Term
|
Definition
| Een eenheid die een bepaalde levensfunctie heeft. |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
| Wat is de functie van een cel? |
|
Definition
| Stofwisseling, groei en vervanging |
|
|
Term
| Wat zijn de kenmerken van een cel? |
|
Definition
| Ongeveer 0,001 mm klein, bevat een kern, cytoplasma en een celmembraan. |
|
|
Term
| Hoe noemen we het passeren van de membraan? |
|
Definition
|
|
Term
| Welke twee transportvormen zijn er bij het celmembraan? |
|
Definition
| Diffusie (passief transport) en actief transport (stof kan alleen de membraan passeren met een hulpstof) |
|
|
Term
| De mate van doorlaatbaarheid van het membraan is niet altijd even groot. Waar wordt dat door beïnvloed? |
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| Diffusie door een halfdoorlaatbaar celmembraan |
|
|
Term
|
Definition
| De druk die wordt uitgeoefend door de concentratie van opgeloste stoffen in een vloeistof. |
|
|
Term
| Welke drie osmotische verschijnselen onderscheiden we? |
|
Definition
| Hypotonie, hypertonie en isotonie. |
|
|
Term
|
Definition
| Druk waarbij zich aan de buitenkant van de cel een lagere concentratie opgeloste stoffen bevindt. Water zal van buiten de cel naar de cel gaan en opzwellen. |
|
|
Term
|
Definition
Druk waarbij zich buiten de cel een hogere concentratie opgeloste stoffen bevindt. Water wordt vanuit de cel naar buiten verplaatst, de cel verschrompelt. |
|
|
Term
|
Definition
| Druk van concentratie van opgeloste stoffen in zowel in de cel als aan de buitenkant gelijk. Er hoeft geen vocht verplaatst te worden. |
|
|
Term
|
Definition
| Een bundeling van cellen met dezelfde bouw en functie. Een grote groep spiercellen is bijvoorbeeld spierweefsel. |
|
|
Term
| Welke vier soorten spierweefsel onderscheiden we? |
|
Definition
| Epitheelweefsel, steunweefsel, spierweefsel en zenuwweefsel. |
|
|
Term
|
Definition
| Zeer dicht aaneengesloten cellen zonder veel celtussenstof. |
|
|
Term
| Wat zijn de functies van epitheelweefsel? |
|
Definition
| Beschermen van de onderliggende weefsels, uitwisseling van stoffen, afscheiding van verschillende stoffen en soms het produceren van stoffen. |
|
|
Term
| Welke epitheelcellen produceren zelf stoffen? |
|
Definition
|
|
Term
| Welke soorten klieren onderscheiden we? |
|
Definition
| Exocriene klieren en endocriene klieren. |
|
|
Term
| Wat zijn de verschillen tussen exocriene en endocriene klieren? |
|
Definition
| Exocriene klieren scheiden hun stoffen af via een afvoerbuis en lozen die in een lichaamsholte of naar buiten. Endocriene klieren geven hun stoffen direct af aan de bloedbaan. |
|
|
Term
| Noem twee voorbeelden van exocriene klieren. |
|
Definition
| Speekselklieren en zweetklieren. |
|
|
Term
| Noem twee voorbeelden van endocriene klieren. |
|
Definition
|
|
Term
| Benoem de vijf soorten steunweefsel. |
|
Definition
| Bindweefsel, vetweefsel, kraakbeenweefsel, bot en bloed. |
|
|
Term
| Wat is de functie van bindweefsel? |
|
Definition
| Geven van steun en voor de samenhang van de organen. |
|
|
Term
|
Definition
| Bindweefsel waarvan de cellen zijn gevuld met vet. |
|
|
Term
| Wat is de functie van vetweefsel? |
|
Definition
| Fungeert als opslagplaats van reservevoedsel/vet en als warmte-isolatie. |
|
|
Term
|
Definition
