Term
| 5 kenmerken somatisch-symptoomstoornis |
|
Definition
- lichamelijke klachten die lijdensdruk geven of dagelijks functioneren verstoren - excessieve, dsproportionele gedachten, gevoelens en gedragingen over deze klachten - minstens 6 maanden - ziekte-inzicht - continu klachten |
|
|
Term
| 6 kenmerken ziekteangststoornis |
|
Definition
- preoccupatie met ernstige niet-gediagnosticeerde aandoening - lichamelijke klachten ontbreken of zijn licht aanwezig - minstens 6 maanden - extreem gericht op controle van gezondheid en vermijden ziekenhuizen - kan gepaard gaan met paniekaanvallen - ziekte-inzicht |
|
|
Term
| 5 kenmerken conversiestoornis |
|
Definition
- veranderingen in willekeurige motorische of sensorische functies die niet het gevolg zijn van neurologische of somatische aandoening - bij acute episode geldt diagnose ook - geen ziekte-inzicht - misleiding is aantoonbaar, maar wordt ontkend - confronteren conta-effectief |
|
|
Term
| psychische factoren die somatische aandoeningen beinvloeden, voorbeeld |
|
Definition
| geen insuline spuiten vanuit schaamte: psyche beinvloed somatiek. |
|
|
Term
| nagebootste stoornis, wel of geen externe beloning/persoonlijk gewin? |
|
Definition
|
|
Term
| andere gespecificeerde somatisch-symptoomstoornis of verwante stoornis |
|
Definition
| symptomen aanwezig van 1 van de stoornissen, maar voldoet niet volledig aan criteria. Bijv kortere duur dan 6 maanden. |
|
|
Term
| andere ONgespecificeerde somatisch-symptoomstoornis of verwante stoornis |
|
Definition
| symptomen veroorzaken significant lijden, maar voldoen niet volledig aan de criteria van de stoornissen in deze categorie. |
|
|
Term
| Prevalentie somatisch-symptoomstoornis |
|
Definition
|
|
Term
| Prevalentie ziekteangststoornis |
|
Definition
|
|
Term
| Prevalentie conversiestoornis |
|
Definition
| 5% bij neuroloog, 2-3x meer bij vrouwen |
|
|
Term
| Prevalentie nagebootste stoornis en 3 kenmerken van grootste groep |
|
Definition
- 1% van ziekenhuispatiƫnten - vrouw, +/- 30j, werkt in zorg |
|
|
Term
| Beloop somatisch-symptoomstoornis |
|
Definition
| 50-75% verbetert, 10-30% verslechtert |
|
|
Term
| Beloop ziekteangststoornis |
|
Definition
|
|
Term
| Beloop conversiestoornis positief (2) en negatief (3) |
|
Definition
- als symptomen minder lang bestaan en men diagnose accepteert - uitkering, persoonlijkheidsproblematiek, lich.aandoening |
|
|
Term
| Wanneer ontstaat nageboortste stoornis meestal? |
|
Definition
| jongvolwassen leeftijd na opname voor somatische of psychische stoornis. |
|
|
Term
| Noem 3 verklarende kenmerken voor somatische-symptoomstoornis ea |
|
Definition
- psychotrauma in jeugd - vrouw, ouder, lager opgeleid, lagere sociaal-economische klasse - neuroticisme/negatief affect |
|
|
Term
| Model van Looper/Kilmayer |
|
Definition
- fysiologische veranderingen <-> emotionele arousal - aandacht v lichamelijke symptomen - attributie symptomen aan ernstige ziekte - ziekteangst, catastroferen, demoralisatie - communicatie over distress en geruststelling zoeken - vermijdend gedrag en ontstaan beperkingen - sociale reactie: omgeving versterkt ziektegedrag of bevordert herstel |
|
|
Term
| Circulair ziekteangstmodel |
|
Definition
- uitlokkende stimulus: vader overleden aan longkanker en zelf zware bronchitis hebben - leidt tot waargenomen dreiging: kortademigheid en vermoeidheid - dreiging leidt tot ziekteangst: voor longkanker - angst leidt tot: 1) toename selectie aandacht v eigen lichaam 2) fysiologische en emotionele arousal 3) controlerend gedrag en geruststelling zoeken - catastrofale interpretatie |
|
|
Term
| Circulair model chronische pijn (vreesvermijdingsmodel) |
|
Definition
- pijnervaring - pijnervaring catastroferen - vrees voor beweging die letsel of pijn veroorzaakt - selectieve aandacht voor lichamelijke pijnsensaties - vermijdingsgedrag - beperkingen, depressie, verminderde conditie |
|
|
Term
| 5 dimensies klachtenanamnese |
|
Definition
- somatisch - cognitief - emotioneel - gedrag - sociaal |
|
|
Term
| Noem 3 vragenlijsten uit het klinisch diagnostisch onderzoek |
|
Definition
- Checklist Individuele Spankracht SCL-90 - Utrechtse Coping Lijst |
|
|
Term
| Welke 6 onderdelen in CGT-behandeling? |
|
Definition
- ontspanningsoefeningen - mindfulness - cognitieve interventie - exposure in vivo en responspreventie - exposure en graded activity - systeeminterventie |
|
|
Term
| Behandeling conversiestoornis 4 |
|
Definition
- geen duidelijke richtlijnen - snelle onderkenning, want na 1-2 maanden minder kans op spontaan herstel - hypnose en suggestieve therapie - gedragstherapie: stapsgewijs opbouwen verloren functie |
|
|
Term
| behandeling nagebootste stoornis 3 |
|
Definition
- geen duidelijke richtlijn - confronteren contra-effectief - samen nagaan wat ziektewinst is |
|
|
Term
| Farmacotherapie conversie- en nagebootste stoornis |
|
Definition
|
|
Term
| Farmacotherapie somatische-symptoomstoornis en ziekteangst |
|
Definition
|
|
Term
| Farmacotherapie chronische pijn |
|
Definition
|
|
Term
| Farmacotherapie fibromyalgie |
|
Definition
| tricyclische antidepressiva, SNRI, epileptica en CGT |
|
|