Term
| Is interpersoonlijke psychotherapie effectief bij depressie? |
|
Definition
| De effectiviteit van interpersoonlijke psychotherapie is aangetoond. |
|
|
Term
| Waarmee kan de effectiviteit van interpersoonlijke psychotherapie vergeleken worden bij depressieve vrouwen? |
|
Definition
| Interpersoonlijke psychotherapie is even effectief bij depressieve vrouwen als medicatie. |
|
|
Term
| Hoe levert interpersoonlijke psychotherapie het beste resultaat? |
|
Definition
| Interpersoonlijke psychotherapie in combinatie met medicatie levert het beste resultaat op bij de behandeling van depressie. |
|
|
Term
| Waarvoor was interpersoonlijke psychotherapie oorspronkelijk ontworpen? |
|
Definition
| Interpersoonlijke psychotherapie is een vorm van psychotherapie die speciaal ontworpen is voor de behandeling van depressie. |
|
|
Term
| Wat is de attachmenttheorie van Bowly? |
|
Definition
| Stelt dat mensen die in hun jeugd geconfronteerd worden met een ingrijpend verlies een verhoogde kwetsbaarheid heeft voor het ontwikkelen van depressieve klachten en angstklachten. |
|
|
Term
| Wat zijn de niveau’s van behandeling van depressie? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Symptoomniveau 2. Copingmechanismen 3. Persoonlijkheidspathologie |
|
|
Term
| Voor wat voor een vorm van depressie is interpersoonlijke psychotherapie geschikt? |
|
Definition
| Interpersoonlijke psychotherapie is geschikt voor ongecompliceerde vormen van depressie. |
|
|
Term
| Wat is noodzakelijk bij gecompliceerde vormen van depressie met het oog op interpersoonlijke psychotherapie? |
|
Definition
| Bij meer gecompliceerde vormen van depressie is medicatie nodig. |
|
|
Term
| Wat is een contra indicatie voor interpersoonlijke psychotherapie? |
|
Definition
| Een contra indicatie is een psychose. |
|
|
Term
| Uit hoeveel zittingen bestaat interpersoonlijke psychotherapie? |
|
Definition
| Interpersoonlijke psychotherapie is een kortdurende (12-16 behandelingen) behandeling. |
|
|
Term
| Uit welke fasen bestaat interpersoonlijke therapie? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Diagnostiek en uitleg (1-3) 2. Behandeling (4-10) 3. Afsluiten van de behandeling (11-12) |
|
|
Term
| Wat gebeurt er in fase 1: diagnostiek en uitleg, sessie 1? (6 punten) |
|
Definition
| 1. Diagnose depressie stellen (mbv. Bijv. hamilton depression rating scale) 2. Goede werkrelatie 3. Interpersoonlijke leefwereld inventariseren 4. Verband tussen interpersoonlijke problemen en symptomen leggen 5. Focus van behandeling kiezen 6. Behandelcontract vasstellen |
|
|
Term
| Wat gebeurt er in fase 1: diagnostiek en uitleg, sessie 2-3? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Vragen naar gebeurtenissen en emoties afgelopen week 2. Therapeut is sympathiek en empathisch 3. Inventariseren van relaties van de cliënt 4. Vraag specifiek sterfgevallen, conflicten en belangrijke veranderingen uit |
|
|
Term
| Welke focussen kent de interpersoonlijke psychotherapie? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Rouw 2. Interpersoonlijk conflict 3. Interpersoonlijke rolverandering 4. Interpersoonlijk tekort |
|
|
Term
| Wat gebeurt er in behandelfocus rouw, sessie 4-7? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Vastgelopen rouwproces op gang helpen 2. Gerelateerde emoties oproepen |
|
|
Term
| Wat gebeurt er in behandelfocus rouw, sessie 8-10? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Toekomstperspectief betrekken 2. Nieuwe zinvolle invulling van hetgeen men is kwijtgeraakt 3. Wat waren waardevolle aspecten van de relatie? 4. Accepteren het zal nooit meer worden zoals het was 5. Wat heeft de cliënt nodig en wat is er beschikbaar |
|
|
Term
| Wat gebeurt er in behandelfocus interpersoonlijk conflict, sessie 4-5? (6 punten) |
|
Definition
