Term
|
Definition
| vrijplaats, asiel, toevluchtsoord |
|
|
Term
|
Definition
| Uitlokken van insult voor behandelen van schizofrene patiënten. Geïnspireerd door epilepsie-aanvallen, nog steeds belangrijke behandeling. Sinds 1940: curariseren |
|
|
Term
|
Definition
| Belangrijk bij elektroshock therapie. Is een epileptische aanval. dit is genezend |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| deeltje van de hersenen kapot maken door boring. Egas Moniz: Portugees neurochirurg won nobelprijs geneeskunde (1941). Later ice-pick lobotomy -> snelle lobotomie (Freeman) |
|
|
Term
|
Definition
| komen meestal voor bij psychotische stoornissen maar kunnen ook voorkomen bij stemmingsstoornissen, middelenmisbruik, persoonlijkheidsstoornissen, dementie |
|
|
Term
|
Definition
| oa schizofrenie maar ook heel wat andere. Zijn gekenmerkt door de aanwezigheid van psychose |
|
|
Term
|
Definition
| gewoon gedrag + positieve symptomen |
|
|
Term
|
Definition
| soorten symptomen, dit zijn er 5 bij Schizofrenie |
|
|
Term
|
Definition
| denkstoornis, vaststaande overtuigingen die niet vatbaar zijn voor feiten die ermee in tegenspraak zijn. Niet passend binnen een cultuur of religie. Zelden heeft een patiënt inzicht in zijn wanen |
|
|
Term
|
Definition
| Iemand heeft de overtuiging dat hem/haar kwaad zal berokkend worden, dat hij of zij zal worden aangevallen, door een persoon, organisatie of andere groep mensen. Meest voorkomende waan, wordt als zeer bedreigend ervaren |
|
|
Term
|
Definition
| iemand heeft de overtuiging dat bepaalde gebaren, opmerkingen, signalen uit de omgeving enzovoort ana de betrokkene zelf gericht zijn. |
|
|
Term
|
Definition
| Iemand heeft de overtuiging dat gij of zij uitzonderlijke kwaliteiten, rijkdom of roem bezit |
|
|
Term
|
Definition
| iemand is er ten onrechte van overtuigd dat iemand anders verliefd is op hem/haar |
|
|
Term
|
Definition
| stoornissen van de waarneming zintuigelijke ervaringen die plaatsvinden zonder dat er een externe stimulus is. Zijn levendig en helder, hebben net zoveel kracht en maken net zoveel indruk als normale waarnemingen en staan niet onder controle van de wil. Zelden heeft de patiënt er inzicht. |
|
|
Term
|
Definition
| enkelvoudige (vb bellen, kraken, kauwgeluiden) versus stemmen (woorden zinnen conversaties in 2e en 3e persoon. reps tegen of over de patient |
|
|
Term
|
Definition
| vorm van auditieve hallucinatie, cave, 2e persoon, aanzet tot zelfmoord of moord. Erg belangrijk in forensische psychiatrie |
|
|
Term
|
Definition
| enkelvoudig versus taferelen |
|
|
Term
|
Definition
| vaak van onderwerp veranderen |
|
|
Term
|
Definition
| antwoorden slechts zijdelings met vraag te maken |
|
|
Term
|
Definition
| verbanden maken zonder dat het geheel zin heeft |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| versperring in het denken |
|
|
Term
|
Definition
| wanen + hallucinaties + gedesorganiseerd denken, symptonen die naders niet heeft, ze zijn er bij gekomen (teveel dopamine mesolimbisch) |
|
|
Term
|
Definition
| te veel aan dopamine frontaal |
|
|
Term
|
Definition
| opvallende afname van reactiviteit op de omgeving |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| volharden in een rigide, ongepaste of bizarre lichaamshouding |
|
|
Term
|
Definition
| volledig gebrek aan verbale en motorische responsen |
|
|
Term
|
Definition
| doelloze en buitensporige motorische activiteit zonder duidelijke aanleiding |
|
|
Term
|
Definition
| staren, grimassen, mutisme, echolalie (het nazeggen van alles wat gezegd wordt) |
|
|
Term
|
Definition
| vermindering in de expressie van emoties in het gezicht, het oogcontact, de intonatie bij het spreken (prosodie) en in de beweging van handen, hoofd en gezicht, die normaal gesproken emotionele kracht bijzetten aan de spraak |
|
|
Term
|
Definition
| afname in de hoeveelheid en door de betrokkene zelf geinitieerde doelgerichte activiteiten |
|
|
Term
|
Definition
| vermindering van de spraakproductie |
|
|
Term
|
Definition
| verminderd vermogen om te genieten van positieve stimuli |
|
|
Term
|
Definition
