Term
| Hoe wordt een persoonlijkheidsvragenlijst ingevuld? |
|
Definition
| Bij een persoonlijkheidsvragenlijst moet de onderzochte vaak zelf tot uiting brengen in hoeverre een uitspraak van toepassing is. |
|
|
Term
| Wat zijn de formele criteria voor vragen voor een persoonlijkheidsvragenlijst? (6 punten) |
|
Definition
| a. de items moeten korter dan 20 woorden zijn b. de taal moet duidelijk en eenvoudig zijn c. dubbele ontkenningen moeten vermeden worden d. items moeten eenduidig zijn e. items dienen over een onderwerp te gaan f. items die door bijna iedereen of bijna niemand bevestigd worden dienen vermeden te worden. |
|
|
Term
| Wat wordt er vaak gedaan met een vragenlijst met veel items? |
|
Definition
| Als er veel items in een vragenlijst zitten worden er vaak schalen samengesteld door de items samen te voegen. |
|
|
Term
| Hoeveel items bevat een schaal doorgaans minimaal? |
|
Definition
| Een schaal bevat doorgaans minstens 12 items. |
|
|
Term
| Op welke manieren kunnen items in schalen worden gegroepeerd? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Rationale of a-priori methode 2. Interne consistentie methode 3. Emperische methode |
|
|
Term
| Wat is de rationale of a-priori methode? |
|
Definition
| Items die hetzelfde kenmerk meten |
|
|
Term
| Wat is de interne consistentie methode? |
|
Definition
| Items die dezelfde emperische samenhang hebben |
|
|
Term
| Wat is de emperische methode? |
|
Definition
| Items identificeren die discrimineren tussen proefgroepen die op het beoogde aspect verschillen. |
|
|
Term
| Welke soorten respons sets? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Sociaal wenselijk antwoorden 2. Acquiescence |
|
|
Term
|
Definition
| Bevestigend of ontkennend antwoorden zonder dat er op de inhoud van de items is gelet |
|
|
Term
| Wat is convergerende validiteit? |
|
Definition
| Items die hetzelfde pretenderen te meten hoog met elkaar samenhangen. |
|
|
Term
| Wat is divergerende validiteit? |
|
Definition
| Items die verschillende constructuren pretenderen te meten niet of weinig met elkaar samenhangen. |
|
|
Term
| Wat is predictieve validiteit? |
|
Definition
| Welke relevante criteria kunnen worden voorspelt. |
|
|
Term
|
Definition
| Voorspelling over het verleden |
|
|
Term
|
Definition
| Voorspelling in het heden |
|
|
Term
|
Definition
| Voorspelling voor de toekomst |
|
|
Term
|
Definition
| ABV is de eerste in Nederland ontwikkelde persoonlijkheidsvragenlijst. |
|
|
Term
| Wat kan er met de ABV worden gemeten? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Neurotische labiliteit 2. Sociale extraversie 3. Zelfdefensiviteit |
|
|
Term
| Wat zijn de schalen van ABV? (4 punten) |
|
Definition
| 1. N schaal 2. NS schaal 3. E schaal 4. T schaal |
|
|
Term
|
Definition
| Neurotische labiliteit die blijkt uit psychoneutrotische klachten. |
|
|
Term
|
Definition
| Neurotische labiliteit die blijkt uit somatische klachten. |
|
|
Term
|
Definition
| Sociale extraversie versus introversie. |
|
|
Term
|
Definition
| Testattitude, zelfdefensieve versus zelfkritische instelling. |
|
|
Term
| Uit hoeveel items bestaat de ABV? |
|
Definition
| ABV bestaat uit 91 items. |
|
|
Term
| Hoeveel schalen zijn er nog toegevoegd aan de ABV? |
|
Definition
| Op een later moment zijn er aan de 4 schalen van de ABV nog 5 toegevoegd. |
|
|
Term
| Wat moet er gebeuren met de schalen van de ABV bij somatische ziekten? |
|
Definition
| Somatische ziekten kunnen de scores op de N en NS schaal verhogen bij de ABV, daarom wordt de NS schaal in dat soort gevallen geschrapt en de N schaal gecorrigeerd. |
|
|
Term
| Wat meet de Nederlandse Persoonlijkheidsvragenlijst-2 (NPV-2)? |
|
Definition
