Term
| Wat is intrinsieke motivatie? |
|
Definition
| Het uitvoeren van een activiteit omdat deze op zichzelf genotsvol of interessant is. Belonen van intrinsiek gemotiveerde activiteiten gaat afhankelijk van de soort beloning gepaard met een afname van het gedrag. |
|
|
Term
| Waar gaat intrinsieke motivatie mee gepaard? |
|
Definition
- Flowervaring (gevoel van sterke betrokkenheid en volledige toewijding aan de taak) - Meer dan genotservaring (De activiteit gaat samen met een diepe en oprechte interesse) - Autonomie (het uitvoeren van de taak gaat gepaard met gevoelens van autonomie en psychologische vrijheid) |
|
|
Term
| Hoe dragen de 3 ZDT-behoeften bij aan het versterken van intrinsieke motivatie? |
|
Definition
- Autonomie: socialisatiefiguren kunnen aanzetten tot (of belemmeren van) exploratie, wat autonomie ondersteunt - Competentie: kinderen doen het liefst de dingen dat ze goed in zijn, ouders kunnen dit stimuleren door positieve feedback te geven als een kind een taak uitvoert. - Relationele verbondenheid: over het algemeen voeren we intrinsiek gemotiveerde taken zelf uit maar de aanwezigheid van anderen of het voorstel van anderen om iets uit te voeren kan wel leiden tot voortzetten van het gedrag |
|
|
Term
| Wat is essentieel bij het handhaven van intrinsieke motivatie? |
|
Definition
| Autonomie en competentie. Verbondenheid met andere kan het plezier verhogen maar is geen voorwaarde. |
|
|
Term
| Wat is extrinsieke motivatie? |
|
Definition
| Het uitvoeren van een activiteit om een uitkomst te bereiken die buiten de activiteit zelf gelegen is. Extrinsieke motivatie is niet altijd gedwongen/niet-autonoom maar wel altijd instrumenteel. |
|
|
Term
| Wat is de interne causaliteitslocus? |
|
Definition
| Alle mensen voeren activiteiten uit omdat die hen boeien hebben ze het gevoel dat het gedrag uit henzelf komt (= origin of behaviour) |
|
|
Term
| Wat is externe causaliteitslocus? |
|
Definition
| Mensen hebben het gevoel een pion op een schaakbord te zijn. Ons gedrag wordt gestuurd door anderen. Dit zou gepaard moeten gaan met een verminderd gevoel van autonomie. |
|
|
Term
|
Definition
| Het proces waarbij we externe overtuigingen of attitudes ons eigen maken is de belangrijkste factor bij eigenaarschap verwerven. Er is een mentaliteitsverandering nodig om steeds een gevoel van autonomie te houden. |
|
|
Term
| Wat zijn de types motivatie? |
|
Definition
Externe motivatie
- Amotivatie
- Externe regulatie
- Geïntrojecteerde regulatie
- Geïdentificeerde regulatie
- Geïntegreerde regulatie
Intrinsieke motivatie:
- Intrinsieke regulatie |
|
|
Term
| Wat zijn de kenmerken van amotivatie? |
|
Definition
- Gebrekkige capaciteit - Niet geïnternaliseerd - Demotivaite (niet kunnen) - Geen drijfveer - Helemaal niet zelfgedetermineerd |
|
|
Term
| Wat zijn de kenmerken van externe regulatie? |
|
Definition
- Externe druk - Niet geïnternaliseerd - Gecontroleerde motivatie (moetivatie) - Externe drijfveer - Beetje zelfgedetermineerd |
|
|
Term
| Wat zijn de kenmerken van geïntrojecteerde regulatie? |
|
Definition
- Interne druk - Partieel geïnternaliseerd - Gecontroleerde motivatie (moetivatie) - Externe drijfveer - Beetje meer zelfgedetermineerd |
|
|
Term
| Wat zijn de kenmerken van geïdentificeerde regulatie? |
|
Definition
- Persoonlijke zinvolheid - Bijna volledig geïnternaliseerd - internedrijfveer - Half zelfgedetermineerd |
|
|
Term
| Wat zijn de kenmerken van geïntegreerde regulatie? |
|
Definition
- Volledige harmonie - Volledig geïnternaliseerd - Autonomie motivatie (goesting, zin) - Interne drijfveer - Veel zelfgedetermineerd |
