Term
| Noem de vier verschillende mogelijkheden van ontleding. |
|
Definition
- Syntactische analyse voor de semantische analyse
- Semantische analyse voor de syntactische analyse
- Gelijktijdig
- Processen zijn sterk geassocieerd |
|
|
Term
|
Definition
| Geheel van regels die een correcte zinsstructuur beschrijven. Ongeacht of het een inhoudsvolle zin is kan men met behulp van syntax een juiste grammaticale zin vormen. |
|
|
Term
|
Definition
| Vergelijkbaar met de syntax maar op een breder niveau |
|
|
Term
| Wat zijn prosodische cues? |
|
Definition
| Aanwijzingen voor de zinsstructuur en de bedoelde betekenis van de spreker. Voorbeelden van deze cues zijn: toonhoogte, intonatie, beklemtoning en timing |
|
|
Term
| Op welke twee manieren kunnen syntactische ambiguïteiten voorkomen? |
|
Definition
- Algemeen niveau (They are cooking apples, zijn zij appels aan het koken of zijn het speciale appels?) - Lokaal niveau (op een bepaald moment zijn twee verschillende interpretaties mogelijk) |
|
|
Term
| Noem 4 ontledingstheorieën. |
|
Definition
- Tuinpad model - Beperking gebaseerde theorie (constraint based) - Onbeperkte racemodel - Goed-genoeg representaties |
|
|
Term
| Wat is het tuinpad model? |
|
Definition
| Een ontledingstheorie, de eerste interpretatie vindt plaats door syntactische analyse. Betekenis is niet betrokken, de meest eenvoudige structuur wordt gekozen o.b.v. minimal attachment en late closure. Tuinpadmodel is alleen geldig voor ambigue zinnen. |
|
|
Term
| Wat is minimal attachment? |
|
Definition
| Tuinpad model, structuur die minste knopen produceert wordt geselecteerd. |
|
|
Term
|
Definition
| Tuinpad model, Nieuw gelezen woorden worden gekoppeld aan de huidige frase (since Jay always jogs a mile seems like a short distance) |
|
|
Term
| Wat is de beperking gebaseerde theorie (constraint based)? |
|
Definition
| Een ontledingstheorie, een soort connectionistisch model, kennis van grammatica beperkt mogelijke zin interpretaties. |
|
|
Term
| Wat is het onbeperkte racemodel? |
|
Definition
| Een ontledingstheorie, alle informatiebronnen worden gebruikt om een syntactische structuur te identificeren. Alle processen vinden parallel plaats. De meest waarschijnlijke structuur wordt gekozen, alle anderen worden genegeerd tenzij de favoriet wordt ontkracht door nieuwe informatie. Combinatie tussen tuinpadmodel en constraint based model. |
|
|
Term
| Wat zijn goed-genoeg representaties? |
|
Definition
| Een ontledingstheorie, men verwerkt de informatie op basis van wat voor hen het meest relevant is binnen een zin. Er is een negatieve golf op N400 als er een mismatch is tussen de betekenis van het woord en zijn context. |
|
|
Term
|
Definition
| Pragmatiek relateert aan het bedoelde in tegenstelling tot het letterlijk. Het is figuratieve taal. |
|
|
Term
| Wat is het standaard pragmatisch model? |
|
Definition
| De letterlijke betekenis wordt geactiveerd. De lezer/luisteraar besluit of de letterlijke betekenis zinvol is. Als dat niet zo is wordt de niet-letterlijk betekenis gezocht. |
|
|
Term
| Wat is het coöperatieve principe? |
|
Definition
| Sprekers en luisteraars proberen samen te komen tot een wederzijdse verstaanbaarheid op basis van de gemeenschappelijke grond. |
|
|
Term
| Wat is de egocentrische heuristiek? |
|
Definition
| Het eigen perspectief innemen als referentiekader en dat van de spreker of luisteraar negeren wat leidt tot miscommunicatie. |
|
|
Term
| Wat zegt de capaciteitstheorie (werkgeheugen capaciteit)? |
|
Definition
- Er bestaan individuele verschillen - Werkgeheugen opslag en verwerking zijn actief betrokken bij taalbegrip - Mensen met een hoog werkgeheugencapaciteit hebben minder last van "mind wandering" en presteren daarom beter op taalbegrip taken. |
|
|
Term
| Wat is de leesspanne in het besproken onderzoek? |
|
Definition
| Het grootste aantal zinnen waarvan ze in meer dan 50% van de gevallen alle eindwoorden kunnen herinneren. |
|
|
Term
| Wat is de operatiespanne in het besproken onderzoek? |
|
Definition
| Het maximale aantal items waarvan de proefpersonen zich alle eindwoorden kunnen herinneren |
|
|
Term
| Wat is discoursverwerking? |
|
Definition
| Het verwerken van korte tekstfragmenten of het verwerken van individuele paragrafen |
|
|
Term
|
Definition
| Gevolgtrekkingen, de informatie van de ene zin moet worden gekoppeld aan de andere zin. Ze worden gevormd omdat bepaalde sleutelwoorden bepaalde concepten activeren. |
|
|
Term
| Wat zijn logische inferenties? |
|
Definition
| Betekenissen van de individuele woorden extraheren en die met elkaar in verbinding brengen |
|
|
Term
| Wat zijn overbruggende inferenties? |
|
Definition
| Het vaststellen van de coherentie tussen het huidige deel van de tekst en het voorgaande |
|
|
Term
| Wat zijn uitgebreide inferenties? |
|
Definition
| Gevolgtrekkingen die je maakt op basis van je eigen kennis |
|
|
Term
| Wat is een anafoor resolutie? |
|
Definition
| Soms moet een voornaamwoord geïdentificeerd worden op basis van een eerder genoemd zelfstandig naamwoord. |
|
|
Term
| Welke 2 stadia van inferenties suggereren oogbewegingsstudies? |
|
Definition
- Koppeling (bonding) - Oplossing (resolution) |
|
|
Term
| Wat is koppeling (bonding) bij inferenties? |
|
Definition
| Automatische activatie van woorden uit de vorige zin |
|
|
Term
| Wat is oplossing (resolution) bij inferenties? |
|
Definition
| De gehele interpretatie is consistent met de algemene contextuele informatie |
|
|
Term
| Welke 2 benaderingen zijn er voor het maken van inferenties? |
|
Definition
- Constructionistische benadering - Minimalisme hypothese |
|
|
Term
| Wat is de constructionistische benadering bij inferenties? |
|
Definition
| Begrip vereist actieve betrokkenheid. Lezers creëren een compleet mentaal model van de situatie en de gebeurtenissen. Deze benadering is het meest geschikt als men leest voor het plezier of men aan kennisverwerving doet. |
|
|
Term
| Wat is de minimalisme hypothese bij inferenties? |
|
Definition
| Inferenties zijn automatisch of strategisch (doelgericht). Deze methode wordt waarschijnlijk gebruikt bij snellezen, een gebrek aan globale coherentie in de tekst en als de lezer weinig achtergrondkennis heeft. |
|
|
Term
| Wat is belangrijk bij verhaalverwerking? |
|
Definition
| Dat men een mentale representatie kan genereren |
|
|
Term
|
Definition
| Goed geïntegreerde pakketten kennis over de wereld, gebeurtenissen, mensen en acties. Ze stellen ons in staat om verwachtingen te vormen. |
|
|
Term
| Waar bestaan schema's uit? |
|
Definition
- Scripts (kennis over gebeurtenissen en de consequenties daarvan) - Frames (kennisstructuren gerelateerd aan een specifiek aspect van de wereld) |
|
|
Term
|
Definition
- Theorie van Bartlett - Brewer & Treyens
Schematheorieën slaan op verhaalverwerking. |
|
|
Term
| Wat is de theorie van Bartlett? |
|
Definition
Schema's helpen bij verhaalbegrip. Er is sprake van rationalisatie (begripsfouten die gemaakt worden om verhalen te laten passen bij de verwachting). Rationalisatiefouten zijn hiervan het gevolg.
(Experiment verhaal lezen en koppelen adjectieven, Hitler) |
|
|
Term
| Wat is de theorie van Brewer & Treyens? |
|
Definition
| Ze bestudeerden schema gedreven geheugenfouten. Men herinnerde in een experiment meer schema consistente dan inconsistente objecten. |
|
|
Term
| Wat is het gebeurtenisindexeringsmodel? |
|
Definition
Verhaalverwerking, lezers monitoren 5 onafhankelijke aspecten van een situatie. Als er discontinuïteit optreedt in een van deze vijf aspecten vereist dit meer verwerkingskracht.
1. Protagonist (het centrale karakter van de huidige gebeurtenis, vergeleken met een vroegere gebeurtenis) 2. Tijdelijkheid (De tijden waarin huidige vergelijking met de vorige gebeurtenissen plaatsvindt) 3. Causaliteit (De causale relatie tussen de huidige en de voorgaande gebeurtenis) 4. Ruimtelijkheid (Ruimtelijke setting van het huidige t.o.v. de vorige gebeurtenis) 5. Intentionaliteit (Het doel van een karakter in relatie tot de huidige gebeurtenis) |
|
|