| Meet persoonlijkheidsbegrippen. |
|
|
Term
| Wat is de COTAN beoordeling van de NPV-2? |
|
Definition
| Cotanbeoordeling van de NPV-2 is goed en voldoende voor betrouwbaarheid en criteriumvaliditeit. |
|
|
Term
| Wat is er aangepast in de NPV-2 ten opzichte van de NPV? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Items met ouderwets taalgebruik zijn verwijderd 2. Items die cultuurgebonden waren zijn verwijderd 3. Lengte van alle schalen is gelijk gemaakt 4. Er zijn negatief geformuleerde items toegevoegd |
|
|
Term
| Waar zijn de oorspronkelijke NPV schalen door vervangen en wat heeft dit tot gevolg? |
|
Definition
| De oorspronkelijke NPV schalen zijn vervangen door schalen van elk 20 items, hierdoor bestaat de NPV-2 uit 140 items. |
|
|
Term
| Wat zijn de schalen van de NPV-2? (7 punten) |
|
Definition
| 1. IN 2. SI 3. RG 4. VE 5. ZE 6. DO 7. ZW |
|
|
Term
| Wat is de NPV-2 schaal IN? |
|
Definition
| Inadequatie of neuroticisme versus emotionele stabiliteit. |
|
|
Term
| Wat is de NPV-2 schaal SI? |
|
Definition
| Sociale inadequatie of sociale angst versus sociabiliteit. |
|
|
Term
| Wat is de NPV-2 schaal RG? |
|
Definition
| Rigiditeit versus flexibiliteit. |
|
|
Term
| Wat is de NPV-2 schaal VE? |
|
Definition
| Verongelijktheid of vijandigheid versus vriendelijkheid. |
|
|
Term
| Wat is de NPV-2 schaal ZE? |
|
Definition
| Zelfgenoegzaamheid of egoisme versus alturisme. |
|
|
Term
| Wat is de NPV-2 schaal DO? |
|
Definition
| Dominantie versus submissiviteit. |
|
|
Term
| Wat is de NPV-2 schaal ZW? |
|
Definition
|
|
Term
| Waar heeft de NPV-2 normen tabellen voor? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Algemeen 2. Selectie 3. Psychiatrische patiënten 4. Somatische patiënten 5. Eerstelijnsclienten |
|
|
Term
| Waar is de NPST de vervanger van? |
|
Definition
| NPST is de vervanger van de NVM. |
|
|
Term
| Uit welke schalen bestond de NVM (Nederlandse Verkorte MMPI)? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Negativisme 2. Somatisering 3. Verlegenheid 4. Ernstige pscyhopathologie 5. Extraversie |
|
|
Term
| Waarom moest er een vervanger voor de NVM worden ontwikkelt? |
|
Definition
| De MPPI mocht van de VS niet meer verkocht worden als het een verkochte versie betrof, zoals in het geval van de NVM daarom de de NPST ontwikkelt. |
|
|
Term
| Wat zijn de schalen van de NPST? (3 punten) |
|
Definition
| 1. NEG schaal 2. PSY schaal 3. SOM |
|
|
Term
| Wat is de NEG schaal van de NPST? |
|
Definition
|
|
Term
| Wat is de PSY schaal van de NPST? |
|
Definition
| Ernstige pscyhopathologie. |
|
|
Term
| Wat is de SOM van de NPST? |
|
Definition
|
|
Term
| Waarvoor is de NPST vooral bedoeld? |
|
Definition
| De NPST is vooral bedoeld voor gebruik in de gezondheidszorg. |
|
|
Term
| Wat is het Big Five model? |
|
Definition
| Hoofdimensies van persoonlijkheid. |
|
|
Term
| Wat zijn de Big-Five? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Extraversie 2. Vriendelijkheid 3. Zorgvuldigheid 4. Emotionele stabiliteit 5. Intellect |
|
|
Term
| Hoe wordt 'intellect' in Nederland geinterpreteerd? |
|
Definition
| Intellect wordt in elk land anders geïnterpreteerd, in Nederland staat het voor autonomie. |
|
|
Term
| Wat is het meest relevante persoonskenmerk? |
|
Definition
| Neuroticisme is voor de klinische praktijk het meest relevant van de persoonskenmerken. |
|
|
Term
| Wat is een nadeel van het Big Five Model? |
|
Definition
| Een beperking van het Big Five model is dat het vrij breed en abstract is. |
|
|
Term
| Welke soorten Big-Five vragenlijsten zijn er in Nederland? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Five Factor Personality Inventory (FFPI) 2. NEO Personality Inventory Revised (NEO-PI-R) |
|
|
Term
| