Term
| Wat is een specifieke fobie? |
|
Definition
| Hardnekkige en intense angst voor een bepaald dier, object of situatie, waarbij confrontatie wordt vermeden, waarneer dit onmogelijk is leidt dit tot intense angst. |
|
|
Term
| Tot wat is een individu in staat bij een specifieke fobie? |
|
Definition
| Het individu is bij een specifieke fobie in staat te erkennen dat de angst buiten proportie is. |
|
|
Term
| Wat is de life time prevalentie van een specifieke fobie? |
|
Definition
| Life time prevalentie van een specifieke fobie is 10-12%. |
|
|
Term
| Wat is de life time prevalentie van een paniekstoornis? |
|
Definition
| Life time prevalentie van een paniekstoornis 1,5-3,5%. |
|
|
Term
| Wat is de life time prevalentie van een obsessief compulsieve stoornis? |
|
Definition
| Life time prevalentie van een obsessief-compulsieve stoornis 2,5%. |
|
|
Term
| Welke onderscheid maakt de DSM voor specifieke fobien? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Dieren 2. Natuur 3. Situationeel 4. Bloed-injectie-letsel 5. Overige |
|
|
Term
| Wanneer starten vrijwel alle specifieke fobiën? |
|
Definition
| Vrijwel alle specifieke fobieën starten op een jonge leeftijd. |
|
|
Term
| Wat ligt waarschijnlijk ten grondslag aan een specifieke fobie? |
|
Definition
| Modelling, conditionerende ervaringen en de overdracht van negatieve informatie liggen waarschijnlijk ten grondslag aan een specifieke fobie. |
|
|
Term
| Welke vorm van exposure heeft de voorkeur bij een specifieke fobie? |
|
Definition
| Graduele exposure in vivo heeft de voorkeur bij een specifieke fobie. |
|
|
Term
| Wat is effectiever gebleken dan observationeel leren met behulp van video's? |
|
Definition
| Exposure in vivo is effectiever gebleken dan observationeel leren met behulp van video’s. |
|
|
Term
| Wat wordt vrijwel nooit gebruikt bij de behandeling van een specifieke fobie? |
|
Definition
| Psychofarmaca wordt vrijwel nooit gebruikt bij de behandeling van een specfieke fobie. |
|
|
Term
| Wat is het langetermijn effect van de behandeling van een specifieke fobie? |
|
Definition
| De angstreductie die bij exposure in vivo wordt verkregen blijft op de lange termijn behouden. |
|
|
Term
| Voor welke leeftijdscategorie is de behandeling met exposure in vivo geschikt? |
|
Definition
| De behandeling van exposure in vivo voor een specifieke fobie kan zowel bij kinderen als bij volwassenen worden ingezet. |
|
|
Term
| Wat is het grootste voordeel van een één-sessie exposure behandeling? |
|
Definition
| Omdat de een-sessie exposure in vivo maar uit een sessie bestaat is de uitval zeer klein. |
|
|
Term
| Welke behandeling heeft de voorkeur bij een specifieke fobie? |
|
Definition
| Een éénsessie exposure in vivo behandeling heeft de voorkeur bij een specifieke fobie. |
|
|
Term
| Wat zijn de contra-indicaties bij een een-sessie behandeling? |
|
Definition
| Er zijn geen contra-indicaties bij een één-sessie behandeling, wel kan co-morbide psychopathologie effect hebben op het verloop en het resultaat van de behandeling. |
|
|
Term
| Wat is het doel van de een-sessie behandeling? |
|
Definition
| Het doel van de behandeling is patiënten op een gecontroleerde manier aan de fobische situatie bloot te stellen tot dat de angst weg ebt. |
|
|
Term
| Waar hebben fobici irrationele cognitities over? |
|
Definition
| Fobici hebben zowel irrationele cognities over de stimuli als over hun eigen emotionele reacties. |
|
|
Term
| Waarmee kan het niveau van angst gemeten worden? |
|
Definition
| Met behulp van de Fear Questionnaire kan voor en na de behandeling de angst gemeten worden. |
|
|
Term
| Hoe lang duurt de protocollaire behandeling voor een enkelvoudige fobie? |
|
Definition
| De protocollaire behandeling voor een enkelvoudige fobie bestaat uit 1 sessie van 2-3 uur. |
|
|
Term
| Er wordt gestart met het diagnostisch interview; wat doe je? (8 punten) |
|
Definition
| 1. Stel jezelf voor 2. Laat de cliënt zich voorstellen 3. Wat zijn de klachten 4. Ga na of er contra-indicaties zijn 5. Vraag naar emotionele, lichamelijke, cognitieve en gedragsmatige reacties 6. Met welke frequentie komt het voor 7. Hoe ernstig is het 8. Inventariseer korte en lange termijn gevolgen |
|
|
Term
| Hoe inventarisatriseer je de catastrofale cognities? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Noem een recente confrontatie met de fobie 2. Wat is het ergste wat er zou kunnen gebeuren |
|
|
Term
