Term
| Over welke 3 instrumenten beschikt de psycholoog om erachter te komen hoe het komt dat deze cliënt in deze situatie deze klachten ervaart? |
|
Definition
- onderzoeksgesprekken - (gedrags)observaties - psychologische tests en vragenlijsten |
|
|
Term
| Noem 2 redenen om aanvullend onderzoek te doen op het onderzoeksgesprek. |
|
Definition
- om de context en achtergrond van de klachten en problemen beter te kunnen plaatsen; - om bij diffuser en minder grijpbare klachten de juiste behandeling of ondersteuning te indiceren. |
|
|
Term
| In welke 3 situaties kan uitgebreid psychodiagnostisch onderzoek zinvol zijn? |
|
Definition
- als tijdens intake indruk ontstaat dat klachten grotendeels toe te schrijven zijn aan intelligentie, ontwikkelingsproblematiek, persoonlijkheidsproblematiek of cognitief (dis)functioneren; - wanneer cliënt al meerdere behandelingen heeft ondergaan zonder het gewenste resultaat; -wanneer cliënt gebaat lijkt te zijn bij langer durende behandeling vanwege persoonlijkheidsproblematiek, het psychologisch onderzoek kan deze keuze verder onderbouwen. |
|
|
Term
| Welke 3 rollen kan de psychodiagnosticus aannemen? |
|
Definition
- intaker: in het eerste contact met cliënt uitzoeken wat er aan de hand is; - diagnosticus: die de klachten of problemen wil kaderen; - psychodiagnosticus: die diepgaand wil begrijpen. |
|
|
Term
| Wat is een empirische cyclus? |
|
Definition
| Op basis van vermoedens van hoe het probleem verklaard kan worden, ontwerpt de psychodiagnosticus hypothesen, toetst deze en bouwt zo kennis op omdat de hypothesen worden aangenomen of verworpen. |
|
|
Term
| Welke 4 onderdelen bevat de diagnostische cyclus? |
|
Definition
1) klachtanalyse: wat is de vraag? 2) probleemanalyse: wat is het probleem? 3) verklaringsanalyse: waar komen de klachten vandaan? 4) indicatieanalyse: wat is de beste aanpak? |
|
|
Term
| Waar is de ROM-procedure voor bedoeld binnen de ggz? |
|
Definition
| Het waarborgen van de kwaliteit van de zorg in het algemeen. |
|
|
Term
| Welke 3 functiedomeinen meet de OQ-45? |
|
Definition
| Intrapsychisch, interpersoonlijk en sociale rolvervulling. |
|
|
Term
|
Definition
| In welke mate de sociale, relationele en functionele aspecten in het leven van de cliënt belemmerd worden door de problemen. |
|
|
Term
| Wat is een psychiatrische anamnese? |
|
Definition
| Richt zich op het systematisch samenvatten van de psychiatrische symptomen van de cliënt, waarbij zowel objectieve als subjectieve waargenomen symptomen in acht worden genomen. |
|
|
Term
| Welke 7 punten worden beschreven in de psychiatrische anamnese? |
|
Definition
- verschijning en psychomotoriek - oriëntatie - aandacht en geheugen - waarneming - spraak en denken - stemming en affect - persoonlijkheid |
|
|
Term
| Wat is onderkennende diagnostiek? |
|
Definition
| Als er een beschrijving, maar geen verklaring wordt gegeven. |
|
|
Term
| Wat is de belangrijkste vraag in de verklaringsanalyse? |
|
Definition
| Waar komen de klachten vandaan? |
|
|
Term
| Waarom komt in de verklaringsanalyse de empirische cyclus heel sterk terug? |
|
Definition
| Het komt er hier op aan dat de wetenschappelijke houding wordt volgehouden en dat de hypothesen zorgvuldig worden getoetst. |
|
|
Term
| Welk voordeel hebben gestructureerde interviews t.o.v de klinische blik aangaande hypothese toetsing? |
|
Definition
| Gestructureerde interviews zorgen ervoor dat er zowel informatie wordt uitgevraagd die de hypothesen kan falcificeren als confirmeren, terwijl men vanuit de klinische blik vaak alleen vraagt naar informatie die de eigen ideeën bevestigt. |
|
|
Term
| Waar is het structurele persoonlijkheidsinterview op gebaseerd? |
|
Definition
| Deze structurele diagnostiek is gebaseerd op de psychodynamische theorie van Kernberg waarbinnen 3 persoonlijkheidsorganisaties worden onderscheiden: neurotische, borderline, psychotische organisatie. |
|
|
Term
| Hoe werkt het structurele interview? |
|
Definition
| Door bewust weinig structuur te bieden in het gesprek, wordt de cliënt gedwongen om zelf helderheid te scheppen bij belangrijke thema's als zelfbeeld, belangrijke ander, kernsymptomen en relatie tussen heden en verleden. Door de structuur los te laten en te confronteren bij tegenstrijdigheden in het verhaal wordt de spanning opgevoerd, waardoor de afweermechanismen bij de cliënt worden geactiveerd. |
|
|
Term
| Wat is dynamische persoonlijkheidsdiagnostiek? |
|
Definition
| Theoriegestuurd raamwerk om hypothesen over de persoonlijkheidsorganisatie te toetsen door het combineren en integreren van resultaten op semigestructureerde interviews, verschillende vragenlijsten en projectieve tests. |
|
|
Term
| Waarom is de dynamische persoonlijkheidsdiagnostiek een onderwerp van controverse? |
|
Definition
| Critici wijzen op het gebrek aan empirische onderbouwing, oneigenlijk gebruik van vragenlijsten en zorgen over de grote conclusies die op basis van deze methode worden getrokken. |
|
|
Term
| Waarom is het terugkoppelingsgesprek van de onderzoeksresultaten aan cliënt (en naaste) onderdeel van de onderzoeksrapportage? |
|
Definition
| Omdat dit het beeld wat de onderzoeker van de casus heeft nog verder nuanceren, aanvullen of tegenspreken. |
|
|