| 1. Identificeren van het conflict 2. Wie is de duidelijk te identificeren ander? 3. Welke verwachtingen tov het conflict zijn er? 4. Welke onrealistische wensen zijn er? 5. Concreet beeld krijgen van een communicatiepatronen 6. Houding van therapeut is niet neutrale, partner van cliënt |
|
|
Term
| Wat zijn voorbeelden van disfunctionele communicatiepatronen? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Gedachtelezen (de ander weet wel wat ik bedoel) 2. Zegels sparen (alles in een keer spuien) 3. Zwijgen 4. Vaag blijven 5. Over de band spelen (wel tegen collega klagen maar niet tegen de baas) |
|
|
Term
| Wat gebeurt er in behandelfocus interpersoonlijk conflict, sessie 6-10? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Opties generen om te communiceren met de desbetreffende persoon 2. Opties oefenen in rollenspel |
|
|
Term
| Wat gebeurt er in behandelfocus interpersoonlijke rolverandering, sessie 4-6? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Wat is er verloren gegaan? 2. Bewustmaking van onbewust verlies 3. Wat is er nodig om door te kunnen? |
|
|
Term
| Wat gebeurt er in behandelfocus interpersoonlijke rolverandering, sessie 7-10? (1 punt) |
|
Definition
| 1. Praten over de ruimte die beschikbaar is gekomen |
|
|
Term
| Wat gebeurt er in behandelfocus interpersoonlijke tekorten, sessie 4-6? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Welke relaties zijn in het verleden succesvol verlopen? 2. Welke patronen heeft de cliënt in relaties? 3. Welke aspecten van een vorige relatie waren waardevol? 4. Plan opstellen, rekening houdend met beperkingen |
|
|
Term
| Wat gebeurt er in behandelfocus interpersoonlijke tekorten, sessie 7-10? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Relatie leggen tussen sociale contacten en depressie 2. Rollenspel om gesprekken te oefenen |
|
|
Term
| Wat gebeurt er in behandelfocus interpersoonlijke tekorten, sessie 11-12? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Nadruk op vorderingen 2. Hoe de behandeling af te sluiten |
|
|
Term
| Hoe is de houding van de therapeut bij interpersoonlijke psychotherapie? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Steunend 2. Niet-neutraal 3. Actief 4. Transparant |
|
|
Term
| Hoe kan het dat interpersoonlijke psychotherapie de klachten soms verergerd? |
|
Definition
| Het kan voorkomen dat de cliënt tijdens de behandeling verslechterd, dit wil niet zeggen dat de therapie niet werkt, als interpersoonlijke psychotherapie als mono-therapie wordt ingezet kan het even duren voordat er effect is. |
|
|
Term
| Wanneer vertonen depressieve patiënten vaker een terugval? |
|
Definition
| Depressieve patiënten die antidepressiva gebruiken vertonen een grote kans op terugval, dit in tegenstelling tot cognitieve therapie. |
|
|
Term
| Uit welke modellen bestaat de cognitieve behandeling? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Operante model van Lewinsohn 2. Cognitieve model van Beck |
|
|
Term
| Wat is het operante model van Lewinsohn? |
|
Definition
|
|
Term
| Wat is het cognitieve model van Beck? |
|
Definition
| negatieve cognitieve schema’s |
|
|
Term
| Wat is een contra indicatie voor cognitieve gedragstherapie? |
|
Definition
| Contraindicatie voor cognitieve gedragstherapie is als de patiënt 3 of 4 scoort op het zelfmoord item van de hamilton depression rating scale. |
|
|
Term
| Wat betekent een score 3 op de hamilton depression rating scale? |
|
Definition
| waarschijnlijk dat de patiënt overweegt zelfmoord te plegen. |
|
|
Term
| Wat betekent een score 4 op de hamilton depression rating scale? |
|
Definition
| in de afgelopen dagen een zelfmoord poging hebben gedaan of onder verscherpt toezicht staan. |
|
|
Term
| Uit hoeveel zittingen bestaat het behandelprotocol voor cognitieve gedragstherapie? |
|
Definition
| Het behandelprotocol voor cognitieve gedragstherapie bij depressie bestaat uit 16 sessies. |
|
|
Term
| Welke vragenlijst wordt gebruikt voor het meten van de ernst van depressie? |
|
Definition