| schijnbaar gebrek aan belangstelling voor sociale interacties of gevolg van beperkte mogelijkheden tot sociale interacties |
|
|
Term
|
Definition
| zowel een psychiatrische ziekte als middelenmisbruik |
|
|
Term
|
Definition
| te vroeg heengaan van de geest (Kraeplin) |
|
|
Term
|
Definition
| voordat de symptomen doorbreken |
|
|
Term
|
Definition
| eerste symptomen breken door, nog geen ziekte |
|
|
Term
|
Definition
| schizofrenie komt tot uiting, men is 'een stukje kwijt' |
|
|
Term
|
Definition
| gekenmerkt door enkele relapses |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| de leer en het ontstaan van ziekten en plagen |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| bestuderen van de oorzaak, het ontstaan |
|
|
Term
|
Definition
| middelen (neuroleptica) tegen psychose (ernstige geestesziekte) = antipsychotica |
|
|
Term
|
Definition
| blokkade dopamine -> controle over positieve symptomen ('5à -> paul janssen) |
|
|
Term
|
Definition
| controle over beide symptomen (+ en _), blokkeren zowel de dopamine als de serotonine -> Paul Janssen |
|
|
Term
| extra-pyramidale symptompen |
|
Definition
| onafhankelijk van de wil (niet kunnen stilzitten vb.) |
|
|
Term
|
Definition
| symptoom na 10 jaar, tong niet meer in de mond kunnen houden |
|
|
Term
|
Definition
| historisch, clozapine, eerste serotonine 2A blokker, benaming = atypische antipsychotica versus typische (dopamine blokker, behandelt endel de positieve symptomen) |
|
|
Term
|
Definition
| verhoogde suiker, cholesterol en buikvet door medicijnen |
|
|
Term
|
Definition
| de inspuitbare vorm van de medicatie, zo blijft het voor een maan in je bloed |
|
|
Term
|
Definition
| patienten die hun medicatie niet nemen, vaak door geen ziekte-inzicht, bijwerkingen, onvoldoende werking |
|
|
Term
|
Definition
| neuroleptic induced defecit disorder -> syndroom door te lang inname van antipsychotica |
|
|
Term
|
Definition
| educatie van een persoon met psychopathologisch ziektebeeld over aspecten van de ziekte, met de bedoeling de behandeling en de rehabilitatie te verbeteren |
|
|
Term
| cognitieve gedragstherapie |
|
Definition
| problem-oriented en solution-focused (gesprek heel erg beperken tot: wat is uw probleem en wat kunnen we voor u doen?) |
|
|
Term
|
Definition
| gewone procedure of spoedprocedure |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| een verzoekschrift dr. de belandhebbenden naar het parket, politie meestal vraag naar attest van de dokter. Dan beslissen het parket en de politie met de arts of ze het de moeite vinden om er mee door te gaan. Na 10 dagen moet dan beslist worden. Observatie 40 dagen. |
|
|
Term
|
Definition
| In Spoedeisende gevallen, procureur des Konings beslist tot observatie in minder dan 24u, procureur (parket) geeft arts opdracht tot onderzoek. Uitspraak door vrederechter max 10 dagen na het opstarten van de procedure. Observatie 40 dagen |
|
|
Term
| persoonsgevbonden factoren |
|
Definition
| biologische factoren (hormonen) + pscyhologische factoren (bv stress) |
|
|
Term
|
Definition
| gebeurtenissen, seizoenen, middelen |
|
|
Term
| abnormaliteit van de stemming |
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| de periode waarin zich depressieve symptomen voordoen. Versus manische episode en hypomane episode |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
| disruptieve stemmingsdisregulatieestoornis |
|
Definition
| nieuwe categorie, vanuit het feit dat in de VS deze kinderen vaak diagnose 'bipolaire stoornis' gesteld werd, maar op latere leeftijd meestal eerder depressieve en angststoornissen (bij kinderen: vooral woede-uitbarstingen en geirriteerde stemming, gedurende 1 min jaar. prevalentie 2-5% |
|
|
Term
| majeure depressieve stoornis |
|
Definition
| eenmalige of recidiverende depressieve episodes |
|
|
Term
| persistente depressieve stoornis |
|
Definition
| van lange duur, meer dan 2 jaar dysthyme stoornis. (de dysthyme stoornis of dysthymie is een psychische aandoening, een lichte vorm van depressie die zich gekenmerkt door een gebrek aan plezier en genoegen in het leven en die minimaal 2 jaar duurt) |