| Wat doe je als er tijdens exposure hevige angst of vluchtgedrag ontstaat? |
|
Definition
| Als er tijdens de exposure hevige angst of vluchtgedrag bestaat vraag dan waarom dit zo is, om gemiste irrationele gedachten op te vangen. |
|
|
Term
| Uitleg van de behandeling; wat vertel je? (6 punten) |
|
Definition
| 1. Zonder toestemming gebeurd er niets 2. Stappen worden onderling afgesproken 3. Wat wil de patiënt met de behandeling bereiken 4. Graduele aanpak 5. Actieve rol wordt er van de cliënt verwacht 6. De behandeling is de eerste stap om thuis verder te oefenen |
|
|
Term
| Uitleg rationale; wat je vertel je? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Maak een grafiek met vermijding en vluchtreacties 2. Leg uit dat vluchten een gebruikelijke reactie is 3. Nu gaan we juist de confrontatie opzoeken 4. Maak een tweede grafiek over in een angstige situatie blijven tot dat de angst daalt |
|
|
Term
| Wat is graduele exposure in vivo? |
|
Definition
| Stap voor stap de cliënt blootstellen aan de gevreesde stimuli tot dat het angstniveau daalt. |
|
|
Term
| De oefening; wat doe je? (9 punten) |
|
Definition
| 1. Herhaal dat er niets gebeurd zonder toestemming van de cliënt 2. Cliënt bepaald eerste stap 3. Laat de cliënt voorspellen wat er zal gebeuren 4. Doe het voor 5. Laat de cliënt het uitvoeren 6. Moedig de cliënt aan om in de situatie te blijven tot dat het angst niveau is gedaald 7. Laat de cliënt opnieuw voorspellen wat er in zo’n situatie zal gebeuren (moet richting 0 dalen) 8. Bespreek de (eerdere) discrepantie tussen de voorspelling en de werkelijkheid 9. Cliënt bepaalde de volgende stap etc. |
|
|
Term
| Wat is het huiswerk bij een eemalige sessie graduele exposure? |
|
Definition
| Huiswerk bij een eenmalige sessie graduele exposure is dat men thuis door moet gaan met oefenen. |
|
|
Term
| Wat kan er eventueel gedaan worden wat betreft het huiswerk na een eenmalige graduele exposure sessie? |
|
Definition
| Eventueel kan er voor het huiswerk samen met de therapeut een schema voor de komende periode (6 weken) worden gemaakt wanneer en hoe vaak er geoefend gaat worden. |
|
|
Term
| Wat zijn de belangrijkste regels voor de cliënt bij het thuis oefenen? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Vlucht en vermijd gevreesde situaties niet 2. Oefen zoveel mogelijk in de eigen omgeving |
|
|
Term
| Wat kan de cliënt met dagboekjes? |
|
Definition
| De cliënt kan dagboekjes invullen en die naar de therapeut sturen en eventueel een terugkom afspraak maken om de vooruitgang te bespreken. |
|
|
Term
| Waardoor wordt een paniekstoornis gekenmerkt? |
|
Definition
| Een paniekstoornis wordt gekenmerkt door herhaaldelijk optreden van onverwachte paniekaanvallen en perioden van angst voor deze aanvallen. |
|
|
Term
|
Definition
| Korte periode van hevige angst die als catastrofaal wordt ervaren. |
|
|
Term
| Waar gaat een paniekstoornis vaak mee samen? |
|
Definition
| Een paniekstoornis gaat vaak samen met een agorafobie. |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
| Wat is de life time prevalentie van een paniekstoornis? |
|
Definition
| De life time prevalentie voor een paniekstoornis ligt tussen de 1,5% en 3, 5%. |
|
|
Term
| Wat is de meest voorkomende angststoornis? |
|
Definition
| Een paniekstoornis is de meest voorkomende angststoornis. |
|
|
Term
| Hoeveel procent van de patiënten met een paniekstoornis is na behandeling klachten vrij? |
|
Definition
| 80% van de patiënten met een paniekstoornis is na behandeling vrij van aanvallen. |
|
|
Term
| Wat zijn effectieve behandelingen voor een paniekstoornis? |
|
Definition
| 1. Cognitieve gedragstherapie 2. Cognitieve therapie 3. Exposure 4. Moderne (serotonineheropnameremmers) antidepressiva 5. Klassieke (tricyclische) antidepressiva 6. High potency benzodiazepinen |
|
|
Term
| Bij welke behandeling van een paniekstoornis is het terugvalpercentage hoger? |
|
Definition
| Bij behandeling van een paniekstoornis met enkel medicatie is het terugval percentage hoger. |
|
|
Term
| Hoe komen paniekklachten tot stand bij een paniekstoornis? (7 punten) |
|
Definition
| 1. Externe stimulus + interne stimulus + cognitieve stimulus 2. Angst 3. Lichamelijke arousal 4. Catastrofale cognities 5. Paniek 6. Vermijden/vluchten 7. Angstreductie/opluchting |
|
|
Term
| Waar gaan angsten vaak mee samen? |
|
Definition
| Angsten en alcoholgebruik gaan vaak samen, als er per week meer dan 20 glazen alcohol worden gedronken moet eerst het alcoholgebruik aangepakt worden voordat er met de angsten gewerkt kan worden. |