| Voor het meten van de ernst van de depressie kan de Beck Depression Inventory gebruikt worden. |
|
|
Term
| Hoe is het gebruik van de BDI zinnig? |
|
Definition
| Het is zinnig om de BDI gedurende de behandeling af te blijven nemen om vorderingen te zien. |
|
|
Term
| Wat gebeurt er tijdens behandelprotocol cognitieve gedragstherapie, sessie 1? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Kennis maken 2. Vraag naar functioneren mbt werk, hobby’s en sociale contacten |
|
|
Term
| Wat gebeurt er tijdens behandelprotocol cognitieve gedragstherapie, sessie 2? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Uitleg rationale 2. Activiteiten formulier toelichten 3. Huiswerk |
|
|
Term
| Wat zijn de doelen van het activiteiten formulier? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Gedachten kunnen worden getoetst 2. Zelfobservatie maakt de relatie tussen stemming en activiteiten duidelijk 3. Overzicht van activiteiten die worden uitgevoerd en de voldoening hiervan |
|
|
Term
| Bij welke sessies wordt het activiteitenformulier ingevuld? |
|
Definition
| Het activiteitenformulier wordt tussen sessie 2 en 8 ingevuld. |
|
|
Term
| Wat is het huiswerk na sessie 2? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Doorlezen van de rationale 2. Invullen van activiteitenformulieren 3. Opstellen van een lijst met plezierige activiteiten 4. (therapeut stelt ook een plezierige activiteiten lijst op voor het geval de patiënt het niet doet) |
|
|
Term
| Wat gebeurt er tijdens behandelprotocol cognitieve gedragstherapie, sessie 3? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Eventuele vragen beantwoorden over de rationale 2. Huiswerkbespreking 3. Registratie en planning van activiteiten 4. Graduele toewijzing van taken = opbouwen 5. Huiswerk |
|
|
Term
| Wat is het huiswerk na sessie 3? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Registreren van activiteiten 2. Plannen en uitvoeren van activiteiten |
|
|
Term
| Wat gebeurt er tijdens het behandelprotocol cognitieve gedragstherapie, sessie 4? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Huiswerkbespreking 2. Registratie en planning van activiteiten = focus op plannen 3. Huiswerk |
|
|
Term
| Wat het is huiswerk na sessie 4? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Registreren van activiteiten 2. Plannen en uitvoeren van activiteiten |
|
|
Term
| Wat gebeurt er tijdens het behandelprotocol cognitieve gedragstherapie, sessie 5? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Huiswerkbespreking 2. Sociale vaardigheden oefenen 3. Huiswerk |
|
|
Term
| Wat zijn conversatievaardigheden? (8 punten) |
|
Definition
| 1. Vragen stellen 2. Mededelingen doen 3. Luisteren 4. Omgaan met stiltes 5. Iets vertellen 6. Van onderwerp veranderen 7. Mengen in een lopend gesprek 8. Gesprek beeindigen |
|
|
Term
| Op welke manieren kan je positieve gevoelens uiten? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Compliment geven 2. Compliment in ontvangst nemen 3. Meningen en gevoelens overbrengen |
|
|
Term
| Hoe kan je assertiviteit uiten? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Ongenoegen uiten 2. Om ander gedrag vragen 3. Nee zeggen 4. Opkomen voor eigen belangen |
|
|
Term
| Wat is het huiswerk na sessie 5? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Registreren van activiteiten 2. Plannen en uitvoeren van activiteiten 3. Probleemsituaties bijhouden 4. (therapeut maakt oefen probleemsituaties) |
|
|
Term
| Wat gebeurt er tijdens het behandelprotocol cognitieve gedragstherapie, sessie 6? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Huiswerkbespreking 2. Sociale vaardigheden oefenen 3. Huiswerk |
|
|
Term
| Hoe oefen je sociale vaardigheden in sessie 6? (8 punten) |
|
Definition
| 1. Situatieverduidelijken 2. Rollenspel 3. Reconstructie 4. Checken op juistheid 5. Commentaar van de patiënt 6. Commentaar van de therapeut 7. Selectie van alternatief gedrag 8. Oefenen van alternatief gedrag |
