Term
|
Definition
| de aanpassing van individuele organismes aan de omgeving tijdens het leven van het organisme |
|
|
Term
|
Definition
| observeerbare veranderingen in het gedrag van een bepaald organisme als gevolg van regelmatigheden in de omgeving |
|
|
Term
|
Definition
| concrete richtlijnen over wat een onderzoeker moet doen |
|
|
Term
| niet-contingente prikkelaanbieding |
|
Definition
| alle procedure waarin aanbieding van prikkels op zich worden gemanipuleerd |
|
|
Term
|
Definition
| alle procedures waarin verbanden tussen prikkels worden gemanipuleerd |
|
|
Term
|
Definition
| alle procedures waarin verband tussen gedrag en prikkels worden gemanipuleerd |
|
|
Term
| Radicaal behavioristen (verklaring gedrag) |
|
Definition
| verklaren van gedrag door het beschrijven van hoe regelmatigheden in de omgeving een invloed hebben op gedrag. Geen mentale inhouden. |
|
|
Term
| Cognitieve psychologen (verklaring gedrag) |
|
Definition
| verklaren leren door mentale processen te beschrijven. Associaties in het geheugen. |
|
|
Term
|
Definition
| heeft betrekking op de organisatie van procedurele verklaringen en wetmatigheden. Helpt met organiseren en begrijpen. |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| = een effect: oorspronkelijke reactie die een prikkel uitlokt, dalen in intensiteit als gevolg van het herhaardelijk aanbieden van prikkel |
|
|
Term
|
Definition
| habituatie verloopt trager bij biologisch relevante stimuli. |
|
|
Term
| Generalisatie van habituatie |
|
Definition
| Als men een bepaalde prikkel A herhaardelijk aanbiedt, zal de reactie op andere prikkels die lijken op A beïnvloedt worden. |
|
|
Term
|
Definition
| onaangename prikkels, door herhaling eerst onaangenamer, maar uiteindelijk aangenaam |
|
|
Term
|
Definition
| Is een geheel van reacties die gericht lijken op het onderzoek van nieuwe en potentieel belangrijke priikkels in de omgeving |
|
|
Term
|
Definition
| effect van herhaalde prikkelaanbieding kan omgekeerd zijn voor reacties dan voor tegenreacties |
|
|
Term
|
Definition
| effect van habituatie wordt teniet gedaan, door het onverwacht aanbieden van een andere intense prikkel |
|
|
Term
|
Definition
| prikkel herhaardelijk zeer kort na elkaar aanbieden (habituatie sneller, minder duurzaam) |
|
|
Term
|
Definition
| herhaalde malen aanbieden met langere intervallen (habituatie trager, duurzamer) |
|
|
Term
|
Definition
| beterft habituatie van de OR: elk organisme bouwt centraal voortdurend een neuronaal model op als een representatie van de omgeving waarin het zich bevindt. Als een prikkel zich niet in het model bevindt lokt het een OR uit en wordt deze opgenomen in het neuronaal model. |
|
|
Term
|
Definition
| Motivationeel-cognitieve verklaring: De OR wordt niet enkel bepaald door novelty, maar ook de significance van een stimulus. |
|
|
Term
|
Definition
| wijzen bijvoorbeeld op gevaar of aangeleerd dat ze belangrijk zijn. |
|
|
Term
| Het opponent-proces model van Solomon |
|
Definition
| Focus op Dynamics of affect. Eerst sterke primaire reacties -> opponent state na prikkel. Na herhaalde aanbiedingen: verminderen primaire reacties -> opponent state sterker |
|
|
Term
| CS: voorwaardelijke stimulus |
|
Definition
| de reacties op de prikkel zijn afhankelijk van het verband tussen die prikkel en andere prikkels |
|
|
Term
| US: onvoorwaardelijke stimulus |
|
Definition
| Men gaat niet na of er een wijziging is in de ractie op een prikkel |
|
|
Term
| CR: voorwaardelijke respons |
|
Definition
| een bepaalde reactie die optreedt die onafhankelijk van het verband tussen 2 prikkels |
|
|
Term
| UR: onvoorwaardelijke respons |
|
Definition
| een reactie die optreedt die onafhankelijk is van het bestudeerde verband tussen 2 prikkels |
