term
| Wat zijn top down processen? |
|
Definition
De informatiestroom van de kenniscentra naar de vroegere stadia van verwerking.
De zoektocht naar sensorische informatie sturen en de waarneming zo efficienter maken. |
|
|
Term
| Hoe verloopt het bottom-up proces van het visuele systeem? |
|
Definition
1. Primaire schets
2. Perceptuele organisatie
3. Patroon en objectherkenning |
|
|
Term
| Wat is de primaire schets? |
|
Definition
De eerste stap van objectherkenning binnen de bottom-up informatiestroom.
Hierbij wordt het originele beeld vervangen door een schets van lijnen die plotselinge intensiteitsveranderingen in het oorspronkelijke beeld aanduiden. |
|
|
Term
| Wat is perceptuele organisatie? |
|
Definition
Het proces waarbij de verschillende randen uit het retinale beeld gestructureerd worden in grotere gehelen die in een bepaalde relatie tot elkaar staan. Vb: Dalmatiër. |
|
|
Term
| Welke twee principes kent perceptuele organisatie? |
|
Definition
Perceptuele groepering
Figuur en achtergrondscheiding |
|
|
Term
| Wat is perceptuele groepering? |
|
Definition
| Processen die ervoor zorgen dat elementen uit de primaire schets waargenomen worden als bij elkaar horend. |
|
|
Term
| Welke perceptuele groeperingsprincipes zijn er? |
|
Definition
Gelijkheid
Nabijheid
Geslotenheid
Goede voortzetting
Vroegere ervaringen
Woordherkenning
Waarneming van beweging |
|
|
Term
| Wat is figuur/ achtergrond scheiding? |
|
Definition
| De perceptuele noodzaak om een onderscheid te maken tussen een figuur en de achtergrond. |
|
|
Term
| Welke figuur/ achtergrond scheidingen zijn er? |
|
Definition
Omsingeling
Grootte van het gebied
Symmetrie
Locatie
Textuur
Vertrouwdheid
Vorm |
|
|
Term
| Wat is een kijker gericht referentie kader? |
|
Definition
Deze representatie bevat informatie over de oppervlakten die zichtbaar zijn voor de kijker.
Vanuit zijn gezichtshoek |
|
|
Term
| Wat is het voorwerpgericht referentie kader? |
|
Definition
De ontbrekende elementen uit de kijker gerichte visie worden aangevuld.
Dit vereist herkenning van het voorwerp. |
|
|
Term
| Wat is patroonherkenning? |
|
Definition
| Om een object te herkennen en de bijbehorende informatie te activeren moet het kijker gerichte beeld aan een voorstelling in het geheugen gekoppeld worden. |
|
|
Term
| Welke twee principes zijn werkzaam bij patroonherkenning? |
|
Definition
Template matching
Kenmerkenherkenning |
|
|
Term
| Wat is template matching? |
|
Definition
Templates zijn voostellingen van voorwerpen die in het geheugen opgeslagen zijn
Als de retinale figuur voldoende overeenstemt met een template dan wordt het voorwerp herkend
Het uiteindelijke doel van de perceptie is dat ook de functie van het voorwerp geactiveerd wordt |
|
|
Term
| Wat is kenmerkenherkenning? |
|
Definition
Ons visuele systeem kan voorwerpen herkennen op basis van karakteristieke kenmerken.
vb. een "N" wordt geidentificeerd hoe je hem ook schrijft. |
|
|
Term
|
Definition
Irving Biederman 1987
"recognition bij components theory"
Voorwerpen kunnen omschreven worden door gebruik te maken van 36 basisvormen. |
|
|
Term
| Wat zijn subjectieve contouren? |
|
Definition
In sommige illusies zien wij silhouetten zonder dat hier fysische randen voor aanwezig zijn
Dit is een top-down proces |
|
|
Term
| Wat zijn maskeringsstimuli? |
|
Definition
|
|
Term
| Wat is het woordsuperioriteitseffect? |
|
Definition
| Een woord helpt bij het herkennen van letters. |
|
|
Term
| Welke informatie detecteert de retina niet? |
|
Definition
Diepte aanwijzingen
De retina detecteert geen informatie over de afstand die lichtstralen afgelegd hebben op hun weg van stimulus naar het oog |
|
|
Term
| Welke twee types van diepteaanwijzingen gebruiken wij? |
|
Definition
Binoculaire dispariteit
en monoculaire diepteaanwijzingen |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
| Wat is binoculaire dispariteit? |
|
Definition
Elke retina ontvangt enigszins andere informatie over dezelfde voorwerpen in de buitenwereld.
Dispariteit= ongelijkwaardigheid. |
|
|
Term
| Wat is een stereoscopisch beeld? |
|
Definition
| Een driedimensionaal beeld. |
|
|
Term
| Wat zijn binoculaire diepteaanwijzingen? |
|
Definition
1. Hoe dichterbij een voorwerp is hoe meer de hersenen de neuronale representatie van de ogen moeten verschuiven om tot een beeld te komen.
2. De mate waarin de ogen moeten convergeren om op een voorwerp te fixeren. De spieren die zorgen voor de oogbewegingen sturen signalen naar de hersenen die gebruikt worden om de afstand tot het gefixeerde voorwerp te berekenen. |
|
|
Term
| Wat zijn monoculaire diepteaanwijzingen? |
|
Definition
*De grootte van het beeld op de retina. * Textuurgradient.
* Liniaire perspectief.