|
|
Term
| Wat zijn de contra-indicaties bij de behandeling van een paniekstoornis? |
|
Definition
| Er zijn geen, duidelijke, contra indicaties beschreven voor de behandeling van een paniekstoornis. |
|
|
Term
| Waar bestaat de protocollaire behandeling van een paniekstoornis uit? |
|
Definition
| De protocollaire behandeling van een paniekstoornis bestaat uit 13 sessies van 45-60 minuten. |
|
|
Term
| Wat zijn de belangrijke elementen uit de protocollaire behandeling van een paniekstoornis? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Uitleg over de stoornis 2. Relaxatietraining 3. Interoceptieve exposure 4. Cognitieve therapie 5. Exposure in vivo |
|
|
Term
| Welke vragenlijsten zijn nuttig bij een paniekstoornis? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Agoraphobic Cognitions Questionnaire (ACQ) 2. Body Sensations Questionnaire (BSQ) |
|
|
Term
|
Definition
| ACQ meet de aanwezigheid van agorafobische cognities. |
|
|
Term
|
Definition
| BSQ meet hoe vaak bepaalde lichamelijke sensaties optreden en hoe bedreigend deze door de patiënt beleefd worden. |
|
|
Term
| Wat is de mobility Inventory? |
|
Definition
| Lijst met veel voorkomend agorafobisch vermijdingsgedrag (alleen of niet alleen). |
|
|
Term
| Welk formulier wordt gebruikt tijdens de behandeling van de paniekstoornis? |
|
Definition
| Tijdens de behandeling wordt het paniekregistratieformulier gebruikt. |
|
|
Term
| Waar bestaat de protocollaire behandeling voor agorafobie sessie 1 uit? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Uitleg 2. Informatie over paniekaanvallen, angst en de behandeling 3. Beschrijving van een recente paniekaanval 4. Inleiding relaxatietraining 5. Huiswerk |
|
|
Term
| Sessie 1; Uitleg? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Uitleg geven over de verschillende onderdelen 2. Aangeven dat het een druk programma is en dat er echt gewerkt moet worden 3. Belang van huiswerk en registratieopdrachten uitleggen 4. Focus ligt op omgaan met de paniekaanvallen niet voorkomen van |
|
|
Term
| Sessie 1; Informatie over paniekaanvallen, angst en de behandeling? (1 punt) |
|
Definition
| 1. Geef uitleg over paniekaanvallen, paniekstoornis en angst |
|
|
Term
| Sessie 1; Beschrijving recente paniekaanval? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Leg uit dat frequentie en intensiteit belangrijk zijn om te weten 2. Leg het paniekregistratieformulier uit 3. Vul samen met de patiënt de meest recente paniekaanval in |
|
|
Term
| Sessie 1; Inleiding relaxatietraining? (1 punt) |
|
Definition
| 1. Volgende keer telefoon om op te nemen meenemen voor ontspanningsoefeningen |
|
|
Term
| Sessie 1; Huiswerk? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Informatie lezen 2. Registratie van paniekaanvallen 3. Telefoon meenemen |
|
|
Term
| Waar bestaat de protocollaire behandeling voor agorafobie sessie 2 uit? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Huiswerkbespreking 2. Ademhalings- en ontspanningsoefeningen 3. Huiswerk |
|
|
Term
| Sessie 2; Benodigdheden? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Telefoon 2. Tekst met ontspanningsoefeningen |
|
|
Term
| Sessie 2; Huiswerkbespreking? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Bespreek paniekregistratie (voelen, denken, doen) 2. Wat heeft de patiënt onthouden van de uitleg over angst |
|
|
Term
| Sessie 2; Ademhalings- en ontspanningsoefeningen? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Neem de instructie op met de telefoon 2. Voer de oefeningen uit (progressieve methode van Jacobson en zelf-suggestieve methode van Schultz) 3. Bespreek de oefeningen na afloop 4. Wat heeft de patiënt ervaren 5. Vraag de patiënt de oefeningen thuis uit te voeren en bij te houden hoe dat verloopt |
|
|
Term
| Sessie 2; Huiswerk? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Paniekaanvallen registreren 2. 3x per dag ademhalings- en ontspanningsoefeningen doen en registreren |
|
|
Term
| Waar bestaat de protocollaire behandeling voor agorafobie sessie 3 uit? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Huiswerkbespreking 2. Interoceptieve exposure 3. Huiswerk |
|
|
Term
| Sessie 3; Benodigdheden? (1 punt) |
|
Definition
|
|
Term
| Sessie 3; Huiswerkbespreking? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Bespreek de paniekregistratie 2. Zet de paniekaanvallen uit in een grafiek 3. Bespreek de ademhalings- en ontspanningsoefeningen |