|
|
Term
|
Definition
| KC is niet enkel afhankelijk van de eigenschappen van de US tijdens conditionering, maar ook van veranderingen in US na conditionering |
|
|
Term
|
Definition
| De aard van de US verandert tijdens de CS+ aanbiedingen. Verandering in aard UR -> verandering in aard CR. |
|
|
Term
|
Definition
| gedrag wordt op automatische wijze gevormd, zonder dat het samenhangt met een bepaald resultaat. |
|
|
Term
| Preparatorische responsen |
|
Definition
| responses die organisme op bepaalde voorbereiden op komst van prikkel |
|
|
Term
|
Definition
| Ppn moet oordeel vellen over sterkte van relatie tussen de aanwezigheid van een cue en de aanwezigheid van een uitkomst |
|
|
Term
| voedsel-allergie paradigma |
|
Definition
| oordelen over het (causale) verband tussen voedsel en allergische reactie be?nvloed worden door info over samen voorkomen van voedsel en allergie |
|
|
Term
| ecologisch valide stimuli |
|
Definition
| CSn en USn stimuli nemen die in de natuurlijke omgeving van een organisme kunnen voorkomen |
|
|
Term
|
Definition
| wanneer prikkels soms samen voorkomen in tijd en ruimte |
|
|
Term
|
Definition
| wanneer er een statistisch verband is tussen 2 prikkels |
|
|
Term
|
Definition
| Wanneer in een conditie maar 1 CS wordt aangeboden en in een andere conditie 2 CSn waarbij in beide condities de CSn zijn gevolgd door de CR, dan is de CR groeter in de 1e conditie. De aanwezigheid van de 2de CS overshaduwt de andere relatie. |
|
|
Term
|
Definition
| Prikkel A wordt regelmatig gevolgd door elektrische schok, daarna samen met A wordt prikkel X aangeboden die beiden worden gevolgd door een schok (AX+). X verwerft hier geen signaalwaarde, dus lokt op zichzelf geen reactie uit. |
|
|
Term
|
Definition
| wanneer A+ trials invloed hebben op oordeel over X-US relatie wanneer A+ trials aangeboden worden na AX+ trials. |
|
|
Term
| Sensori?le pre-conditionering |
|
Definition
| 2 neutrale prikkels worden eerst samen aangeboden en pas daarna wordt de 2de neutrale prikkel gepaard met de US. |
|
|
Term
| Hogere-orde conditionering |
|
Definition
| volgorde van de 2 fases wordt omgekeerd. Eerst 2de neutrale prikkel met US en dan pas 2 neutrale prikkels samen. |
|
|
Term
|
Definition
| wijst op procedures waarin de CS heerhaaldelijk wordt aangeboden voor de aanbieding van het verband tussen die CS en een US. Leidt tot een vertraging en verzwakking van het effect van het CS-US verband |
|
|
Term
|
Definition
| De US wordt herhaaldelijk op zich aangeboden voordat de CS met die US wordt gepaard. Leidt tot een vertraging en verzwakking van het effect van het CS-US verband |
|
|
Term
|
Definition
| Is het aanbieden van de CS op zich na de aanbieding van een (contingent) verband tussen die CS en US. |
|
|
Term
|
Definition
| is de verzwakking van een CR als gevolg van het aanbieden van de CS op zich. Is niet permanent (spontaan herstel) |
|
|
Term
|
Definition
| het enkel aanbieden van de US na het aanbieden van een contingent verband |
|
|
Term
|
Definition
| het omkeren van verbanden |
|
|
Term
|
Definition
| signaal dat aangeeft wanneer een relatie tussen CS en US opgaat. Positief omdat aanwegzigheid van het geluid aangeeft dat CS-US relatie geldig is. |
|
|
Term
|
Definition
| Hanteren de veronderstelling dat het onder bepaalde voorwaarden samen aanbieden van 2 prikkels leidt tot de vorming en aanpassing van associaties in het geheugen. Modellen verschillen met betrekking tot: welke elementen betrokken zijn in de associatie; assumpties over de voorwaarden waaronder associaties gevormd worden en gedrag be?nvloeden. |
|
|
Term
| Stimulus-respons modellen |
|
Definition