|
|
Term
| Wat zijn de kenmerken van intrinsieke regulatie? |
|
Definition
- Intrinsieke regulatie - Passie/plezier - Internalisatie niet nodig - Interne drijfveer - Helemaal zelfgedetermineerd |
|
|
Term
| Wat is externe regulatie? |
|
Definition
| De activiteit wordt uitgevoerd of een regel wordt gerespecteerd aan externe verwachtingen te voldoen, een beloofde beloning te verkrijgen of om straf te vermijden. Dit is vervat binnen de externe causaliteitslocus. |
|
|
Term
| Wat zijn tastbare externe factoren? |
|
Definition
|
|
Term
| Wat zijn niet tastbare factoren? |
|
Definition
| Socialisatiefiguren die emotionele druk uitoefenen (als...dan...-strategie) |
|
|
Term
| Wat is interne regulatie? |
|
Definition
| We zetten onszelf onder druk om bepaalde dingen gedaan te krijgen, komt overeen met het geïntrojecteerde regulatie in het schema hierboven. |
|
|
Term
|
Definition
| Een type regulatie die vrij gedwongen van aard is. Men voert het gedrag uit om gevoelens van schaamte, schuld of angst te vermijden of het actief nastreven van positieve gevoelens. |
|
|
Term
| Wat is geìdentificeerde regulatie? |
|
Definition
- Men begrijpt het belang van het gedrag en begrijpt dat dit gedrag nodig is om bepaalde doelen te bereiken. - We hebben eigenaarschap over ons gedrag omdat we de gedragsregulatie hebben geïnternaliseerd. - Het gedrag komt overeen met onze persoonlijke aspiraties, hierdoor ervaren we alsnog psychologische vrijheid en staan we volledig achter ons gedrag. |
|
|
Term
| Wat is geïntegreerde regulatie? |
|
Definition
| Verschillende persoonlijk zinvolle activiteiten zijn verankerd of geïntegreerd binnen een coherent systeem van waarden, doelen en motieven. Er is sprake van interne causaliteitsfuncties. |
|
|
Term
| Wat is de integratietheorie van Deci? |
|
Definition
| Men zal sneller gedrag stellen of een regel volgend als die wordt opgedragen door iemand waarmee we ons verbonden voelen. |
|
|
Term
| Wat zijn de 2 categorieën van motivatie? |
|
Definition
Gecontroleerde/gedwongen motivatie: - Externe regulatie - Geïntrojecteerde regulatie
Autonome motivatie: - Geïdentificeerde regulatie (zinvolheid) - Geïntegreerde regulatie (harmonie) - Intrinsieke motivatie (plezier) |
|
|
Term
| Wat is emotionele integratie? |
|
Definition
| Het verwerven van eigenaarschap met betrekking tot de emoties, kinderen moeten leren hun emoties te reguleren. |
|
|
Term
| Wat is emotionele dysregulatie? |
|
Definition
| Als onze emoties ons in hun greep hebben en men volledig overweldigd is door de eigen emoties |
|
|
Term
| Wat wordt door veel theorieën omschreven als een succesvolle vorm van internalisatie? |
|
Definition
| Geïntrojecteerde motivatie. Kinderen zien zichzelf als object van ouderlijke beloning. Kinderen hebben de waarden van de ouders overgenomen en doen aan zelfbekrachtiging en zelfbestraffing om hun gedrag te regulariseren. |
|
|
Term
| Wat is autonomie in termen van onafhankelijkheid? |
|
Definition
Het ontwikkelen van autonomie is een tweevoudige taak: 1. Seperatiefase (kinderen maken zich fysiek en emotioneel los van de ouders) 2. Individuatie/onafhankelijkheid (hier leren kinderen op hun eigen benen te staan) |
|
|
Term
| Wat is autonomie in termen van vrijwillig fucntioneren? |
|
Definition
De psychoanalytische visie maakt onderscheid tussen afhankelijk vs. onafhankelijk, daar waar de ZDT een onderscheid maakt tussen vrijwillig en gedwongen functioneren. Beide autonomie visies zijn onafhankelijk van elkaar. Er zijn 4 combinaties mogelijk: - Gedwongen onafhankelijk - Vrijwillig onafhankelijk - Gedwongen afhankelijk - Vrijwillig afhankelijk |