|
|
Term
| Sessie 3; Introceptieve exposure? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Doe de oefening voor 2. Laat de patiënt de oefening uitvoeren 3. Laat de patiënt na de oefening registreren welke gevoelens een rol speelde en wat de intensiteit was |
|
|
Term
| Sessie 3; Introceptieve exposure oefeningen? (5 punten) |
|
Definition
| 1. 90 seconden oppervlakkig ademhalen 2. 30 seconden het hoofd schudden van links naar rechts 3. 30 seconden het hoofd tussen de knieën houden en kom snel overeind 4. 90 seconden rennen op de plaats 5. 30 seconden de adem inhouden |
|
|
Term
| Sessie 3; Huiswerk? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Paniekaanvallen registreren 2. 3x per dag ademhalings- en ontspanningsoefeningen doen 3. Introceptieve exposure oefeningen doen en registreren |
|
|
Term
| Waar bestaat de protocollaire behandeling voor agorafobie sessie 4 uit? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Introceptieve exposure 2. Huiswerk |
|
|
Term
| Sessie 4; Benodigdheden? (1 punt) |
|
Definition
|
|
Term
| Sessie 4; Introceptieve exposure? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Bespreek de oefeningen en de registraties 2. Doe de oefening voor 3. Laat de patiënt de oefening uitvoeren 4. Laat de patiënt na de oefening registreren welke gevoelens een rol speelde en wat de intensiteit |
|
|
Term
| Sessie 4; Introceptieve exposure oefeningen? (4 punten) |
|
Definition
| 6. 60 seconden een opdrukoefening tegen de muur 7. 60 seconden ronddraaien op een bureaustoel 8. 90 seconden naar een plek staren 9. 90 seconden door een rietje ademen |
|
|
Term
| Sessie 4; Huiswerk? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Paniekaanvallen registreren 2. 3x per dag ademhalings- en ontspanningsoefeningen doen 3. Introceptieve exposure oefeningen doen en registreren |
|
|
Term
| Waar bestaat de protocollaire behandeling voor agorafobie sessie 5 uit? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Huiswerkbespreking 2. Ademhalings- en ontspanningsoefeningen 3. Interoceptieve exposure 4. Cognitieve therapie 5. Huiswerk |
|
|
Term
| Sessie 5; Huiswerkbespreking? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Bespreek paniekregistratie 2. Bespreek de grafiek 3. Bespreek de ademhalings- en ontspanningsoefeningen |
|
|
Term
| Sessie 5; Ademhalings- en ontspanningsoefeningen? (1 punt) |
|
Definition
| 1. Voer de oefeningen nu staand uit |
|
|
Term
| Sessie 5; Interoceptieve exposure? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Oefen de oefeningen die een angstscore van meer dan 2 aangeven 2. Oefen de oefeningen die op de gelijkheid aan een werkelijke aanval meer dan 2 scoren |
|
|
Term
| Sessie 5; Cognitieve therapie? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Leg uit hoe cognitieve therapie werkt 2. Vraag de patiënt een recente paniekaanval te beschrijven 3. Dagboekformulier samen invullen |
|
|
Term
| Sessie 5; Huiswerk? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Paniekaanvallen registreren 2. 3x per dag ademhalings- en ontspanningsoefeningen doen (staand) 3. Interoceptieve exposure oefeningen doen en registreren 4. Dagboekformulieren invullen |
|
|
Term
| Waar bestaat de protocollaire behandeling voor agorafobie sessie 6 uit? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Huiswerkbespreking 2. Ademhalings- en ontspanningsoefeningen 3. Interoceptieve exposure 4. Cognitieve therapie 5. Huiswerk |
|
|
Term
| Sessie 6; Huiswerkbespreking? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Bespreek paniekregistratie 2. Bespreek de grafiek 3. Bespreek de ademhalings- en ontspanningsoefeningen (staand) 4. Registraties van de interoceptieve exposure en dagboekformulieren |
|
|
Term
| Sessie 6; Ademhalings- en ontspanningsoefeningen? (1 punt) |
|
Definition
| 1. Probeer de oefeningen zonder telefoon te doen |
|
|
Term
| Sessie 6; Interoceptieve exposure? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Bespreek of er nog nieuwe oefeningen bij kunnen 2. Welke dagelijkse situaties roepen nog steeds angstaanjagende lichamelijke sensaties op? |
|
|
Term
| Sessie 6; Cognitieve therapie? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Selecteer momenten uit het dagboek die besproken worden 2. Focus op de catastrofale gedachten en de overschatting van risico’s |
|
|
Term