* Interpositie (overlapping) *Bewegingsparalax. |
|
|
Term
| Wat is de Ponzo illussie? |
|
Definition
Twee gelijke horizontale lijnen met links en rechts verticale lijnen die naar elkaar toe lopen.
Illusie: bovenste horizontale lijn lijkt langer dan de onderste
Illusie op basis van diepteinzicht |
|
|
Term
| Wat is de Muller-Lyer illusie? |
|
Definition
Een lijn met de vinnen naar buiten lijkt langer dan een lijn met de vinnen naar binnen
Illusie op basis van diepte inzicht |
|
|
Term
Wat is de kamer van Ames?
|
|
Definition
| Een illusie ,die bij de kijkers de indruk wekt dat iemand die de kamer rondloopt, in het midden van de kamer een normale grootte heeft, links een dwerg en rechts een reus wordt. |
|
|
Term
|
Definition
| De maan lijkt groter wanneer deze boven de horizon is dan wanneer hij hoog in de hemel staat |
|
|
Term
| Wat is Gibsons ecologische theorie over de perceptie? |
|
Definition
| Een persoon is constant in beweging en onderzoekt zijn omgeving door ermee te interageren. De beweging stelt de persoon in staat om meer informatie uit het beeld te halen dan het geval zou zijn voor een stilstaand beeld. |
|
|
Term
| Wat zijn biologische bewegingen? |
|
Definition
Voorwerpen die onafhankelijk van ons bewegen
Bewegingen van andere levende wezens
Deze kunnen wij herkennen met een minimum aan informatie.
vb. 12 lichtjes op een bewegende figuur |
|
|
Term
Wat is het groeperingsprincipe van het gemeenschappelijk lot?
(Wertheimer) |
|
Definition
| Elementen uit een scene die samen bewegen zien wij als een afzonderlijke groep. |
|
|
Term
| Wat is apparente beweging? |
|
Definition
Het waarnemen van beweging bij opeenvolging van statische beelden.
vb. film |
|
|
Term
| Wat is geinduceerde beweging? |
|
Definition
Dit is een situatie waarbij de beweging van een voorwerp verkeerd gepercipieerd wordt door een beweging in de achtergrond
Vb. een trein naast je die gaat rijden, en waardoor het lijkt alsof je zelf rijdt |
|
|
Term
| Wat is de watervalillusie? |
|
Definition
| Als je gedurende 1 minuut naar het vallende water kijkt dan lijkt het of de rotsen ernaast een opwaartse beweging maken. |
|
|
Term
| Wat zijn spiegelneuronen? |
|
Definition
Neuronen die vuren in de frontale lob als wij zelf bewegen of anderen bewegingen zien maken.
vb. geeuwen |
|
|
Term
| Wat is de hypothese van Rizzolatti? |
|
Definition
Dat mensen tijdens het luisteren naar iemand de woorden verstaan door de neuronen te aktiveren die ze zouden gebruiken indien ze de woorden zelf uitspraken.
(spiegelneuronen) |
|
|
Term
|
Definition
| Zorgt voor impliciete activering van responsen |
|
|
Term
Wat is de theorie van gebeurteniscodering?
(Hommel et al.) |
|
Definition
| In ons geheugen zitten geen aparte herinneringen voor waarneming en acties maar een gebeurtenisherinnering |
|
|
Term
| Wat doet de Ebbinghaus illusie? |
|
Definition
Doordat de proefpersoon de cirkel links als groter ziet als rechts zou hij daar zijn grijpbeweging op aanpassen.
Proefpersonen bleken zich snel aan te passen op basis van het planning en controle model
(het bijstellen van de beweging naarmate de hand dichter bij het voorwerp komt) |
|
|
Term
| Waarvoor wordt de visuele klip gebruikt? |
|
Definition
| Om diepteperceptie bij kinderen te testen. |
|
|
Term
Wat zijn de drie mechanismen die laten zien dat ervaring leidt tot beter waarnemen?
Goldstone (1998)
(perceptueel leren) |
|
Definition
1. Meer aandacht naar belangrijke kenmerken.
2. Ontwikkeling specifieke receptoren. (bv. templates creeren voor stimuli die vaak voorkomen)
3. Men kan verschillende stimuli beter onderscheiden. |
|
|
Term
(toegevoegd)
Wat is waarneming? |
|
Definition
| Waarneming wordt gedefinieerd als het interpreteren en begrijpen van de gewaarwording |
|
|
Term
| Wat is de habituatietechniek? |
|
Definition
Als pasgeborenen dezelfde stimulus verschillende keren na elkaar zien, dan raken ze eraan gewend en verliezen hun aandacht hiervoor
Evidentie voor het leren van diepteperceptie
(kleiner blokje aanbieden op dezelfde relatieve afstand als een groter blokje.. kinderen waren meer geïnteresseerd, is een aanwijzing voor diepte inzicht) |
|
|
Term
| Wat zijn bewegingsillusies? |
|
Definition
Apparente beweging
Geïnduceerde beweging
Waterval- illusie |
|
|
Term
| Wat zijn voorbeelden van top-down processen? |
|
Definition
Context
Subjectieve contouren
Woordsuperioriteitseffect
Omkeerbare figuren |
|
|
Term
| Waaruit blijkt dat waarneming en actie nauw met elkaar verbonden zijn? |
|
Definition
Spiegelneuronen
Automatische activatie van responsen
Ebbinghaus illusie |
|
|