Term
| Waarom is het dimensioneel model voor de diagnostiek van persoonlijkheidsproblematiek nog niet opgenomen in de DSM-5? |
|
Definition
| Omdat er discussie is of deze manier van classificeren onderling betrouwbaar te meten is, is hij nu voor onderzoeksdoeleinden opgenomen in de DSM-5. |
|
|
Term
| Wat houdt polythetisch in? |
|
Definition
| De persoonlijkheidsstoornissen zijn polythetisch gedefinieerd, dit houdt in dat er steeds een minimum aantal van een groter aantal criteria aanwezig moet zijn om de diagnose te kunnen stellen. |
|
|
Term
| Wat is kenmerkend voor de cluster A persoonlijkheidsstoornissen? |
|
Definition
| Verstoorde cognities en bijzonder gedrag in interpersoonlijke relaties. |
|
|
Term
| Wat is kenmerkend voor de cluster B persoonlijkheidsstoornissen? |
|
Definition
| Problemen met impulsief en emotioneel gedrag. |
|
|
Term
| Welke factoren zitten er in het vijffactoren-model van maladaptieve persoonlijkheidsdimensies? |
|
Definition
- negatieve affectiviteit - afstandelijkheid - antagonisme - ongeremdheid - psychoticisme |
|
|
Term
| Welk type interviews kunnen het beste worden gebruikt voor persoonlijkheidsdiagnostiek? |
|
Definition
| Semigestructureerde interviews. |
|
|
Term
| Welke 3 doelen beoogt het psychodynamisch interview (bv Kernberg)? |
|
Definition
- voorbij de beschrijvende diagnose komen en de cliënt voorbereiden op psychodynamische therapie; - een indicatie krijgen voor de geschiktheid van clt. voor psychodynamische therpaie; - idee krijgen hoe de ontstaansgeschiedenis van de klachten van de clt. kan zijn geweest vanuit de ervaringen in het verleden en en binnen de huidige omstandigheden. |
|
|
Term
| Wat kan er grosso modo gezegd worden over het type therapie die past bij het type persoonlijkheidsorganisatie? |
|
Definition
| Hoe neurotischer de clt. is, hoe confronterender de therapie kan zijn. Bij een clt. met een borderline organisatie moeten juist steunende elementen worden toegevoegd aan de therapie. Bij een psychotische organisatie moet een overwegend steunende therapie worden gekozen. |
|
|
Term
| Wat wordt er bij CGT geformuleerd bij de indicatiestelling? |
|
Definition
| Een holistische theorie en/of casusconceptualisatie, hierin staat de leergeschiedenis van de problemen centraal. |
|
|
Term
| Bij wie zijn de gespecialiseerde psychodynamische therapieën met name effectief bevonden? |
|
Definition
| Bij homogene, categoriaal geclassificeerde persoonlijkheidsstoornissen. |
|
|
Term
|
Definition
| Dat trauma's en ervaringen, zoals een onveilige hechting, ook tot uitdrukking komen in de therapeutische relatie. De therapeut grijpt deze momenten aan om samen te onderzoeken wat deze veranderingen veroorzaakt. |
|
|
Term
|
Definition
| De niet-geïntegreerde beelden of voorstellingen eerst onderkennen en benoemen en ze vervolgens in de veiligheid van de therapeutische relatie integreren tot één identiteit. |
|
|
Term
| Aan welke 3 coping strategieën zijn de schema's uit ST verbonden? |
|
Definition
| Vechten, vluchten en bevriezen. |
|
|
Term
| Wat is het doel van schematherapie? |
|
Definition
| De invloed van de oude, disfunctionele schema's zo veel mogelijk te verminderen, de coping te veranderen en daarmee ook de intensiteit en de mate van wisseling tussen de schemamodi te verminderen. |
|
|
Term
| Wat is limited parenting binnen ST? |
|
Definition
| De therapeut biedt de correctieve ervaring van een ouder die kan voldoen aan het tegemoet komen aan de emotionele basisbehoeften aan, zij het binnen professionele grenzen. |
|
|
Term
|
Definition
1) gedragscontrole, 1 jaar 2) aandacht voor emotioneel ervaren, verminderen van traumatische stress 3) dagelijkse problemen oplossen en levensgeluk verhogen. Zelfrespect, zelfvertrouwen. 4) transcendentie, het boven de mens uitstijgen en het vermogen om gelukkig te zijn. |
|
|