| Sessie 6; Huiswerk? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Paniekaanvallen registreren 2. Ademhalings- en ontspanningsoefeningen doen zonder telefoon 3. Interoceptieve exposure oefeningen doen en registreren 4. Dagboekformulieren invullen |
|
|
Term
| Waar bestaat de protocollaire behandeling voor agorafobie sessie 7 uit? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Huiswerkbespreking 2. Gedragsexperiment 3. Huiswerk |
|
|
Term
| Sessie 7; Huiswerkbespreking? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Bespreek de paniekregistratie 2. Bespreek de grafiek 3. Bespreek de ademhalings- en ontspanningsoefeningen 4. Bespreek de interoceptieve exposure oefeningen 5. Bespreek de dagboekformulieren |
|
|
Term
| Sessie 7; Gedragsexperiment? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Laat de patiënt van te voren een kans schatten dat de catastrofale gebeurtenis plaats vind 2. Bij 50% moet de patiënt voor de volgende sessie 2x de situatie te lijf gaan (bij 33%, 3x, bij 25% 4 etc) 3. Zorg dat de uitkomsten helder interpreteerbaar zijn |
|
|
Term
| Sessie 7; Huiswerk? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Paniekaanvallen registreren 2. Zo vaak mogelijk ademhalings- en ontspanningsoefeningen doen 3. Interoceptieve oefeningen doen en registreren 4. Dagboek formulieren invullen 5. Gedragsexperiment uitvoeren |
|
|
Term
| Waar bestaat de protocollaire behandeling voor agorafobie sessie 8 uit? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Huiswerkbespreking 2. Interoceptieve exposure 3. Cognitieve therapie en gedragsexperiment 4. Huiswerk |
|
|
Term
| Sessie 8; Huiswerkbespreking? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Bespreek paniekregistratie 2. Bespreek grafiek 3. Bespreek de ademhalings- en ontspanningsoefeningen |
|
|
Term
| Sessie 8; Interoceptieve exposure? (1 punt) |
|
Definition
| 1. Bespreek eventueel nieuwe interoceptieve exposure oefeningen |
|
|
Term
| Sessie 8; Cognitieve therapie en gedragsexperiment? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Bespreek de dagboekformulieren 2. Bespreek het gedragsexperiment 3. Bedenk samen een nieuw experiment |
|
|
Term
| Sessie 8; Huiswerk? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Paniek aanvallen registreren 2. Zo vaak mogelijk ademhalings- en ontspanningsoefeningen doen 3. Interoceptieve exposure oefeningen doen en registreren 4. Dagboekformulieren invullen 5. Gedragsexperiment uitvoeren |
|
|
Term
| Waar bestaat de protocollaire behandeling voor agorafobie sessie 9 uit? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Huiswerkbespreking 2. Exposure in vivo 3. Huiswerk |
|
|
Term
| Sessie 9; Huiswerkbespreking? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Bespreek paniekregistratie 2. Bespreek de grafiek 3. Bespreek de ademhalings- en ontspanningsoefeningen 4. Bespreek de dagboekformulieren 5. Bespreek het gedragsexperiment |
|
|
Term
| Sessie 9; Exposure in vivo? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Leg uit hoe exposure in vivo werkt 2. Inventariseer situaties en activiteiten die de patiënt vermijdt 3. Stel een lijst op met alternatieve activiteiten die geen angst veroorzaken maar waar de patiënt niet meer aan toe is gekomen door de angst |
|
|
Term
| Sessie 9; Huiswerk? (6 punten) |
|
Definition
| 1. Paniekaanvallen registreren 2. Zo vaak mogelijk ademhalings- en ontspanningsoefeningen doen 3. Interoceptieve exposure oefeningen doen en registreren 4. Dagboekformulieren invullen 5. Gedragsexperiment uitvoeren 6. Bijhouden hoeveel punten er gescoord worden met de exposure lijsten |
|
|
Term
| Waar bestaat de protocollaire behandeling voor agorafobie sessie 10 uit? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Huiswerkbespreking 2. Exposure in vivo 3. Huiswerk |
|
|
Term
| Sessie 10; Huiswerkbespreking? (6 punten) |
|
Definition
| 1. Bespreek paniekregistratie 2. Bespreek de grafiek 3. Bespreek de ademhalings- en ontspanningsoefeningen 4. Bespreek de interoceptieve exposure oefeningen 5. Bespreek de dagboekformulieren 6. Bespreek het gedragsexperiment |
|
|
Term
| Sessie 10; Exposure in vivo? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Vraag hoeveel punten er behaald zijn de afgelopen week 2. Overleg samen hoeveel punten er de week erop gehaald moeten worden |
|
|
Term
| Sessie 10; Huiswerk? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Paniekaanvallen registreren 2. Zo vaak mogelijk ademhalings- en ontspanningsoefeningen doen 3. Interoceptieve exposure oefeningen doen en registreren 4. Dagboekformulieren invullen 5. Exposure in vivo punten halen |