|
|
Term
| premenstruele dysfore stoornis |
|
Definition
| tijdens de meeste menstruele cycli, min. 5 symptomen, in laatste week voor aanvang menstruatie, afnemend na menstruatie. Vroeger PMS genoemd (dyfoor= boos, geprikkeld) |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| oorzakenleer van de ziekteleer |
|
|
Term
|
Definition
DEPRESSIE (= hypothalamus-pituitary-adrenocortec as) Hypothalamus hypofyse bijnierschors as het stress response systeem hier bedoeld, is de hypothalamus-pituitary-adrenocortex as, ofwel de HPA-as. Dit stress systeem wordt actief bij de aanpassing aan langdurige stress situaties. Het houdt de stress reacties in stand en voorkomt tegelijk |
|
|
Term
|
Definition
| leuke dingen worden niet herinnerd (houdt depressie in stand) |
|
|
Term
|
Definition
| vooral aandacht voor 'negatied' beladen items (instandhoudend voor depressie) |
|
|
Term
|
Definition
| zeer moeilijk om te denken aan leuke, toekomstige zaken (houdt depressie in stand) |
|
|
Term
| Impaired facial recognition |
|
Definition
| als het ware niet in staat om lachende gezichten te herkennen, deficit in frontale cortex (kunnen als het ware niet of moeilijk getroost worden door mensen) |
|
|
Term
|
Definition
| het 5R-model (Response, remissie, relapse, recovery, recurrence- met 3 fasen: de acute fase van behandeling, de continuering van behandeling en de onderhoudsfase van behandeling |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| de episode stopt maar daarom niet de behandeling |
|
|
Term
|
Definition
| het verminderen of afnemen van ziektesymptomen, ook die periode gedurende welke die plaats vindt |
|
|
Term
|
Definition
| normaal - compensatie - decompensatie - depressie (model van ugent) |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| inzicht in de pathologie voor patiënt en zijn omgeving. Therapiegetrouw zodanig dat de patiënt de medicatie correct gebruikt |
|
|
Term
|
Definition
| verhogen de serotonine en noradrenaline in de synaptische spleet, want die is laag bij depressie |
|
|
Term
| tricyclische antidepressiva of TCA's |
|
Definition
| medicatie die serotonine in synaptische spleet verhoogt of effect heeft op post-synaptische receptoren. Werkzaam en goedkoop. Massa's bijwerkingen. bv Anafranil |
|
|
Term
|
Definition
| SSRI, NRI, SNRI, NDRI, NaSSA, melatonine agonisten |
|
|
Term
|
Definition
| Selectieve Serotonine Reuptake Inhibitoren bv Prozac, ze zorgen ervoor dat de heropname van serotonine afgeremd wordt, het blijft dus allemaal in de synaptische spleet hangen |
|
|
Term
|
Definition
| noadrenerge reuptake inhibitoren vb rebotexine |
|
|
Term
|
Definition
| Serotonine noradrenalinge reuptake inhibitoren (werkt in op zowel serotonine als noradrenaline) bv Cymbalta |
|
|
Term
|
Definition
| Noradrenaline Dopamine Reuptake Inhibitoren. (het enige middel die geen serotinerge bijwerking heeft. geen libido verlaging dus) |
|
|
Term
|
Definition
| noradrenerge en specifiek serotonerge antidepressiva bv mirtazapine |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| Elektro Convulsion therapy, neurogenese |
|
|
Term
|
Definition
| Repetetive Magnetic Stimulation, via magnetisch veld elektrische stromen in het brein |
|
|
Term
|
Definition
| Vagal Nerve Stimulation, invasief, inplanting batterij die nervus vagus stimuleert |
|
|
Term
|
Definition
| Deep Brain Stimulation, zeer invasief. Veel risico, nog in experimentele fase. Men brengt een batterij in onder het sleutelbeen |
|
|
Term
| cognitieve gedragstherapie |
|
Definition
| opsporen en remediëren van denkfouten en gedragsproblemen |
|
|
Term
| Interpersoonlijke psychotherapie |
|
Definition
| Symptoomgerichte therapie met veel nadruk op verband tussen depressieve klachten en het functioneren in relaties. Nadruk ligt op het heden en niet op intrapsychische conflicten |
|
|
Term
|
Definition
| de vader van de psychiatrie |
|
|
Term
|
Definition
| ten minste een week of een ziekenhuisopname, voldoende ernstig met beperkingen |
|
|
Term
|
Definition
| ten minste 4 dagen, veranderingen in het functioneren |
|
|
Term
|
Definition
