Term
| Welke 5 vragen worden beantwoord bij het besluitvormingsproces t.b.v. indicatiestelling? |
|
Definition
1) Is professionele hulp nodig? 2) Wat zijn de behandeldoelen? 3) Wat is het therapieaanbod? 4) Wat is de beste behandelcontext? 5) Welke therapeut heeft de voorkeur? |
|
|
Term
| Welke 4 modellen zijn er m.b.t. de besluitvorming? |
|
Definition
- het expertmodel - het vertegenwoordigersmodel - het consumentenmodel - het overlegmodel |
|
|
Term
| Beschrijf het expertmodel. |
|
Definition
| De clinicus is de expert. Hoog opgeleid. Besluitvormingsproces speelt zich vnl. af in het hoofd van de clinicus. |
|
|
Term
| Beschrijf het vertegenwoordigersmodel. |
|
Definition
| Clinicus heeft de kennis, maar ook oog voor het cliëntenperspectief. Cliënt geeft oordeel in hoeverre de verschillende behandelmogelijkheden aansluiten bij zijn levensstijl, voorkeuren en verwachtingen. |
|
|
Term
| Beschrijf het consumentenmodel. |
|
Definition
| De clinicus informeert de cliënt over de verschillende opties en de cliënt neemt uiteindelijk de beslissing. |
|
|
Term
| Beschrijf het overlegmodel. |
|
Definition
| In de huidige tijd het meest populair. Ook wel collaborative care of shared decision making genoemd.Clinicus heeft de kennis en bereikt concensus in overleg met cliënt (en dienst naasten). |
|
|
Term
| Wat houdt de zorgstandaard in? |
|
Definition
| In 2013 werd het Kwaliteitsinstituut Nederland opgericht die voor verschillende stoornissen zorgstandaarden heeft ontwikkeld. Een zorgstandaard baseert zich op de (update) van de multidisciplinaire richtlijn maar neemt ook het cliënten perspectief mee. Waar wetenschappelijk bewijs ontbreekt, wordt het oordeel van experts op het desbetreffende terrein betrokken. Bedoeling is dat de zorgstandaarden beter aansluiten bij de dagelijkse klinische praktijk dan de richtlijnen. |
|
|
Term
| Wat zijn generieke zorgstandaarden? |
|
Definition
| Zorgstandaarden die over de stoornissen heen (transdiagnostisch) toepasbaar zijn. BV. generieke zorgstandaard psychotherapie beschrijft het psychotherapeutisch proces in algemene zin, zonder dat dit aan bepaalde specifieke stoornissen is gekoppeld. |
|
|
Term
| Is comorbiditeit een reden om af te zien van de eerstekeusbehandeling? |
|
Definition
|
|
Term
| Therapeutkenmerken: hebben demografische variabelen en ervaring als therapeut voorspellende waarde? |
|
Definition
|
|
Term
| Therapeutkenmerken: welk kenmerk heeft voorspellende waarde? |
|
Definition
| Therapeuten met flexibele modelgetrouwheid, behandelaars die weten te reageren op moeilijke cliënten. |
|
|
Term
| Aan welke 5 criteria moeten cliënten voldoen voor een indicatie binnen de basis-GGZ? |
|
Definition
- DSM-5 stoornis; - lichte tot matige problematiek - risico op psychotische decompensatie, suïcide of geweld is laag tot matig; - enkelvoudig beeld met lage complexiteit; - klachten aanhoudend en persisterend. |
|
|
Term
| Waar staat het KOP-model voor binnen de basis-GGZ? |
|
Definition
Klachten Omgeving Persoonlijke stijl
Aan de hand van deze dimensies wordt geïndiceerd. |
|
|
Term
| Noem de 5 behandelproducten binnen de basis-GGZ. |
|
Definition
- kort, ongeveer 5 contacten (plus e-health) - middel, ongeveer 8 contacten (plus e-health) - intensief, maximaal 12 contacten (plus e-health) - chronisch, maximaal 12 contacten per jaar, cliëntne die na behandeling in de ggz stabiel zijn. |
|
|
Term
| Hoe past KOP in de behandelproducten? |
|
Definition
- Klachten in de Omgeving: kort (probleemoplossende vaardigheden) - Klachten rondom Persoonlijke stijl: middel (coping vaardigheden); - Klachten ernstig en invaliderend: intensief (er wordt gewerkt aan de psychische klachten). |
|
|
Term
| Noem de 3 indicatiecriteria voor de sggz. |
|
Definition
- acute, ernstige tot zeer ernstige klachten; - hoog complex beeld; - hoog risico (suïcide, automutilatie, huiselijk geweld, psychotische decompensatie). |
|
|