|
|
Term
| Hoe lang worden de sociale vaardigheden geoefend? |
|
Definition
| Oefen de sociale vaardigheden totdat er een minimaal acceptabel resultaat is bereikt. |
|
|
Term
| Wat is het huiswerk na sessie 6? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Registreren van activiteiten 2. Plannen en uitvoeren van activiteiten 3. Probleemsituaties bijhouden 4. Wat geoefend is tijdens de sessies uitvoeren in praktijk 5. (therapeut: bepaal welke vaardigheden nog herhaald moeten worden) |
|
|
Term
| Wat gebeurt er tijdens het behandelprotocol cognitieve gedragstherapie, sessie 7? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Huiswerkbespreking 2. Sociale vaardigheden oefenen 3. Huiswerk |
|
|
Term
| Wat is het huiswerk na sessie 7? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Registreren van activiteiten 2. Plannen en uivoeren van activiteiten 3. Probleemsituaties bijhouden 4. Wat geoefend is tijdens de sessies uitvoeren in praktijk |
|
|
Term
| Wat gebeurt er tijdens het behandelprotocol cognitieve gedragstherapie, sessie 8? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Huiswerkbespreking 2. Sociale vaardigheden oefenen 3. Voorbereiden op het tweede gedeelte van de therapie = nadruk komt te liggen op gedachten 4. Huiswerk |
|
|
Term
| Wat is het huiswerk na sessie 8? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Registreren van activiteiten 2. Plannen en uitvoeren van activiteiten 3. Wat geoefend is tijdens de sessies uitvoeren in praktijk |
|
|
Term
| Wat gebeurt er tijdens het behandelprotocol cognitieve gedragstherapie, sessie 9? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Uitleg rationale = verbanden tussen gedachten, gevoelens en gedrag 2. Dagboek formulier toelichten 3. Huiswerk |
|
|
Term
| Wat is het huiswerk na sessie 9? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Doorlezen van de rationale 2. Invullen van dagboekformulieren |
|
|
Term
| Wat gebeurt er tijdens het behandelprotocol cognitieve gedragstherapie, sessie 10? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Eventuele vragen over de rationale beantwoorden 2. Huiswerkbespreking 3. Opsporen van automatische gedachten = wat was de stimulus, wat waren gevoelens/gedachten, wat was het gedrag en wat was de automatische gedachte 4. Huiswerk |
|
|
Term
| Wat is het huiswerk na sessie 10? (1 punt) |
|
Definition
| 1. Invullen van de eerste 3 kolommen van het dagboekformulier voor minstens 1 situatie per dag |
|
|
Term
| Wat gebeurt er tijdens het behandelprotocol cognitieve gedragstherapie, sessie 11? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Huiswerkbespreking 2. Uitdagen van automatische gedachten = vergelijk objectief met subjectief 3. Rationele gedachten formuleren = veranderen van disfunctionele gedachte 4. Scoren en herscoren = geloofwaardigheid een cijfer geven 5. Huiswerk |
|
|
Term
| Wat is het huiswerk na sessie 11? (1 punt) |
|
Definition
| 1. Volledig invullen van de dagboekformulieren, minstens 1 per dag |
|
|
Term
| Wat gebeurt er tijdens het behandelprotocol cognitieve gedragstherapie, sessie 12? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Huiswerkbespreking 2. Uitdagen van gedachten = nadruk op alternatieve gedachten, gedragsexperiment 3. Rationele gedachten formuleren = geef weer van welke denkfout er sprake is 4. Huiswerk |
|
|
Term
| Wat is het huiswerk na sessie 12? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Invullen dagboekformulieren 2. Optioneel: gedragsexperiment 3. (therapeut: categoriseren van automatische gedachten uit de voorgaande sessies) |
|
|
Term
| Wat gebeurt er tijdens het behandelprotocol cognitieve gedragstherapie, sessie 13-15? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Huiswerkbespreking 2. Opsporen en veranderen van depressogene assumpties = welke thema’s spelen een rol in de automatische gedachten? 3. Uitdagen van depressogene assumpties = hypothese die getoetst moet worden 4. Huiswerk |