|
|
Term
| Waar bestaat de protocollaire behandeling voor agorafobie sessie 11 uit? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Huiswerkbespreking 2. Exposure in vivo 3. Huiswerk |
|
|
Term
| Sessie 11; Huiswerkbespreking? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Bespreek paniekregistratie 2. Bespreek de grafiek 3. Bespreek de interoceptieve exposure oefeningen 4. Bespreek de dagboekformulieren |
|
|
Term
| Sessie 11; Exposure in vivo? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Vraag hoeveel punten er behaald zijn de afgelopen week 2. Overleg samen hoeveel punten er de week erop gehaald moeten worden |
|
|
Term
| Sessie 11; Huiswerk? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Paniekaanvallen registreren 2. Zo vaak mogelijk ademhalings- en ontspanningsoefeningen doen 3. Interoceptieve exposure oefeningen doen en registreren 4. Dagboekformulieren invullen 5. Exposure in vivo punten halen |
|
|
Term
| Waar bestaat de protocollaire behandeling voor agorafobie sessie 12 uit? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Huiswerkbespreking 2. Huiswerk |
|
|
Term
| Sessie 12; Huiswerkbespreking? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Bespreek paniekregistratie 2. Bespreek de grafiek 3. Bespreek de interoceptieve exposure oefeningen 4. Bespreek de dagboekformulieren 5. Bespreek exposure in vivo |
|
|
Term
| Sessie 12; Huiswerk? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Paniekaanvallen registreren 2. Zo vaak mogelijk ademhalings- en ontspanningsoefeningen doen 3. Interoceptieve exposure oefeningen doen en registreren 4. Dagboekformulieren invullen 5. Exposure in vivo punten halen |
|
|
Term
| Waar bestaat de protocollaire behandeling voor agorafobie sessie 13 uit? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Huiswerkbespreking 2. Vragenlijsten en afsluiting |
|
|
Term
| Sessie 13; Huiswerkbespreking? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Bespreek paniekregistratie 2. Bespreek de grafiek 3. Bespreek de interoceptieve exposure oefeningen 4. Bespreek de dagboekformulieren 5. Bespreek exposure in vivo |
|
|
Term
| Sessie 13; Vragenlijsten en afsluiting? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Bespreek de uitslag van de vragenlijsten 2. Bespreek hoe nu verder te gaan 3. Als er meer sessies nodig zijn, welke waren het nuttigst? |
|
|
Term
| Uit welke modules bestaat het behandelprotocol voor klinische of subklinische paniekstoornis? (7 punten) |
|
Definition
| 1. Bewustwording door schrijven 2. Bewustwording: registreren, uitdagen en subtiele exposure 3. Leren ontspannen 4. Exposure en verder registreren 5. Focus op uitdagen van automatische gedachten 6. Exposure, verder registreren 7. Terugvalpreventie / het toekomstplan |
|
|
Term
| Wat voor een opdrachten moeten de deelnemers uitvoeren? |
|
Definition
| De deelnemers voeren opdrachten uit met betrekking tot hun ervaringen. |
|
|
Term
| Wat registreert de cliënt gedurende de behandeling? |
|
Definition
| Gedurende de behandeling registreert de patiënt de frequentie en intensiteit van de paniekaanvallen. |
|
|
Term
| Wat gebeurt er tijdens bewustwording door schrijven module 1? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Cliënt leest online psycho educatie 2. Schema bestuderen over hoe een paniekaanval tot stand komt 3. Cliënt beschrijft een paniekaanval uit het verleden |
|
|
Term
| Wat gebeurt er tijdens bewustwording: registreren, uitdagen en subtiele exposure module 2? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Registreren van paniekaanvallen 2. Noteren van lichamelijke reacties, gedachten en duur 3. Cliënt geeft cijfer voor de mate van angst 4. Begin maken met het uitdagen van catastrofale gedachten |
|
|
Term
| Wat gebeurt er tijdens leren ontspannen module 3? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Cliënt kiest of spierontspanningsoefeningen of ademhalingsoefeningen 2. Download de instructies van de website 3. Cliënt oefent drie dagen intensief 4. Cliënt probeert de ontsapnningsoefeningen toe te passen in angstige situaties |
|
|
Term
| Wat gebeurt er tijdens exposure en verder registreren module 4? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Cliënt gaat een angstige situatie opzoeken met behulp van de therapeut 2. Als het een stap te ver is om exposure in vivo toe te passen kunnen er interoceptieve exposure oefeningen gedaan worden |
|
|
Term