| Volgens dit model wordt er een associatie gevormd in de hersenen tussen de sensorische representatie van de CS en de motorische representatie van de UR. |
|
|
Term
|
Definition
| het samengaan van de CS en de US resulteert in een associatie tussen de representatie van de CS en de representatie van de US in het geheugen. |
|
|
Term
| Het Rescorla-Wagner model als prototypisch S-S model |
|
Definition
| Mate waarin CS-US associaties gewijzigd worden in afhankelijk van de waarin de aan-of afwezigheid van een US verwacht of niet verwacht is. Leren is daarnaast afhankelijk van een verwachtingsdiscrepantie. Uitdoving als effect te wijten aan het feit dat de associatieve sterkte van de CS afneemt. |
|
|
Term
|
Definition
| Er worden 2 soorten van S-S associaties gevormd: excitorische en inhibitorische associaties. Het vormen van associaties is niet enkel afh. van de verwachtingdiscrepantie van de US, maar ook van de verwachtingsdiscrepantie van de CS. |
|
|
Term
|
Definition
| je kan conditionering extra sterk maken door CS aan te bieden met een CS die een negatieve associatie relatie heeft met de US |
|
|
Term
|
Definition
| omdat EA en IA gelijktijdig kunnen bestaan, kan de betekenis van een CS abigue zijn; kan een signaal voor aan- en afwezigheid van US. Het inbrengen van de context als oplossing. Uitdoving is niet afleren, maar bijleren van nieuwe kennis over de CS-US relatie. |
|
|
Term
| Het comparator model van Miller |
|
Definition
| Verwachtingsdiscrepantie speelt geen rol, maar het aantal keer dat 2 prikkels samen voorkomen in tijd en ruimte (contigu?teit) |
|
|
Term
| Referentieel model van Baeyens |
|
Definition
| model is enkel gevoelig aan contigu?teit tussen CS en US. Gebaseer op de werking van een verwachtingssysteem. Vaag en eerder beschrijvend model. Associaties worden gevormd op basis van een Hebbiaanse leerregel en in verwachting obv Rescorla-Wagnerachtige leerregel. |
|
|
Term
|
Definition
| Het effect van verbanden in de omgeving op gedrag wordt gezien als zijnde gemedieerd door het op niet-automatische wijze vormen en evalueren van de waarheid van proposities over verbanden in de omgeving. |
|
|
Term
|
Definition
| Zijn stellingen/uitspraken/beweringen met een waarhiedsgehalte. Gaan over aan- en afwezigheid, maar ook over de aard van het verband. |
|
|
Term
| systematische desensitisatie |
|
Definition
| de CR wordt afgezwakt door de CS te gaan paren met een stimulus of situatie die een respons uitlokt die incompatibel is met de oorspronkelijke CR. |
|
|
Term
|
Definition
| men gaat net volledig en langdurig de angst uitlokkende CS aanbieden. Het idee is dat niemand aan ??n stuk ban kan zijn. |
|
|
Term
|
Definition
| Operante conditionering is net al KC een effect van verbanden in de omgeving. Ze verschillen mbt de aard van het verband. Slaat op het effect van een verband tussen gedrag en een prikkel in de omgeving. |
|
|
Term
| Sd of dicriminatieve stimulus |
|
Definition
| geeft aan wanneer gedrag R gevolgd wordt door resultaat Sr. Discrimineert tussen de momenten waarop R niet of wel gevolgd wordt door de Sr. |
|
|
Term
|
Definition
| Verwijst naar het gedrag dat gemeten wordt en dat tot een bepaald resultaat leidt. |
|
|
Term
|
Definition
| resultaat dat op een bepaalde wijze gekoppeld is aan een operant. |
|
|
Term
| Afzonderlijke trials methode |
|
Definition
| Prototype = Thorndik's puzzle box; elke trial is duidelijk te onderscheiden van de volgende. Men kan de tijd tussen 2 trials manipuleren. Proefleider moet altijd aanwezig zijn. |
|
|
Term
|
Definition
| prototype= Skinnerbox; frequentie van gedrag kan gemeten worden. Responsen worden automatisch geregistreerd |
|
|
Term
|
Definition
| vaststelling dat loutere aanbieding van sensori?le prikkels op zich bekrachtigend kan werken. |
|
|
Term
| Re?nforcement of observing responses |
