Term
| hoeveel % van de eerste indruk is gebasseerd op kledij & lichaamstaal? |
|
Definition
|
|
Term
| op wat baseren waarnemers zich vooral bij eerste indrukken? |
|
Definition
uiterlijkheden situaties gedrag |
|
|
Term
| waarom werkt sociale perceptie NIET zoals een fototoestel? |
|
Definition
| omdat iedereen zijn eigen realiteit ziet |
|
|
Term
| hebben eerdere ervaringen een grote invloed op hoe men informatie selecteert & verwerkt? |
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| de kennis die je hebt over een bepaald iets |
|
|
Term
| wat zijn primaire kenmerken bij het uiterlijk van een persoon? |
|
Definition
| geslacht, huidskleur, leeftijd |
|
|
Term
| zijn rechters minder streng tegenover mensen met een babyface? |
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| ongeschreven schema's die men in bepaalde situaties heeft, die over gebeurtenissen aangeven hoe men zich dient te gedragen |
|
|
Term
| wat is non verbaal gedrag? |
|
Definition
| lichaamstaal in de vorm van gedrag gebasseerd op tekens of gelaatsuidrukkingen & lichaamstaal |
|
|
Term
| wat is paraverbaal gedrag? |
|
Definition
de wijze waarop je iets zegt toonhoogte intonatie timbre ritme |
|
|
Term
hoeveel % van de eerste indruk wordt bepaald door: - wat iemand zegt (communicatie) - paraverbaal gedrag - lichaamstaal |
|
Definition
|
|
Term
| wie schreef er dat de wijze waarop we emoties uitdrukken aangeboren is en overal op de wereld op dezelfde wijze gebeurd? |
|
Definition
|
|
Term
| wie ontwikkelde de facial action coding system? wat doet het? |
|
Definition
Ekman & Friesman systeem waarmee elke menselijke gelaatsexpressie in kaart gebracht wordt |
|
|
Term
welke zijn de 6 primaire & universele emoties? wie voerde deze studie uit? |
|
Definition
Ekman: - geluk - angst - verdriet - woede - verbazing - afkeer |
|
|
Term
| waarvoor zorgt het herkennen van emoties voor volgens darwin? |
|
Definition
| voor grotere overlevingskansen |
|
|
Term
| van wie was de theorie die luidde dat niet onze ogen, maar onze bewegingen de spiegels van ons ziel zijn? |
|
Definition
|
|
Term
| hoe kan men een ware glimlach van een fake glimlach onderscheiden? |
|
Definition
| een ware glimlach wordt ook gevormd door de oogspieren |
|
|
Term
| wat is het meest lekkende kanaal om bedrog op af te lezen? |
|
Definition
|
|
Term
| waarover handelen attributietheorieen? |
|
Definition
| over toeschrijven van oorzaken aan gedrag |
|
|
Term
| wie is de grondlegger van de atttributietheorieen? |
|
Definition
|
|
Term
| wat zijn persoonsattributies? |
|
Definition
interne attributies toeschrijven van het gedrag van een persoon aan de actor zelf en zijn of haar interne eigenschappen |
|
|
Term
| wat zijn situationele attributies? |
|
Definition
externe attributies toeschrijven van gedrag van een doelpersoon aan factoren buiten de actor bv een andere persoon of situatie |
|
|
Term
| wat zijn stabiele attributies? |
|
Definition
| toeschrijven v gedrag van een persoon aan factoren die niet enkel nu aanwezig zijn, maar eveneens in de toekomst gelden |
|
|
Term
| wat zijn instabiele attributies |
|
Definition
| toeschrijven van gedrag van een doelpersoon aan factoren die in dit ene geval opgaan, maar op andere momenten wellicht niet gelden |
|
|
Term
wie schreef de theorie van corresponderende gevolgtrekking? wat voor theorie is dit? |
|
Definition
James & Davis een attributietheorie |
|
|
Term
| van welke 3 factoren is de neiging om een corresponderende gevolgtrekking te maken afhankelijk? |
|
Definition
- sociale wenselijkheid - keuzevrijheid - specificiteit van de gunstige effecten |
|
|
Term
| wanneer kunnen we volgens James & Davis het meeste afleiden uit gedrag van een persoon? |
|
Definition
als het sterk van de norm afwijkt (sociale wenselijkheid) |
|
|
Term
wie maakte de covariatietheorie? wat voor theorie is het? |
|
Definition
Kelley een attributietheorie |
|
|
Term
| wat is het covariatieprincipe van Kelley? |
|
Definition
| wanneer een factor steeds samen net een bepaald effect voorkomt, dan is die factor de oorzaak van het effect |
|
|
Term
| uit welke 3 dimensies bestaat kelley`s covariatie theorie? |
|
Definition
- consensusinformatie - distinctiviteitsinformatie - consistentie informatie |
|
|
Term
| wanneer is de consensus hoog? |
|
Definition
als het gedrag van alle actoren hetzelfde is bvb iedereen verlaat wenend de cinema |
|
|
Term
| wanneer is de distinctiviteit hoog? |
|
Definition
als enkel die ene stimulus tot het gedrag leidt bvb iedereen verlaat wenend de titanic film, dus titanic leidt tot wenen |
|
|
Term