|
|
Term
|
Definition
- Vrijwillig functioneren is de meest doorslaggevende factor voor welbevinden van kinderen. - Vrijwillig/gedwongen functioneren heeft meer invloed op welzijn dan de mate van afhankelijk of onafhankelijkheid. De mate van onafhankelijkheid is zelfs gecorreleerd met externaliserende problemen. |
|
|
Term
| Wat zijn de gelijkenissen tussen ZDT en Kochanska? |
|
Definition
- Beschouwen internalisatie als een belangrijk proces in het socialiseren van mensen in onze samenleving. - Hebben beide multidimensionale opvattingen (ZDT: extrinsieke motivatie, Kochanska: gehoorzaamheid) |
|
|
Term
| Wat zijn de verschillen tussen de ZDT en Kochanska? |
|
Definition
- Reikwijdte (ZDT heeft een bredere visie) - Doelleeftijd (ZDT heeft aandacht voor alle leeftijdscategorieën) - Conceptuele verschillen (internalisatie volgens Kochanska is aanwezigheid van het gedrag als de socialisatiepersoon niet aanwezig is. Internalisatie volgens ZDT is de mate waarin bepaald gedrag wordt verinnerlijkt.) |
|
|
Term
| Wat is perceptie volgens Kochanska? |
|
Definition
| Een uitdrukking van het internalisatieproces zelf |
|
|
Term
| Wat is perceptie volgens de ZDT? |
|
Definition
| De mate waarin bepaald gedrag wordt verinnerlijkt |
|
|
Term
| Wat zijn de resultaten van het onderzoek naar leeftijdsgebonden ontwikkeling? |
|
Definition
Naarmate kinderen ouder worden: - Externe motivatie daalt - Geïntrojecteerde motieven stijgen - Intrinsieke motivatie blijft gestaag hetzelfde voor alle leeftijden |
|
|
Term
|
Definition
| Relatieve autonomie-index, kennen de verschillende types van mogelijke regulatie een bepaald gewicht toe. |
|
|
Term
| Hoe zit de RAI in elkaar? |
|
Definition
- Intrinsieke motivatie: 2 - Identificatie: 1 - Introjectie: -1 - Externe regulatie: -2
Een gemiddelde score hoger dan 0 betekent meer autonome motivatie. Een score lager dan 0 betekent meet gecontroleerde motivatie. |
|
|
Term
| Wat is de samenhang tussen RAI scores en leeftijd? |
|
Definition
| Naarmate men ouder wordt gaat men de drie maatschappelijke gedragingen steeds meer op een vrijwillige manier uitvoeren. |
|
|
Term
| Wat zeggen Kochanska en ZDT over toenemende leeftijd? |
|
Definition
- Kochanska: met toenemende leeftijd steeds meer sprake van toegewijde gehoorzaamheid - ZDT: met toenemende leeftijd steeds meer sprake van autonoom functioneren |
|
|
Term
| Wat is de sociale domein theorie? |
|
Definition
Maakt onderscheid tussen 4 verschillende soorten normen: - Morele domein - Prudentiële domein - Conventionele domein - Persoonlijke domein
Vooral bij morele en conventionele normen wordt het gezag van ouders door kinderen meer geaccepteerd en meer autonoom nageleefd. Als ouders tussenkomen op persoonlijk domein dan leidt dit tot botsing en conflict. |
|
|
Term
| Wat zijn de verschillende fases van het taakuitvoeringsproces? |
|
Definition
- Voorbereidingsfase (tijdsbeheer, uitstelgedrag, inrichting omgeving) - Uitvoering activiteit (inspanning, verwerkingsstrategieën, betrokkenheid, opgeven) - Prestatiefase (faalangst, spieken, resultaten) - Reactie op evaluatie (attributie, copingsstrategieën, drop-out) |
|
|
Term
| Wat is de voorbereidingsfase van het taakuitvoeringsproces? |
|
Definition
| Verschillen in autonome en gecontroleerde motivatie kunnen de verschillen in uitstelgedrag en tijdsbeheer verklaren. |
|
|
Term
| Wat is de uitvoering van activiteit fase van het taakuitvoeringsproces? |
|