|
|
Term
| Wat is het huiswerk na sessie 13-15? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Invullen dagboekformulieren 2. Optioneel: gedragsexperiment 3. Bewust worden van arbitraire leefregels |
|
|
Term
| Wat gebeurt er tijdens het behandelprotocol cognitieve gedragstherapie, sessie 16? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Huiswerkbespreking 2. Afsluiting therapie = evaluatie en hoe nu zelf verder gaan |
|
|
Term
| Wie zijn de grondleggers van de cognitieve therapie? |
|
Definition
| Ellis en Beck zijn de grondleggers van de cognitieve therapie. |
|
|
Term
| Waar zijn zowel de vorm van cognitieve therapie van beck als ellis op gericht? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Gericht op het corrigeren van onjuiste cognities 2. Gericht op problemen in het nu 3. Raden het doen van gedragsexperimenten aan |
|
|
Term
| Wat is een verschil tussen gedragstherapie en cognitieve therapie? |
|
Definition
| Het verschil tussen gedragstherapie en cognitieve therapie is dat bij gedragstherapie gedragsveranderingen de essentie van de therapie zijn en bij cognitieve therapie is dat het verkrijgen van juiste informatie. |
|
|
Term
| Uit hoeveel zittingen bestaat cognitieve therapie gemiddeld? |
|
Definition
| Cognitieve therapie bestaat vaak uit 10-20 zittingen. |
|
|
Term
| Wat is aan te raden om te doen tijdens de sessies? |
|
Definition
| Het is aan te raden om een sessie op de telefoon op te nemen zodat de cliënt het thuis nog eens kan beluisteren. |
|
|
Term
| Wat is de structuur van de sessies bij cognitieve therapie? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Agenda opstellen 2. Bespreken van huiswerkopdrachten 3. Uitdagen van gedachten 4. Afspreken van nieuw huiswerk 5. Samenvatten en feedback |
|
|
Term
| Hoe is de houding van de therapeut bij cognitieve therapie? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Betrokken 2. Empathisch 3. Congruent 4. Eerlijk |
|
|
Term
| Volgens Beck is een cognitief therapeut iemand die? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Gevoelens en attitudes begrijpt 2. Sympathiek, empathisch en begrijpend is 3. De cliënt accepteert met alle fouten 4. Kan communiceren zonder in detail alle gevoelens of attitudes te bespreken |
|
|
Term
| Wat is een veel gemaakte fout van een therapeut? |
|
Definition
| Een veel gemaakte fout is dat de therapeut de cliënt aanvalt omdat deze het idee heeft dat de ideeën fout zijn. |
|
|
Term
| Wat is een van de basisprincipes van cognitieve therapie? |
|
Definition
| Een van de basisprincipes van cognitieve therapie is de socratische methode. |
|
|
Term
| Wat zijn de voorwaarden die Wells noemt om de socratische dialoog vloeiend te laten verlopen? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Therapeut formuleert vragen zodanig dat de patiënt in staat is antwoord te geven 2. De gestelde vragen hebben impliciet of expliciet doel 3. De vragen zijn bedoeld om over bepaalde gebieden makkelijker te praten 4. De patiënt mag niet het gevoel krijgen dat er een verhoor plaatsvindt. 5. De therapeut probeert oprecht de ervaringen van de patiënt te begrijpen. |
|
|
Term
| Wat voor een vragen moet je stellen bij het socratisch dialoog? |
|
Definition
| Stel open vragen bij het socratisch dialoog. |
|
|
Term
| Waar zorgt het gebruik van de socratische dialoog voor? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Men zich bewust wordt van automatische gedachten 2. Op deze wijze de disfunctionele assumpties worden geïdentificeerd 3. Meer rationele gedachten worden geformuleerd 4. Nieuwe denkgewoontes ontwikkeld worden |
|
|
Term
| Waar wordt aandacht aan besteed in de eerste twee zittingen van cognitieve therapie? |
|
Definition
| In de eerst een tweede zitting wordt aandacht besteed aan de rationale, hierbij wordt de cliënt uitgelegd dat de klachten blijven bestaan door de manier van denken (situatie à gedachten à gevoel à gedrag) |