| Wat gebeurt er tijdens focus op uitdagen van automatische gedachten module 5? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Cliënt schrijft een steunende adviesbrief aan een denkbeeldige vriend 2. Om het advies in de brief te ondersteunen zoekt de cliënt informatie op |
|
|
Term
| Wat gebeurt er tijdens exposure, verder registreren module 6? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Cliënt zoekt zelfstandig angstige situaties op 2. Cliënt beschrijft welke situatie opgezocht gaat worden en wat de verwachtingen zijn |
|
|
Term
| Wat gebeurt er tijdens terugvalpreventie / het toekomstplan module 7? (1 punt) |
|
Definition
| 1. Cliënt schrijft een document met informatie over signalen die op een aanval duiden en welke technieken hij dan moet toepassen |
|
|
Term
| Wat zijn de nadelen van viruele behandeling van angststoornissen? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Cliënten stellen zich niet bloot aan echte angstige situaties 2. In vivo kan nooit echt gecontroleerd worden door de therapeut (te licht of te zwaar) 3. Als de therapeut alsnog in real life mee moet met de cliënt kost dat veel tijd en geld |
|
|
Term
| Waar is virtual reality een combinatie van? |
|
Definition
| Virtual reality is een combinatie van hardware en software waarbij virutele omgevingen gecreëerd kunnen worden. |
|
|
Term
| Waar zorgt de hardware component bij virtual reality voor? |
|
Definition
| De hardware component ontvangt input van de gebruiker en levert multisensorische output op om de illusie van een echte wereld te creeeren. |
|
|
Term
|
Definition
| Virtual reality exposure therapy. |
|
|
Term
| Wat zijn voordelen van VRET? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Het is flexibel 2. Het kan direct tijdens een sessie toegepast worden 3. Situaties die te eng zijn kunnen gestopt worden 4. Situaties kunnen enger geoefend worden dan dat ze in werkelijkheid zijn |
|
|
Term
| Wat is een belangrijk voordeel van virtual exposure? |
|
Definition
| Een belangrijk voordeel van virtuele exposure is dat de therapeut ziet wat de cliënt ziet en hierdoor is het makkelijker om angstaanjagende stimuli te detecteren. |
|
|
Term
| Wat zijn applicaties van VR? (8 punten) |
|
Definition
| 1. Angst voor hoogtes 2. Claustraofobie 3. Vliegangst 4. Angst om te rijden 5. Angst voor spinnen 6. Angst voor publiek spreken 7. Paniekstoornis met agorafobie 8. PTSS |
|
|
Term
| Wat zijn contraindicaties voor VR? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Migraine 2. Hoofdpijn 3. Seizure disorder 4. Vestibulaire abnormaliteiten |
|
|
Term
| Met welke mensen moet je voorzichtig zijn met VR? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Schizofrenie 2. Persoonlijkheidsstoornissen |
|
|
Term
|
Definition
| Kan veroorzaakt worden door virtual reality en is vergelijkbaar met wagenziekte. |
|
|
Term
| Wat is bekend over de lange termijn effecten van VR? |
|
Definition
| Er is weinig bekend over de lange termijn effecten van VR, maar wel is bekend dat maar een klein percentage last heeft van bijwerkingen. |
|
|
Term
|
Definition
| Individuele behandeling voor overmatig angstige kinderen. |
|
|
Term
| Wat is het Cognitieve ouder protocol? |
|
Definition
| Training voor ouders waarin opvattingen van ouders over de angst van hun kind en het gedrag dat zij vertonen centraal staan |
|
|
Term
| Waar is dappere kat op gebaseerd? |
|
Definition
| Dappere kat is gebaseerd op het Amerikaanse Coping Cat. |
|
|
Term
| Waar bestaat coping cat uit? |
|
Definition
| Coping cat bevat 16 wekelijkse sessies, waarvan er 8 worden gebruikt voor het leren van coping strategiën en 8 voor exposure oefeningen. |
|
|
Term
| Waar bestaat dappere kat uit? |
|
Definition
| Dappere kat bevat 12 wekelijkse sessies, waarvan 3 gebruikt worden voor het leren van coping strategiën en 9 voor exposure oefeningen. |
|
|
Term
| Waarbij wordt dappere kat voornamelijk ingezet? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Seperatieangst 2. Gegeneraliseerde angst 3. Sociale fobie 4. Paniekstoornis (met of zonder agorafobie) |
|
|
Term
| Voor welke aandoening is dappere kat minder geschikt en waarom? |
|
Definition
| Voor kinderen met een dwangstoornis is dappere kat minder bruikbaar omdat er geen aandacht is voor reponspreventie. |
|
|
Term
| Voor welke leeftijdscategorie is dappere kat? |
|
Definition
| Dappere kat is geschikt voor kinderen van 8 tot 14 jaar. |
|
|
Term