| Steunweefsel waarbij de vezels deel uitmaken van de tussenstof. Er is zacht kraakbeenweefsel (oorschelp) en hard weefsel (gewrichten). |
|
|
Term
|
Definition
| Een hard weefsel waarvan de tussenstof bestaat uit een lijmachtige stof waarin zich een grote hoeveelheid kalkzouten bevindt. |
|
|
Term
| Welke soorten spierweefsel zijn er? |
|
Definition
| Glad spierweefsel, dwarsgestreept spierweefsel en hartspierweefsel. |
|
|
Term
| Wat is de functie van steunweefsel? |
|
Definition
|
|
Term
| Wat is de functie van spierweefsel? |
|
Definition
| Stevigheid geven aan ons lichaam. |
|
|
Term
| Wat is de functie van zenuwweefsel? |
|
Definition
| Het zorgt voor het opnemen, doorgeven en afgeven van prikkels. |
|
|
Term
| Welke twee soorten zenuwweefsel zijn er? |
|
Definition
| Motorische en gevoelszenuwen. |
|
|
Term
| Uit welke delen bestaat het lichaam? |
|
Definition
| Spiermassa, skeletmassa, weke delen, vetmassa en vloeistof. |
|
|
Term
| Welke factoren beïnvloeden je vochtgehalte? |
|
Definition
| Leeftijd en bijv. buitentemperatuur. |
|
|
Term
| Welke stelsels hebben invloed op de voedselvertering? |
|
Definition
| Ademhalingsstelsel, bloedvat- en lymfeklierstelsel, uitscheidingsstelsel en hormoonstelsel. Zenuwstelsel indirect. |
|
|
Term
| Wat is de functie van het ademhalingsstelsel? |
|
Definition
| Zorgt voor opname van zuurstof voor de verbranding van voedsel en voor de afvoer van kooldioxide dat vrijkomt bij die verbranding. |
|
|
Term
| Wat zijn de functies van het bloedstelsel? |
|
Definition
| Transport (van voedingsstoffen, afbraakproducten, zuurstof, kooldioxide, vitamines en hormonen), bescherming tegen bacteriën en bloedverlies en regeling van temperatuur, zuurgraad, osmotische druk en vochtgehalte. |
|
|
Term
|
Definition
| Bloedplasma en bloedlichaampjes. |
|
|
Term
| Wat is de kleine bloedsomloop? |
|
Definition
| Omloop die loopt vanaf het hart via de longslagader naar de longen. Daar geeft het bloed kooldioxide af en neemt zuurstof op. |
|
|
Term
| Wat is de grote bloedsomloop? |
|
Definition
| Zuurstofrijke bloed wordt het lichaam rondgepompt vanuit het hart naar alle bloedvaten, behalve die van de longen. |
|
|
Term
| Wat is het verschil tussen aders en slagaders? |
|
Definition
| Aders gaan naar het hart toe, slagaders er vanaf. |
|
|
Term
|
Definition
| De fijnste vertakkingen van de bloedvaten. Zij vormen de overgang tussen de slagaders en de aders: nemen in de organen zuurstofarm bloed op, worden bloedvaten en voeren het bloed als aders weer terug naar het hart. |
|
|
Term
|
Definition
| De ader die het bloed naar het hart toe voert. |
|
|
Term
| Wat is de functie van de poortader? |
|
Definition
| Het transporteren van alle voedingsstoffen van de darmen naar de lever. |
|
|
Term
| Wat is de functie van de poortader? |
|
Definition
| Het transporteren van alle voedingsstoffen van de darmen naar de lever. |
|
|
Term
| Wat zijn de kenmerken van slagaders? |
|
Definition
| Beginnen bij de aorta, voeren bloed van het hart af, bevatten zuurstof (behalve de longslagader), voeren bloed naar de organen, kooldioxidearm bloed. |
|
|
Term
| Wat zijn de kenmerken van aders? |
|
Definition
| Voeren bloed naar het hart toe, bevatten geen zuurstof in de grote bloedsomloop, voeren zuurstofarm bloed van de organen af, bevatten kooldioxiderijk bloed (behalve de longader), verenigen zich in de holle ader. |
|
|