Definition
Het type van motivatie voorspelt ook de wijze waarop de taken aanpakken op 2 verschillende momenten: - Grondigheid - Volharding |
|
|
Term
| Wat is het moment grondigheid bij de uitvoering van activiteit fase? |
|
Definition
- Gecontroleerde moetivatie (we kiezen de weg van de minste weerstand) - Autonome motivatie (meer concentratie en inspanning tijdens de taakuitvoering, grotere betrokkenheid en aandacht, men neemt meer initiatief) |
|
|
Term
| Wat is het moment volharding bij de uitvoering van activiteit fase? |
|
Definition
- Gecontroleerde moetivatie (zodra we het doel bereikt hebben en de controlerende factor wegvalt, dan stoppen we met het uitvoeren van het gedrag) - Autonome motivatie (grotere en aanhoudende inspanning, meer gebruik van taakgerichte copingstrategieën) - Interne verplichting/geïntrojecteerde regulatie (Vergt meer energie dan autonome motivatie, men gebruikt constant zelfspraak om ambivalente gevoelens van opgeven te onderdrukken) |
|
|
Term
| Wat is de prestatiefase van het taakuitvoeringsproces? |
|
Definition
- Gecontroleerde moetivatie: ervaren bedreigende testsituatie. Meer vatbaar voor faalangst, de toets is voor hen een graadmeter voor wat ze waard zijn. Zijn vatbaarder voor onethisch handelen (spieken). - Autonme motivatie: Testsituatie wordt als uitdagend ervaren, plezier bevordert de prestatie |
|
|
Term
| Wat is de reactie op evaluatie fase van het taakuitvoeringsproces? |
|
Definition
- Gecontroleerde moetivatie (defensief functioneren, ervaren veel stress en uitputting van de behoeftes, dit heeft vaak emotionele gevolgen) - Autonome motivatie (Meer ontvankelijk voor mening van anderen, zullen sneller hulp zoeken en beter omgaan met tegenslagen) |
|
|
Term
| Hoe zit het met gedrag in andere situaties? |
|
Definition
- Geïntrojecteerde regulatie zal het kind het gedrag ook in andere situaties vertonen maar dit zal dwingend zijn en onder invloed van de eigen interne kritische stem. - Autonome motivatie moet sprake van zijn als men vrijwillig het gedrag wil stellen in andere situaties |
|
|
Term
| Wat is cross-activiteitstransfer? |
|
Definition
| Het aangeleerde gedrag wordt spontaan uitgebreid naar nieuwe, geassocieerde gedragingen zonder dat de socialisatiefiguren erop aansturen. Dit is enkel mogelijk wanneer we redenen voor het gedrag volledig hebben aanvaard. |
|
|
Term
| Wat is cross-situationele transfer? |
|
Definition
| Uitbreiding van aangeleerd gedrag naar nieuwe situaties. Zal bij externe druk tot weerstand leiden. |
|
|
Term
| Wat is de kerndoelstelling van de ZDT? |
|
Definition
Het versterken van de groeiprocessen van intrinsieke motivatie en internalisatie. Socialisatiefiguren moeten de kinderen helpen om eigenaarschap te krijgen over normen, regels en gedragingen, wat tot talrijke voordelen leidt: - Duurzame verantwoordelijkheidszin - Capaciteit tot zelfregulatie - Receptieve interpersoonlijke houding |
|
|
Term
| Wat is de duurzame verantwoordelijkheidszin bij de kerndoelstelling van de ZDT? |
|
Definition
| Ze gehoorzamen niet enkel omdat het moet, maar omdat ze dat echt zelf willen. |
|
|
Term
| Wat is de capaciteit tot zelfregulatie bij de kerndoelstelling van de ZDT? |
|
Definition
| Kinderen kunnen hun activiteiten beter plannen, kunnen ze zich hier beter aan houden en zullen zelfs stappen zetten die hun ontwikkelingsproces positief beïnvloeden. |
|
|
Term
| Wat is de receptieve interpersoonlijke houding bij de kerndoelstelling van de ZDT? |
|
Definition
| Kinderen worden vlotter in de omgang en zijn minder defensief. |
|
|