| Term 
 
        | Wat betekent prenatale blootstelling aan giftige stoffen tussen 2 weken en 2 maanden na conceptie? En deze zelfde stoffen bij een foetus van ouder dan 2 maanden?   |  | Definition 
 
        | Tussen 2 weken en 2 maanden: ernstige misvorming of overleiden en ná 2 maanden tot een vertraagde ontwikkeling (zoals cognitieve of emotionele problemen bij het kind).   |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Wat zijn is ‘maternale voedingsdeficiënties’ en waar kan dit voor zorgen?   |  | Definition 
 
        | Dit is onevenwichtige voeding van de moeder en het kan zorgen voor minder aanmaak van hersencellen bij het kind.   |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Wat heeft apoptose bij het ongeboren kind te maken met het alcoholgebruik van de moeder?   |  | Definition 
 
        | Omdat alcohol de exciterende neurotrofinen (bijv. neurotransmitters) onderdrukt, dit zorgt ervoor dat er meer inhibitie plaatsvindt dat excitatie (in de hersenen van het ongeboren kind). Hierdoor zijn er minder prikkels, wat voor het afsterven van de hersencellen zorgt (door apoptose).   |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Noem twee postnatale risico’s.   |  | Definition 
 
        | Vitaminetekort (invloed op myelinisatie), zuurstoftekort, giftige stoffen, bilirubine of weinig invloed van de omgeving.   |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Wat zijn de verschillende oorzaken van schade aan de hersenen bij een hersenschudding?   |  | Definition 
 
        | Versnelling/afremming/rotatie   |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Hoe goed kan iemand herstellen van matig letsel (GCS 9-12)?   |  | Definition 
 
        | Variabel en moeilijk voorspelbaar   |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Wat is meningitis? En welke soorten zijn er?   |  | Definition 
 
        | Een infectie van de hersenvliezen: bacteriële en virale   |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Wat kunnen blijvende verschijnselen zijn bij meningitis?   |  | Definition 
 
        | gehoorproblemen, epilepsie, visuele problemen, evenwichtsklachten, concentratie/ leerproblemen, geheugen/ gedragsproblemen, verminderde spierkracht, spasticiteit, lager IQ, hoofdpijn, koorts, nekstijfheid, braken en apathie.   |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Wat is cerebrale parese? En wat is de meest voorkomende vorm?   |  | Definition 
 
        | Een aandoening waarbij kinderen moeite hebben met bewegen als gevolg van een hersenbeschadiging die ontstaat voor het eerste levensjaar. De meest voorkomende vorm is spasticiteit.   |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Wat zijn twee mogelijke oorzaken van cerebrale parese?   |  | Definition 
 
        | beschadiging in de zwangerschap (genetisch, infecties of toxinen), beschadiging tijdens de geboorte (zuurstoftekort of hersenbloedingen), een hersenvliesontsteking (meningitis) of doordat een kind te vroeg is geboren (prematuur).   |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Welke 4 typen van ADHD zijn er?   |  | Definition 
 
        | Onoplettendheid, hyperactief-impulsief, gecombineerd en niet anders omschreven.   |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Wat is een hypothese van de oorzaak van ADHD?   |  | Definition 
 
        | Dopaminetekort in prefrontale gebieden (PFC)   |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Welke hersen gebieden hebben minder activatie bij mensen met dyslexie? En welke meer?   |  | Definition 
 
        | Minder activatie in de occipo-temporale en parieto-temporele gebieden en meer in Broca’s gebied.    |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Bij dyslectici zijn een aantal afwijkingen gevonden in de hersenen. Een voorbeeld van een anatomische afwijking zijn ectopieen (‘ectopia’s’) in de linker temporale-pariëtale gebieden.  Hoe     zijn deze ectopieen ontstaan?   |  | Definition 
 
        | Ectopia’s zijn clusters van neuronen die misplaatst zijn en verbindingen storen. Deze ontstaan door fouten in celmigratie prenataal. Deze cellen ontwikkelen te ver door en daardoor storen ze anderen.    |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Welke drie cognitieve theorieën hebben mensen met autisme moeite mee?   |  | Definition 
 
        | Theory of mind, central coherence en executieve functies.   |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Welk medicijn wordt gebruikt bij mensen met het Tourette syndroom? En welke twee andere manieren worden ook wel toegepast bij Tourette?   |  | Definition 
 
        | Neuroleptica. En psychosociale therapie/opvoedondersteuning en begrip creëren binnen de omgeving.   |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Wat is (kortgezegd) epilepsie?   |  | Definition 
 
        | Een ongeordende en overdreven elektrische activiteit van neuronen   |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Wat zijn provocerende factoren voor een epileptische aanval?   |  | Definition 
 
        | Slaapgebrek, hoge koorts, alcohol- en drugsgebruik of lichtflitsen   |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Noem de twee hoofdgroepen van epilepsie en een paar subcategorieën hiervan.   |  | Definition 
 
        | Partiële epilepsie (eenvoudig en complex) en gegeneraliseerde (absence, tonisch-clonisch, myoclonie, MAE, syndroom van west en Lennox Gaustaut).   |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Wat is het belangrijkste middel om epilepsie mee te kunnen meten/diagnosiseren?   |  | Definition 
 | 
        |  |