| nog ernstiger dan de manie |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| vanaf als er 1 manische periode aanwezig is (niet hypomanisch) de patiënt is de helft van de tijd in een episode |
|
|
Term
|
Definition
| min 1 hypomanie, maar geen manie, voor 1 hypomane dag zijn er 37 depressieve dagen |
|
|
Term
|
Definition
| persoon zit altijd in een episode, ofwel lichte depressie ofwel lichte manie |
|
|
Term
|
Definition
| de voorgeschiedenis van een ziekte zoals deze is te construeren uit mededelingen van andere personen dan de patiënt zelf, zoals familieleden |
|
|
Term
|
Definition
| een stemmingstoornis die gekarakteriseerd wordt door een algemene neerslachtigheid en een gebrek aan interesse in normale activiteiten. Dysthemie onderscheidt zich van een depressieve stoornis doordat de depressie minder diep is en een lange duur van min 2 jaar heeft |
|
|
Term
|
Definition
| lithium, anti-epileptica en antipsychotica |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| normale reactie op een angstopwekkende prikkel |
|
|
Term
|
Definition
| ongewoon intens (niet in verhouding met stimulus), buitengewoon langdurig, angst zonder prikkel |
|
|
Term
|
Definition
| droge mond, slikproblemen, buikpijn, diaree,... |
|
|
Term
|
Definition
| heeft met de ademhaling te maken |
|
|
Term
|
Definition
| hartkloppingen, ongemak op de borst |
|
|
Term
|
Definition
| erectie-stoornissen, uitblijven van maandstonden,... |
|
|
Term
|
Definition
| bij oppervlakkig ademen zit er teveel CO2 in het lichaam, waardoor de H+ concentratie in het lichaam zal veranderen (zuurtegraad) |
|
|
Term
|
Definition
| Generaliseerde angsttoornis |
|
|
Term
|
Definition
| sociale fobie/ angststoornis |
|
|
Term
|
Definition
| angst voor paniekaanval. (1) angst om niet te kunnen ontsnappen.(2) kan vermeden worden of met een groot lijden ondergaan, (3) niet toe te schrijven aan een andere psychische stoornis |
|
|
Term
|
Definition
| negatief affect, chronisch overbezorgd, gevoel van oncontroleerbaarheid, naar bedreiging georienteerd |
|
|
Term
|
Definition
| schakelstation voor zintuigelijke info |
|
|
Term
|
Definition
| snelle verwerking van info (unthinking response) -> high road, zie artikel 71 in het strafwetboek |
|
|
Term
|
Definition
| alles komt in BWZ (thinking response) -> lowroad |
|
|
Term
|
Definition
| aangemaakt in het bijniermerg, snel, activeert de zenuwen (gevaar) |
|
|
Term
|
Definition
| aangemaakt in de bijnierschors, traag, geactiveerd door NTM (periode van dreiging) |
|
|
Term
|
Definition
| obsessieve compulsieve stoornis |
|
|
Term
|
Definition
| obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| obsessies (wasdrang, controledwang, agressie/seksuele/religieuze obsessie, symmetrie-obsessie) |
|
|
Term
|
Definition
| compulsies, herhalend gedrag om het lijden te verminderen |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| kindjes die door een bepaalde soort keelontsteking extreme OCD ontwikkelen, dit is moeilijk te behandelen |
|
|
Term
|
Definition
| een probe wordt bij een wakkere patient ingebracht om de regio met OCD te vernietigen |
|
|
Term
|
Definition
| reeks van patronen van seksuele opwinding die afwijken van de gebruikelijke gedragingen,... ahv niet menselijke objecten, kinderen |
|
|
Term
|
Definition
| verzamelstoornissen online |
|
|
Term
| reactieve hechtingsstoornis |
|
Definition
| onderontwikkelde hechting tussen kind en volwassene door te weinig verzorging |
|
|
Term
|
Definition
| actief benaderen van onbekende volwassenen door te weinig verzorging |
|
|
Term
|
Definition
| extreem sensorisch gevoelig om bedreigingen goed waar te kunnen nemen (meer dan normaal) |
|
|
Term
|
Definition
| vervreemding van psychische processen of het eigen lichaam |
|
|
Term
|
Definition
| lijkt alsof omgeving niet echt is |
|
|
Term
|
Definition
| eye movement desensitisation reprocessing: repetitieve beweging uitvoeren + over trauma vertellen vermindert de symptomen van een PTSS |
|
|
Term
|
Definition
| hoeveelheid patienten dat wordt behandeld op de hoeveelheid patienten met de ziekte |
|
|
Term
|
Definition