|
|
Term
| Wanneer kan de manier van denken veranderd worden? |
|
Definition
| De manier van denken kan pas veranderd worden als men zich bewust is hoe men denkt. |
|
|
Term
| Wat is een manier om automatische gedachten op te roepen? |
|
Definition
| Er kan een rollenspel gespeeld worden hierdoor kunnen automatische gedachten opgeroepen worden. |
|
|
Term
|
Definition
| Kritisch onderzoek doen naar de gedachtegang, waarbij de therapeut het voortouw neemt, maar langzaam maar zeker de cliënt het zelf kan. |
|
|
Term
| Wat volgt op het uitdagen van een gedachte? |
|
Definition
| Na het uitdagen van gedachten volgt het formuleren van een rationele gedachte. |
|
|
Term
| Wat zijn de kenmerken waar alternatieve gedachten aan moeten voldoen? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Verklaart dezelfde gebeurtenis 2. Logisch en consistent 3. Genuanceerd en meerdimensionaal 4. Verklaart de gebeurtenis even goed of beter dan de disfunctionele gedachte |
|
|
Term
| Wat is een gedragsexperiment? |
|
Definition
| Een experiment waarmee gedachten/hypothesen getest kunnen worden |
|
|
Term
| Wat moet er worden opgesteld bij een gedragsexperiment? |
|
Definition
| Bij een gedragsexperiment moet een nulhypothese en een alternatieve hypothese opgesteld worden. |
|
|
Term
| Wat is een voorwaarde voor een gedragsexperiment? |
|
Definition
| Een voorwaarde bij een gedragsexperiment is dat het niet kan mislukken. |
|
|
Term
| Welke soorten assumpties zijn er? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Basale assumpties 2. Conditionele assumpties 3. Instrumentele assumpties |
|
|
Term
| Wat zijn basale assumpties? |
|
Definition
| Grondideeën over zichzelf, anderen, de wereld |
|
|
Term
| Wat zijn conditionele assumpties? |
|
Definition
| Causale relaties tussen het zelf en de ander |
|
|
Term
| Wat zijn instrumentele assumpties? |
|
Definition
| Regels die strategiëen voorschrijven |
|
|
Term
| Waarop zijn assumpties gebaseerd? |
|
Definition
| Assumpties zijn gebaseerd op kinderlijke ervaringen, attitudes en meningen van ouders en andere belangrijke personen. |
|
|
Term
| Wat zijn veel voorkomende thema’s waar assumpties betrekking op hebben? (9 punten) |
|
Definition
| 1. Eigenwaarde 2. Recht 3. Verantwoordelijkheid en schuld 4. Controle 5. Prestatie 6. Acceptatie 7. Gevaar 8. Verlies 9. Vertrouwen |
|
|
Term
| Hoe werken conditionele assumpties? |
|
Definition
| Conditionele assumpties werken als syllogismen (als dit, dan…) |
|
|
Term
| Wat is de neerwaartse-pijl techniek? |
|
Definition
| De automatische gedachte wordt niet direct uitgedaagd, er wordt vanuit gegaan dat de gedachte klopt en wat zou er dan kunnen gebeuren. |
|
|
Term
| Wat is de identificatie van assumpties? |
|
Definition
| De eerste ervaring in herinnering te nemen waarbij de betreffende emotie een rol speelde. |
|
|
Term
| Wat is bewust maken van leefregels? |
|
Definition
| Wat zijn de onbewuste regels volgens welke je leeft. |
|
|
Term
| Op welke wijze dient een opgespoorde assumptie benaderd te worden? |
|
Definition
| De opgespoorde assumptie zal altijd op een tentatieve wijze worden voorgelegd. |
|
|
Term
| Wat zijn de stappen van meerdimensionaal en genuanceerd evalueren? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Basale assumptie over zichzelf of andere wordt geselecteerd en gescoord op geloofwaardigheid met Visual analogue Scale (VAS) 2. Patiënt neemt referentiepersoon in gedachten en omschrijft waarom diegene dat vertegenwoordigd 3. Patiënt neemt referentiepersoon in gedachten en omschrijft waarom diegene dat niet vertegenwoordigd 4. Patiënt scoort zichzelf |
|
|
Term
| Waar dient de therapeut op te letten bij meerdimensioneel en genuanceerd evalueren? |
|
Definition
| Therapeut dient er op te letten dat de twee referentiepersonen extreem genoeg zijn. |
|
