Term
| Wat zegt het farmacologische model over verslaving? |
|
Definition
| Drugs moeten verboden worden, omdat ze zo krachtig zijn dat de mens weerloos is. |
|
|
Term
| Wat zegt het symptomatisch model over verslaving? |
|
Definition
| Verslaving is een symptoom van iets onderliggends, volgens de psychoanalyse. |
|
|
Term
| Wat is het biopsychosociaal model van verslaving en sinds wanneer wordt deze aangehangen? |
|
Definition
| Sinds de jaren '70. Zowel biologische als psychologische als sociale factoren spelen een rol bij het ontstaan en instandhouden van verslaving. |
|
|
Term
| Hoeveel % speelt het genetische een rol bij het ontstaan van verslavingsgedrag? |
|
Definition
|
|
Term
| Is de genetesiche bijdrage in het starten met een middel groter of kleiner dan de genetische bijdrage bij de hoeveelheden die iemand uiteindelijk gaat gebruiken? |
|
Definition
|
|
Term
| Welke factoren spelen een rol in wanneer iemand begint te gebruiken? |
|
Definition
| Omgevingsfactoren: gezin van herkomst, vrienden. |
|
|
Term
| Is het 1 gen die een rol speelt bij verslaving? |
|
Definition
| Nee, het zijn er heel veel. |
|
|
Term
| Wat zijn de kenmerken in de externaliserende route bij verslaving? |
|
Definition
Sensatiezucht en impulsiviteit. M.n. bij jongens en in interactie met vrienden. |
|
|
Term
| Wat zijn de kenmerken in de internaliserende route bij verslaving? |
|
Definition
negatief affect en gerelateerde problemen van angst en depressie. Bij deze groep ontstaan problemen vaak op wat latere leeftijd, Adolescenten met veel angst en negatieve gevoelens zijn vaak terughoudend in het beginnen met middelen. |
|
|
Term
| In hoeverre spelen bewuste motieven, zoals ik word gezelliger van drinken, een rol als voorspellers van gebruik? |
|
Definition
| Ze spelen een rol, maar later is in onderzoek aangetoond dat deze cognities juist automatisch kunnen werken, neiging om te gaan gebruiken wordt opgeroepen zonder dat mensen bewust zijn van de cognities. |
|
|
Term
| Welke processen spelen m.n. een rol bij mensen met een zwakke zelfregulerende processen? |
|
Definition
|
|
Term
| Welke processen spelen m.n. een rol bij mensen met sterke zelfregulerende processen? |
|
Definition
|
|
Term
| Na hoeveel weken abstinentie van alcohol kan er onderzocht worden of er sprake is van comorbide angst- of stemmingsklachten? |
|
Definition
|
|
Term
| Waarom gaan exposurebehandeling bij PTSS en benzo's niet samen? |
|
Definition
| Doordat benzo's de slaapfases verstoren waarin nieuwe ervaringen in het lange termijngeheugen worden opgeslagen. |
|
|
Term
| Wat zijn antecedente factoren bij het gebruik? |
|
Definition
| Geautomatiseerde associatie tussen de prikkels die met gebruik samenhangen en het gebruiken zelf. (gebruik begint met operante conditionering, de consequente factoren). |
|
|
Term
| Wat is neurale sensitisatie? |
|
Definition
| Herhaald middelengebruik zorgt voor een toename in gevoeligheid voor de belonende effecten van een middel in bepaalde hersencircuits die een gevoel van beloning oproepen, zoals de nucleus accumbens. |
|
|
Term
| Wat is zelfcontrole en welke 3 vaardigheden vallen hier onder?? |
|
Definition
Doorbreken van grotendeels geautomatiseerde gedragspatronen d.m.v. zelfcontrole: 1) actief vermijden van stimuli die gebruik uitlokken; 2) vertonen van andere gedrag in situaties waarin clt. normaal gesproken gebruikte; 3) beïnvloeden van de belonende waarde van het gebruik en de daaraan gerelateerde stimuli. |
|
|
Term
| Wat valt onder stimuluscontrole? |
|
Definition
| Het vermijden van uitlokkers van gebruik |
|
|
Term
| Wat valt onder stimulus-responsinterventie? |
|
Definition
| Het vertonen van alternatief gedrag in een risicosituatie voor gebruik. |
|
|
Term
| Wat valt onder responsconsequentie? |
|
Definition
| Het belonen van het gewenste gedrag. |
|
|
Term
| Wat is het centrale doel van Contingency Management? |
|
Definition
| Positieve bekrachtiging, dus het belonen van gewenst gedrag. |
|
|
Term
| Wat wordt er gedaan bij Cognitieve biasmodificatie? |
|
Definition
| De automatische cognitieve processen die een rol spelen bij verslaving , zoals de aandachtsbias en de toenaderingsbias, worden beïnvloed door middel van training. |
|
|