| verslaving ligt aan de opvoeding |
|
|
Term
|
Definition
| verslaving ligt aan het verslavende potentieel van stof |
|
|
Term
|
Definition
| verslaving ligt aan het symptoom van karakterneurose |
|
|
Term
|
Definition
| er bestaan premorbiede verschillen op biologisch en psychologisch vlak |
|
|
Term
|
Definition
| gedragstherapie kan verslavingen ook gunstig beinvloeden (gebruikt-overmatig gebruik-misbruik- verslaving) |
|
|
Term
|
Definition
| bij het stoppen van gebruik van een middel is er sprake van bewustzijnsstoornissen en veranderingen in cognitieve functies. opkorte tijd fluctueert dit allemaal |
|
|
Term
|
Definition
| heterologe receptoren geven bij activatie een signaal op het einde van de cel, waardoor daarna de doelreceptor geactiveerd wordt. Stoffen die dopamine vrijmaken: GABA, opiaten, Ach, anandamine |
|
|
Term
|
Definition
| sommige stoffen werken direct in op de receptor van de NTM die geactiveerd moet worden, zoals amfetamine, dopamine, cocaïne en cannabis |
|
|
Term
|
Definition
| beloningssysteem in het brein |
|
|
Term
|
Definition
| cocaine, amfetamine, anorexanria, decongestiva |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| heroine, mofine, fenatyl, codeine |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| een poging. opzettelijk, niet-fataal en niet-habitueel. Doodswens moet niet aanwezig zijn. |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| eerst gedachten, concrete plannen, evt suicide |
|
|
Term
|
Definition
| stressreactie als gevolg van een stoornis in de aanpassing. Persoon kan met belangrijke levensgebeurtenissen niet omgaan |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| tijdelijk en toestandsgebonden |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| flexibiliteit wordt steeds minder |
|
|
Term
|
Definition
| gedachten blijven herkauwen |
|
|
Term
|
Definition
| geheugen over jezelf, is niet hetzelfde als semantische geheugen |
|
|
Term
|
Definition
| instrument psychosociale evaluatie en opvang (spoedopname en bij psycholoog) |
|
|
Term
|
Definition
| waarschuwingssignalen en copingsstrategieen |
|
|
Term
|
Definition
| onvrede met de seksualiteit |
|
|
Term
|
Definition
| heeft er last van, er is een blokkade |
|
|
Term
|
Definition
| excitatie - plateau- orgasme- resolutie (masters en johnson) |
|
|
Term
|
Definition
| desire - excitation - orgasme ) resolutie |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| verkramping van de vagina |
|
|
Term
|
Definition
| uitleg geven gaat als volgt: 1; situationele en proximale factoren, 2. individuele kwestbaarheid en distale factoren, 3. gezondheidsgerelateerde symptomen |
|
|
Term
|
Definition
| geen orgasme kunnen krijgen (vrouwen: genoeg testen!) |
|
|
Term
|
Definition
| associatie seksuele opwinding en voorwerpen, pijn of mensen tegen de wil |
|
|
Term
|
Definition
| vrouw wordt enkel opgewonden bij verstikking |
|
|
Term
|
Definition
| inherente representatie van de ideale geliefde en de ideale seksuele verhouding |
|
|
Term
|
Definition
| abnormale lovemap door een abnormale ervaring in de periode dat die lovemap wordt gevormd (adolescentie) |
|
|
Term
|
Definition
| gender identiteitsstoornis = gender identity disorder = transseksualiteit = gender dysphoria |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| kleren van het ander geslacht aandoen (jongens: ondergoed vs GID kinderen: bovenkleding) -> vorm van unmasculinity/unfemininity |
|
|
Term
|
Definition
| wantrouwen en achterdocht: wereld is niet betrouwbaar (A: meest afwijkend, raar) |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| sociale beperkingen en eigenaardig (A) |
|
|
Term
|
Definition
| niet conform, oneerlijk (B: in de knoop, meer impulsief) |
|
|
Term
|
Definition
| verleidend, aandacht vragen (B) |
|
|
Term
|
Definition
| superieur, onbeperkt, arrogant (B) |
|
|
Term
|
Definition
| instabiel in gemoedsleven, instabiel in relationeel leven, psychotisch en neurotisch (B) |
|
|
Term
|
Definition
| vermijder (C: minst afwijken, wel lijden) |
|
|
Term
|
Definition
| onderworpen, angst voor vreemden (C) |
|
|
Term
|
Definition
|
|