|
Term
| Wat te doen met opvattingen die niet op een continu-as passen? |
|
Definition
| Sommige opvattingen zijn lastig om op een enkele continu-as weer te geven, dan kan er gebruik gemaakt worden van een tweedimensionale continu-as. |
|
|
Term
| Hoe kan een kansberekening helpen? |
|
Definition
| Kansberekeningen helpen om een overschatte gebeurtenis in perspectief te zien. |
|
|
Term
| Wat gebeurd er bij kansberekening? |
|
Definition
| Bij kans berekening wordt van elke situatie bepaald wat de kans daarop is, vervolgens moeten de geschatte kansen met elkaar vermenigvuldigd worden. |
|
|
Term
| Hoe kan een taartdiagram helpen? |
|
Definition
| Een taartdiagram kan ingezet worden als het eigen aandeel overschat wordt, door de taart te verdelen over alle betrokkenen en zelf het laatste stuk te nemen. |
|
|
Term
| Wat is een kostenbatenanalyse? |
|
Definition
| Voordelen en nadelen van de automatische gedachten opschrijven. |
|
|
Term
| Wat is belangrijk bij een kostenbatenanalyse? |
|
Definition
| Belangrijk bij de kostenbatenanalyse is dat het nadelen lijstje groter is dan het voordelen lijstje. |
|
|
Term
| Wat is het ergste van het ergste? |
|
Definition
| De automatische gedachte wordt niet direct uitgedaagd maar laat de cliënt nadenken over wat er zou kunnen gebeuren. |
|
|
Term
| Hoe worden rollenspellen ingezet bij cognitieve therapie? |
|
Definition
| Rollenspellen worden in cognitieve therapie ingezet om tot nieuwe interpretaties te komen en niet om perse nieuwe vaardigheden te leren. |
|
|
Term
| Wat is het tweede rollenspel? |
|
Definition
| In het tweede rollenspel worden de rollen omgekeerd, zo kan de patiënt zien hoe hij reageert. |
|
|
Term
| Wat is het derde rollenspel? |
|
Definition
| Het in het derde rollenspel speelt ieder weer zijn eigen rol en hier kan de patiënt alternatieve methoden gebruiken. |
|
|
Term
| Wat is de rechtbankmethode? |
|
Definition
| Dit wordt ingezet als de schuldvraag belangrijk is, speel als het ware een zitting na om te bepalen wie schuldig is, daarna de rollen omdraaien. |
|
|
Term
| Wat is imagiaire rescripting? |
|
Definition
| Disfunctionele, nare of traumatische beelden kunnen worden vervangen door een functioneel beeld. |
|
|
Term
| Wat is een historisch rollenspel? |
|
Definition
| Een typerende interactie wordt nagespeeld, daarna rolomkering, nieuwe gedrag toepassen in derde rollenspel. |
|
|
Term
| Wat is er nodig bij cognitieve therapie om de positieve effecten te behouden? |
|
Definition
| Bij cognitieve therapie is herhaling van positieve effecten nodig om het effect te behouden en de cliënt ervan te overtuigen dat het daadwerkelijk zo is. |
|
|
Term
| Wat wordt gedaan in de laatste cognitieve therapie sessie? |
|
Definition
| In de laatste cognitieve therapie sessie is het goed om de opgedane inzichten door te nemen, dit kan met behulp van alle automatische gedachten die genoteerd zijn op te noemen en de cliënt op te laten schrijven wat er niet aan klopt, dit is ook nuttig als terugvalpreventie. |
|
|
Term
| Wat wordt er gedaan zodra een automatische gedachte is opgespoord? (7 punten) |
|
Definition
| 1. De aandacht richten op de automatische gedachte 2. De situatie die met deze gedachte samenhangt verder exploreren 3. Exploreren hoe kenmerkend de automatische gedachte is 4. Het identificeren van andere automatische gedachten in dezelfde situatie 5. Het probleem aanpakken 6. Het exploreren van de overtuiging die aan de automatische gedachte ten grondslag ligt 7. Overgaan op een ander onderwerp |
|
|
Term
| Hoe bepaal je waar je het in een sessie over gaat hebben? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Wat wil je bereiken met het gesprek 2. Wat heeft de cliënt op de agenda gezet 3. Hoe belangrijk is de gedachte in het geheel |
|
|
Term
