Shared Flashcard Set

Details

Ontwikkelingspsychologie II: HS 5
Schooljaar 2016-2017, UGent
21
Psychology
Not Applicable
01/20/2017

Additional Psychology Flashcards

 


 

Cards

Term
Als men spreekt over het tonen van karakter wat bedoelen ze dan?
Definition
Een expliciete oproep tot meer zelfdiscipline en verantwoordelijkheid nemen voor het eigen gestelde gedrag. Personen met karakter handelen verantwoordelijk, vertonen wilskracht en zelfdiscipline. Er is een grote mate van zelfbeheersing.
Term
Wat is effortful control?
Definition
Mate waarin kinderen een dominante respons kunnen onderdrukken
Term
Met welke kanttekeningen komt de implicatie dat zelfbeheersing de kerndoelstelling van socialisatie is?
Definition
- Schuldgevoel en zelfbeheersing zijn twee handen op één buik
- Zelfbeheersing is per definitie "gemoetiveerd"
- Moreel gedrag is niet intrinsiek gemotiveerd
- Zelfbeheersing ontstaat pas na externe controle
- Personen met een gebrekkige zelfbeheersing dienen geresponsabiliseerd te worden
Term
Wat is schuld volgens Kochanska en ZDT?
Definition
- Kochanska: het ervaren van schuld is iets dat hand in hand gaat met normconformgedrag, wat getuigt van zelfbeheersing. Schuld is het gevolg van gedrag (reactief).
- ZDT: (anticipatie) van schuld is de oorzaak van het stellen van gedrag (proactief). ZDT wil gevoelens van schuld vermijden wat de drijfveer is van het stellen van moreel gedrag.
Term
Wat is gedwongen zelfbeheersing?
Definition
In verwachting van beloning/straf of om schaamte/schuld te vermijden.
Term
Wat is vrijwillige zelfbeheersing?
Definition
Als we de redenen van het niet uitvoeren van gedrag geïnternaliseerd hebben. Dit zijn vaak persoonlijke/zinvolle redenen of vanuit interesse. Bij zelfbeheersing is er dus soms sprake van een gevoel dat we politie agent zijn van ons eigen functioneren (= moetivatie).
Term
Hoe kan moreel gedrag verklaard worden?
Definition
Een aangeboren sensitiviteit voor moraliteit. Empathie is hard-wired, het is neurofysiologisch gereguleerd en wordt ontlokt door emotionele besmetting.
Term
Wat zijn de randvoorwaarden voor stadiummodellen?
Definition
- Structurele eenheid (het menselijk functioneren wordt op elk specifiek moment slechts beïnvloed door één enkel stadium)
- Lineair-sequentieel karakter (iedereen doorloopt op een analoge, stapsgewijze manier dezelfde reeks stadia in zijn ontwikkeling)
- Onomkeerbaarheid (zodra een stadium is gepasseerd is er geen terugval naar een lager niveau meer mogelijk)
Term
Wat zegt de ZDT over de structurele eenheid voorwaarde?
Definition
Ieder mens vertoont op verschillende momenten een mix van gedragsmotieven. Menselijk gedrag is multigedetermineerd. De verschillende motieven die mensen hebben voor een bepaald gedrag is het motivatieprofiel.
Term
Wat zegt de ZDT over de lineair-sequentieel karakter voorwaarde?
Definition
Men kan zich ook spontaan aangetrokken voelen tot een intrinsieke activiteit. Daarvoor hoeft niet altijd eerst een externe druk aan vooraf te gaan. Ook kan men direct de zinvolheid van een bepaald gedrag inzien.
Term
Wat zegt de ZDT onomkeerbaarheid voorwaarde?
Definition
Terugval langs het ZDT continuüm is wel mogelijk. Eigenaarschap of plezier is geen definitieve verworvenheid maar dient blijvend ondersteund te worden door behoeftebevredigende omgeving.
Term
Is de ZDT een stadiummodel of een fasetheorie?
Definition
De ZDT is een fasetheorie.
Term
Wat is gedoseerde druk (volgens de attributietheorie)?
Definition
Minimale hoeveelheid druk is van belang om het kind aan te sporen, maar het mag niet het geval zijn dat het kind zijn gedrag toeschrijft aan de opgevoerde druk. Dit leidt tot de onrechtvaardigingshypothese.
Te veel druk: externe attributie
Te weinig druk: geen gedrag

(Voor de groep ongemotiveerde mensen waarbij externe druk wel van belang is)
Term
Wat is de onrechtvaardigingshypothese?
Definition
Indien de externe factoren niet voldoende saillant zijn, wordt het gedrag toegeschreven aan interne factoren, wat het internalisatieproces als gevolg heeft.
Term
Wat is zelfbeheersing?
Definition
Zelfbeheersing leidt tot ego-uitputting, maar minder bij vrijwillige zelfbeheersing. Het verwerven van zelfbeheersing en internalisatie is geen spontane evolutie en vereist veel externe sturing.
Term
Waar komt gedwongen zelfbeheersing uit voort?
Definition
Het komt voort uit een expliciete oproep van socialisatiefiguren naar meer zelfbeheersing (nu ophouden met slaan), waarbij wordt ingespeeld op schuldmotieven waardoor eigenwaarde op het spel wordt gezet.
Term
Waar komt vrijwillige zelfbeheersing uit voort?
Definition
Als men aandacht schenkt aan de redenen waarom kinderen hun zelfbeheersing verliezen, dit is terug te koppelen aan gefrustreerde behoeftes.
Term
Wat zegt het klassieke ontwikkelingspsychologisch perspectief over socialiseren?
Definition
Het leren van een schuldgevoel te ervaren als men maatschappelijke normen overtreedt.
Term
Wat zegt het ZDT over socialiseren?
Definition
Scialisatiefiguren moeten de moraliteit stimuleren door exploratiedrang te ondersteunen. Het ervaren van schuld kan informatief zijn maar is slechts een tussenpunt naar morele ontwikkeling. ZDT ontkent belang zelfbeheersing niet. Mensen zijn NIET impulsief dus hoeven niet voortdurend zelfbeheersing uit te voeren.
Term
Wat is het klassieke ontwikkelingspsychologisch perspectief op groei vs deficit modellen?
Definition
- Mensbeeld: Egocentrisch
- Jong kind: Premoreel
- Moraliteit: Schuldgedreven zelfbeheersing (geweten)
- Energetisch karakter: Energieverslindend
- Socialisatiebenadering: Externe sturing, installeren van geweten, oproepen tot zelfbeheersing
Term
Wat is het ZDT perspectief op groei vs deficit modellen?
Definition
- Mensbeeld: Prosociale natuur
- Jong kind: Intrinsiek moreel
- Moraliteit: Oprechte empathie en vrijwillig prosociaal gedrag
- Energetisch karakter: Energieconverserend en potentieel energievrijmakend
- Socialisatiebenadering: Voeden, faciliteren via behoefteondersteunende aanpak
Supporting users have an ad free experience!