|
Definition
| Zijn responsen die resulteren in het krijgen van informatie. |
|
|
Term
| Van wat is mate van bekrachtiging afhankelijk? (OC) |
|
Definition
| Mate van bekrachtiging is afhankelijk van de hoeveelheid info dat een gedrag oplevert, mate dat info informatief is en de valentie van die informatie (goed nieuws grotere bekrachtigende waarde) |
|
|
Term
|
Definition
| een gedrag zal in frequentie toenemen omdat het de kans op het voorkomen van een negatieve prikkel vermindert. |
|
|
Term
| Thorndike's Law of affect |
|
Definition
| De valentie van Sr. Affectieve kenmerken van de Sr zijn cruciaal. Gedrag dat gevolgd wordt door een positieve gebeurtenis zal in frequentie toenemen terwijl gedrag dat gevolgd wordt door een slechte ervaring in frequentie zal afnemen. |
|
|
Term
|
Definition
| De mate waarin een Sr voldoet aan een behoefte. Prikkels die een bepaalde behoefte bevredigen, gebruikt kunnen worden als bekrachtiging |
|
|
Term
| Dickinson & Balleine: incentive learning |
|
Definition
| de mate waarin men geleerd heeft dat een Sr voldoet aan een behoefte. Bepaalde prikkel zal pas kunnen fungeren als Sr nadat men geleerd heeft dat die Sr aan een behoefte voldoet. |
|
|
Term
|
Definition
| De natuurlijke frequentie van de Sr als gedrag. Hij zag bekrachtigers als responsen niet als stimuli! ??n bepaald gedrag wordt gesteld om een ander gedrag te stellen. Gedragingen verschillen in de frequentie waarmee ze gesteld worden in situaties waarin er geen restricties zijn op die gedragingen. Indien het stellen van gedrag A de mogelijkheid cre?ert om een hoger frequent gedrag B te stellen, dan zal de frequentie van gedrag A toenemen. |
|
|
Term
| Het respons deprivatie model |
|
Definition
| De natuurlijke ?n situationele frequentie van de Sr als gedrag.R-Sr relatie leiden tot toename in frequentie R in situaties waarin situationele frequentie van Sr kleiner is dan de natuurlijke frequentie. |
|
|
Term
|
Definition
| dit is de mate waarin het mogelijk is om het gedrag te stellen in de situatie waarin bekrachtiging wordt toegepast. |
|
|
Term
| Het gedrag regulatie model |
|
Definition
| In dit model spelen ook factoren zoals preferenties en bhoeften een rol. Behavioural bliss point, persoon zal trachten deze zo dicht mogelijk te banderen, ideale orde van gedragingen. |
|
|
Term
|
Definition
| Elke gedrag is gekenmerkt door zekere mate van variabiliteit; rat harder leren drukken. |
|
|
Term
|
Definition
| De regel vormt een uitspraak over contingenties en zodra de rel geformuleerd is, reguleert hij het verdere gedrag van de persoon. |
|
|
Term
|
Definition
| een Sr is aanwezig en R leidt tot het stoppen van de Sr |
|
|
Term
|
Definition
| R verkleint de kans op de komst van de Sr |
|
|
Term
|
Definition
| bekrachtiger aangeboden telkens dat een bepaald aantal gedragingen werden gesteld |
|
|
Term
|
Definition
| toedienen van bekrachtiger afhankelijk van het aantal keer dat een gedrag gesteld wordt, maar het aantal keer dat gedrag gesteld moet worden varieert van moment tot moment |
|
|
Term
|
Definition
| men bekrachtigt het eerste gedrag dat volgt op een welomschreven tijdsinterval |
|
|
Term
|
Definition
| bekrachtiger wordt aangeboden na het eerste gedrag dat volgt op een variabel interval |
|
|
Term
|
Definition
| wanneer 2 gedragingen gelijktijdig bekrachtigs worden volgens een variable intervalscheme, dan bestaat er een wetmatig verband tussen de relatieve frequentie waarmee ??n van beide alternatieve gedragingen gesteld wordt en het aantal bekrachtigers dat aan elk van de alternatieven verbonden is. |
|
|
Term
| concurrent-chain procedure |
|
Definition
| paradigma rond zelf-controle. meestal kiezen dieren de onmiddelijke kleine beloning. |