| Wanneer hoef je niet door te gaan op een automatische gedachte? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Het geeft geen problemen (meer) 2. Situatie is adequaat aangepakt 3. Probleem is opgelost 4. Als er andere urgentere problemen op de agenda staan 5. Er geen sprake is van een disfunctioneel patroon in die situatie |
|
|
Term
| Als besloten is dieper op een automatische gedachte in te gaan hoe wordt er dan gekeken of het de moeite waard is? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Hoeveel geloof hecht je aan deze gedachte? (0-100%) 2. Hoe ga je je door deze gedachte voelen? 3. Hoe sterk (0-100) is dit gevoel |
|
|
Term
| Therapeut probeert een duidelijk beeld te krijgen over de automatische gedachte: |
|
Definition
| 1. Wanneer had je deze gedachte 2. Had je nog meer verontrustende gedachten in die situatie? 3. Wat gebeurde er lichamelijk met je? 4. Wat deed je vervolgens? |
|
|
Term
| Wat zijn de vervolgstappen voor de therapeut om de automatische gedachte duidelijk te krijgen? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Verwoorden hoe de gedachte in de specifieke situatie past 2. Cognitief model 3. Socratische vragen 4. Het probleem samen aanpakken 5. Pijl-omlaagmethode |
|
|
Term
| Waarom kan de therapeut de gedachte samen met de cliënt evalueren, maar dit is niet uitdagen, want? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Therapeut weet niet of een gedachte echt disfunctioneel is 2. Direct uitdagen doet afbreuk aan het emprische proces |
|
|
Term
| Wat registreert de therapie altijd gedurende de sessies? |
|
Definition
| De therapeut registreert het type denkfout dat gemaakt wordt gedurende alle sessies. |
|
|
Term
| Welke soorten denkfouten zijn er? (12 punten) |
|
Definition
| 1. Alles of niets denken 2. Rampdenken 3. Diskwalificeren van het positieve 4. Emotioneel redeneren 5. Stigmatiseren 6. Overdrijven/minimaliseren 7. Selectief abstraheren 8. Gedachtelezen 9. Overgeneraliseren 10. Personaliseren 11. Moeten en zou moeten uitspraken 12. Oogkleppenvisie |
|
|
Term
| Wat is alles of niets denken? |
|
Definition
| Twee opties, geen continuüm |
|
|
Term
|
Definition
| Negatieve toekomstverwachting zonder andere mogelijkheden te bekijken |
|
|
Term
| Wat is diskwalificeren van het positieve? |
|
Definition
| Iets positiefs doet er niet toe |
|
|
Term
| Wat is emotioneel redeneren? |
|
Definition
| Iets moet wel waar zijn als je het zo sterk voelt |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
| Wat is overdrijven/minimaliseren? |
|
Definition
| Situatie op een onredelijke manier beoordelen |
|
|
Term
| Wat is selectief abstraheren? |
|
Definition
| Overmatig veel aandacht besteden aan een negatief detail |
|
|
Term
|
Definition
| Je denkt te weten wat anderen denken, zonder bevestiging |
|
|
Term
| Wat is overgeneraliseren? |
|
Definition
| Verstrekkende negatieve conclusie die niet in verhouding staat tot de situatie |
|
|
Term
|
Definition
| Denken dat anderen zich dankzij jou negatief gedragen |
|
|
Term
| Wat zijn moeten en zou moeten uitspraken? |
|
Definition
| Vaststaand idee over hoe jij en anderen zich zouden moeten gedragen en velt een extreem negatief oordeel als dat niet gebeurd |
|
|
Term
| Wat is een oogkleppenvisie? |
|
Definition
| Alleen negatieve aspecten zien |
|
|
Term
| Wat doet de therapeut als een autmatische gedachte is geevalueerd? |
|
Definition
| Als een automatische gedachte is geevalueerd gaat de therapeut na of de evaluatie effectief is geweest. |
|
|
Term
| Wat te doen als de poging tot herstructurering niet succesvol was? (6 punten) |
|
Definition
| 1. Zijn er nog andere automatische gedachten? 2. Evaluatie van de automatische gedachte is ongeloofwaardig oppervlakkig of ontoereikend 3. Client heeft een deel van het bewijsmateriaal dat volgens haar de automatische gedachte ondersteunt nog niet onder woorden gebracht 4. Automatische gedachte is een kerngedachte 5. Op intellectueel niveau wel geslaagd, maar op emotioneel niveau niet 6. Cliënt diskwalificeert de evaluatie |
|
|