| wanneer is de consistentie hoog? |
|
Definition
| blijft de stimulus constant in verschillende situaties? |
|
|
Term
| wat is attributionele vertekening? |
|
Definition
| omdat men in een korte tijdspanne zoveel mogelijk attributies zou kunnen maken, kiest men meestal voor de kortste route die soms tot foutjes kan leiden |
|
|
Term
| wat is de fundamentele attributiefout? |
|
Definition
| neiging om persoonlijke factoren te overschatten & situationele factoren te onderschatten bij het verklaren van iemands gedrag |
|
|
Term
| wat is de invisible gorilla proef en wat toont deze proef aan? |
|
Definition
| deze proef toont de fundamente attributiefout aan |
|
|
Term
| wat is het actor observator effect? |
|
Definition
| tendens om persoonlijke attributies te maken voor gedrag van anderen en situationele attributies voor zichzelf |
|
|
Term
| wat is een beschikbaarheidsheuristiek? |
|
Definition
| neiging om de waarschijnlijkheid van gebeurtenissen te beoordelen op basis van gegevens die in het geheugen vlug beschikbaar zijn |
|
|
Term
| welke zijn de 2 soorten beschikbaarheidsheuristieken? |
|
Definition
- valseconsensuseffect - basisfrequentievalstrik |
|
|
Term
| wat is valseconsensuseffect |
|
Definition
neiging om eigen opinies, kenmerken & gedragingen als standaard te gebruiken waardoor men denkt dat we gedeeld worden met, en typerend zijn voor anderen bvb als je zelf voor iets kiest, denken dat de meerderheid van de mensen ook die keuze maakt |
|
|
Term
| wat is basisfrequentievalstrik? |
|
Definition
bevinding dat mensen relatief weinig aandacht besteden aan numerieke waarschijnlijkheidsberekeningen bvb bang van vliegtuig |
|
|
Term
| overtuiging in een rechtvaardige wereld |
|
Definition
| opvatting dat in deze wereld iedereen krijgt waar hij zij recht op heeft en iedereen uiteindelijk naar verdienste zal beloond worden |
|
|
Term
|
Definition
| stelt dat sociale waarnemers een globale impressie van een persoon vormen door alle positieve en negatieve kenmerken op te tellen |
|
|
Term
|
Definition
| globale impressie vormen door gemiddelde te nemen van alle positieve en negatieve kenmerken |
|
|
Term
| van wie is de informatie integratie theorie? |
|
Definition
|
|
Term
| wat stelt de informatie integratie theorie? |
|
Definition
stelt dat impressievorming steunt op de combinatie van: - eigenschappen van de sociale waarnemer - gewogen gemiddelde, van de kenmerken vd doelpersoon |
|
|
Term
| wat is het primauteitseffect en wie onderzocht dit? |
|
Definition
eerder genoemde info heeft meer impact op oordelen dan later gepresenteerde - solomon ash |
|
|
Term
| wat is het betekenisveranderingseffect, geef een voorbeeld |
|
Definition
na het vormen van impressie kan nieuwe info zorgen voor hervorming van initiele impressie - vriendelijk - kalm - wreed - kalm |
|
|
Term
| wat zijn centrale trekken? |
|
Definition
trekken die de aanwezigheid van andere eigenschappen impliceren bvb hartelijk impliceert beleefd |
|
|
Term
| wat is een impliciete persoonlijkheidstheorie? |
|
Definition
een netwerk van veronderstellingen over verbanden tussen persoonlijkheidstrekken en hun relaties met gedragingen bvb zoals dat je denkt dat de trek hartelijk, beleefd impliceert, maar dan een heel netwerk ervan |
|
|
Term
|
Definition
| fenomeen dat recent verwerkte info gedurende een korte tijd meer toegankelijk wordt |
|
|
Term
| in welke 5 dimensies kan persoonlijkheid begrepen worden bij mensen |
|
Definition
- neuroticisme (emotionele stabiliteit) - extraversie - openheid - altruisme - conscientieusheid |
|
|
Term
| treknegativiteitsvertekening |
|
Definition
| fenomeen dat men groter gewicht toekent aan negatieve dan aan positieve eigenschappen, zelfs 1 goede eigenschap kan reputatie van alle andere goede schaden |
|
|
Term
|
Definition
| tendens om imfo te interpreteren, zoeken vervormen zodat het overeenstemt met bestaande opvattingen |
|
|
Term
zelf vervullende voorspelling self fulfilling prophecy |
|
Definition
| fenomeen dat andere personen gedrag stellen conform onze verwachtingen |
|
|
Term
| 3 stappen van self fulfilling prophecy |
|
Definition
1. verwachtingen van de waarnemer x horen dat yoni rost is 2. gedrag v waarnemer tegenover doelpersoon x yoni negeren omdat ze rost is 3. gedrag van doelpersoon tegenover waarnemer x yoni is nog altijd rost |
|
|
Term
| wie deed een experiment omtrent self fulfilling prophecy in een klas met kinderen, hoe ging dit er aan toe? |
|
Definition
rosenthal vertelde tegen prof dat kind hoog IQ heeft, prof meer aandacht aan dat kind en kind hogere score |
|
|