| Term 
 
        | Op wat voor manieren kunnen de hersenen in kaart gebracht worden?   |  | Definition 
 
        | Anatomisch, functioneel en binnen tijd   |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Wat is een evoked potential?   |  | Definition 
 
        | Reacties die te zien zijn in de EEG als reactie op een stimulus   |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 | Definition 
 
        | Door de opgesomde postsynaptische activiteit te meten door middel ven elektroden op het hoofd.   |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Wat is het verschil tussen MRI en fMRI?   |  | Definition 
 
        | MRI meet de anatomie van de hersenen (door middel van waterstof atomen) en fMRI meet de functie van de hersenen (door het meten van verschil in zuurstof rijk bloed).   |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Waar zorgen de magnetische pulsen voor bij TMS?   |  | Definition 
 
        | Om specifieke hersendele te verstoren waardoor deze tijdelijk wordt uitgeschakeld. Op deze manier is het mogelijk om te kijken wat het effect ervan op gedrag is.   |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Noem twee functies die onder andere door middel van neurologisch onderzoek worden getest   |  | Definition 
 
        | Craniale zenuwen / motorisch systeem (spieren, reflexen, coördinatie, staan/lopen) / sensibiliteit / hogere corticale functies   |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Wat zijn redenen om een hersenscan uit te voeren?   |  | Definition 
 
        | Hoofdtrauma, vermoeden van een tumor, vermoeden van afwijking van witte stof, een misvormd hooft of epilepsie   |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Wat is het verschil tussen migratie en differentiatie van cellen?   |  | Definition 
 
        | Bij migratie verplaatsen neuronen zich naar de "juiste locatie", dit gebeurt prenataal.   Bij differentiatie maken de neuronen (na de migratie) dendrieten en axonen aan.   |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 | Definition 
 
        | Cellen zijn geprogrammeerd om af te sterven   |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Hoe heet het kunnen veranderen/aanpassen van de hersenen?   |  | Definition 
 | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Wat zijn de voornaamste redenen voor het gedrag van pubers?   |  | Definition 
 
        | Hormoonhuishouding en het groeien van de hersenen (communicatie is nog niet optimaal)   |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Hoe reageren de hersenen van pubers op positieve/negatieve feedback?   |  | Definition 
 
        | Sterk op positieve en minder op negatieve feedback   |  | 
        |  | 
        
        | Term 
 
        | Wat is de somatische bestempelingshypothese en wat betekent dit voor pubers?   |  | Definition 
 
        | Deze hypothese gaat ervan uit dat mensen in staat zijn om heel snel de juiste keuzes te maken op basis van gevoelens die zijn hadden bij eerder (vergelijkbare) situaties. Bij pubers is dit nog niet helemaal ontwikkelt, dus zij hebben een mindere emotionele intuïtie.   |  | 
        |  |