| Wat zijn de uitgangspunten van dappere kat? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Uitgang en voortbouwen op de normale ontwikkeling van het kind 2. Ouders en kind helpen realistische doelen te stellen 3. Het kind helpen andere cognitieve schema’s te ontwikkelen |
|
|
Term
| Wat zijn de doelen van het ouderprotocol? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Ouders kennis bijbrengen over oorzaken en instandhoudende factoren van angst 2. Ouders helpen hun opvattingen op te sporen die hun gedrag bepalen tav hun angstige kind 3. Ouders, zo nodig, leren om beter met hun eigen angst om te gaan 4. Ouders, zo nodig, meer algemene opvoedingsvaardigheden bijbrengen |
|
|
Term
| Zowel dappere kat als het ouderprotocol zijn gebaseerd op een cognitief-gedragsmatig referentiekader; wat zijn de uitgangspunten? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Mens reageert eerder op cognitieve representaties van de omgeving dan op de daadwerkelijke omgeving 2. Mensen leren grotendeel door middel van cognitieve factoren/informatieverwerking 3. Gedachten, gevoelens en gedrag zijn met elkaar verbonden 4. Attitudes, verwachtingen, attributies en andere cognitieve activiteiten zijn van belang voor therapeutische interventies 5. Cognitieve processen kunnen worden geïntegreerd met gedragsmatige paradigma’s |
|
|
Term
| Wat wordt er in de eerste vier sessies van dappere kat gedaan? |
|
Definition
| In de eerste 4 sessies van dappere kat wordt er geleerd te werken met BANG. |
|
|
Term
| Waar staat BANG voor? (4 punten) |
|
Definition
| 1. B = Bang voelen 2. A = Angstige gedachten 3. N = Nuttige houdingen en gedrag 4. G = Geef jezelf een beloning |
|
|
Term
| Wat krijgt het kind na elke sessie mee? |
|
Definition
| Na elke sessie krijgt het kind KWIK-taken mee als huiswerk. |
|
|
Term
| Waar staat KWIK voor? (4 punten) |
|
Definition
| 1. K = Kijk 2. W = Wat 3. I = Ik 4. K = Kan |
|
|
Term
| Wat zijn frequent gebruikte strategiën bij dappere kat? (6 punten) |
|
Definition
| 1. Ontspannings- en ademhalingsoefeningen 2. Helpende fantasiën 3. Gedachten opsporen en andere gedachten formuleren 4. Systematisch probleemoplossingsstappen toepassen 5. Beloningen afspreken 6. Ontwikkelen van een positievere houding tav het eigen vermogen om met problemen om te gaan |
|
|
Term
| Waar bestaat het cognitief ouder protocol uit? |
|
Definition
| Coginitieve ouder protocol bestaat uit 7 sessies die parallel worden gegeven aan de behandeling van het kind. |
|
|
Term
| Welke technieken bevat het cognitieve ouder protocol? (8 punten) |
|
Definition
| 1. Psycho educatie 2. Probleemoplossende strategiën 3. Observatie 4. Registratie 5. Benoemen van eigen cognities 6. Onderkennen van eigen disfunctionele cognities 7. Formuleren van alternatieven 8. Testen en evalueren van nieuw gedrag op basis van nieuwe cognities |
|
|
Term
| Welke gedragsadviezen worden gegeven aan de ouders met een angstig kind? (14 punten) |
|
Definition
| 1. Wees een goed voorbeeld 2. Let op de dingen die uw kind wel goed doet 3. Wees trots 4. Spreek vertrouwen uit 5. Stimuleer uw kind om zelfstandig dingen te ondernemen 6. Bespreek angst 7. Stimuleer uw kind om de dingen die hij uit de weg gaat toch te doen 8. Bedenk tussenstappen 9. Houd vol wat goed gaat 10. Wakker de angst niet aan 11. Ga niet te veel mee met vermijding 12. Wees zuinig met geruststelling geven 13. Denk samen na over beloners 14. Zet niet door bij paniek |
|
|
Term
| Wat voor een huiswerk krijgen de ouders mee? |
|
Definition
| Het huiswerk van de ouders richt zich op het achterhalen van gedachten en gevoelens die het gedrag van het kind bij de ouder oproept als het bang is. |
|
|
Term
| Wat wordt gedaan ter voorbereiding van de vierde sessie? |
|
Definition
| Ter voorbereiding van de 4e sessie brengt de therapeut de essentiele gedachten in kaart, welke thema komt veel voor? Dit wordt ingevuld in een 5-G-model. |
|
|
Term
| Wat is het 5-G-model? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Gebeurtenis 2. Gedachten 3. Gevoel 4. Gedrag 5. Gevolgen |
|
|
Term
| Hoe worden disfunctionele gedachten getoetst? |
|
Definition
| Disfunctionele gedachten worden getoetst met gedragsexperimenten. |
|
|
Term
| Hoe zijn de ervaringen met dappere kat en het cognitief ouder protocol? |
|
Definition
| De ervaringen met zowel dappere kat als het cognitieve ouder protocol zijn positief. |
|
|
Term
| Hoeveel procent van de kinderen lijdt aan een angststoornis? |
|
Definition
| Er wordt geschat dat 15% van de kinderen lijdt aan een angststoornis. |
|
|