|
|
Term
|
Definition
| vorm van secundaire prikkels, prikkels die gebruikt kunnen worden om andere bekrachtigers te bekomen. vb Geld |
|
|
Term
|
Definition
| stijging in frequentie van R voor korte periode na start van uitdovingsprocedure, vaak gevolgd door toegenomen variabiliteit in gedrag. |
|
|
Term
| partial reinforcement extiction effect |
|
Definition
| wanneer een gedrag tijdens de eerste fase slechts partieel bekrachtigd wordt, zal het gedrag tijdens extinctie minder snel verdwijnen. |
|
|
Term
|
Definition
| Partial reinforcement extinction effect is te wijten aan het feit dat de overgang van bekrachtiging naar extinctie veel duidelijker is indien de bkrachtiging continu was, dan wanneer deze partieel is. |
|
|
Term
|
Definition
| Het is frustrerend om niet beloond te worden voor gedrag waarvan men het verwacht. PRF biedt de gelegenheid om te leren omgaan met de frustratie |
|
|
Term
|
Definition
| ??n prikkel controleert dus het gedrag als gevolg van het voorafgaandelijk leren |
|
|
Term
| non-arbitrary relational respondig |
|
Definition
| gedrag wordt bepaald door een relatie tussen 2 prikkels. steunt op relatie tussen fysieke kenmerken van 2 stimuli |
|
|
Term
| Arbitrary applicable relational responding |
|
Definition
| Staat onder controle van de relatie tussen 2 prikkels, maar de relatie is arbitrair, ze staat los van de kenmerken van de prikkels (gebruik van taal) |
|
|
Term
|
Definition
| gaan uit van de veronderstelling dat het effect van verbanden tussen gedrag en prikkels gemedieerd wordt door associaties |
|
|
Term
|
Definition
| Leren komt hier neet op verwerven van een soort interne structuus die bestaat uit een associatie tussen sensorische centrum van de stimulus en motorische centrum van de respons. |
|
|
Term
| Thorndike (S-R voorwaarde) |
|
Definition
| connectie wordt geleidelijk sterker omwille van de beloning die op het gedrag volgt |
|
|
Term
|
Definition
| Contigu?teit tussen bepaalde stimuluscontext en stellen van een repons |
|
|
Term
|
Definition
| (vermijdingsleren) Er worden 2 S-R relaties geleerd. Pavoloviaanse S-R relatie gebaseerd op contigu?teit tussen Sd en Sr-> Sd zal reacties ontlokken die 1st enkel door Sr werden ontlokt. Operante S-R relatie: stellen van R in context van Sd leidt tot positieve resultaten |
|
|
Term
| geconditioneerde supprressie-techniek |
|
Definition
| stimuli die angst induceren, interfereren met appetitief gedrag zoals drukken op een hendel om voedsel te bekomen. |
|
|
Term
|
Definition
| OC wordt gemedieerd door de sterkte van de associatie tussen de representatie van het gedrag en de representatie van de prikkels in de omgeving. |
|
|
Term
|
Definition
| bepaalde Sds worden een signaal voor de komst van een bedreigende prikkel. Elk organisme vertoont van nature uit een geheel van reactiepatronen zodra het zich bedreigd wordt of in gevaar is SSDRs |
|
|
Term
|
Definition
| = soort specifieke defensiereacties, standaar patronen die uitgevoerd worden bij bedreiging |
|
|
Term
|
Definition
| Het idee is dat mensen en andere diren proberen te achterhalen onder welke voorwaarden hun gedrag een invloed heeft op de omgeving. Ze formuleren hypotheses en proberen te achterhalen welke waar zijn. |
|
|
Term
|
Definition
| vermijdingsgedrag kan gezien worden als gedrag dat leidt tot het uitblijven van een verwachte negatieve prikkel. |
|
|
Term
|
Definition
| over vemijdingsleren. Men verwerft propositie over relaties tussen stimuli en een propositie over relatie tussen gedrag en stimuli. |
|
|
Term
|
Definition
| Hier gaat het om het afleren van bepaalde gedragingen door het wegnemen van een positieve stimulus |
|
|
Term
|
Definition
| men gaat gedrag koppelen aan een kost binnen een token economy |
|
|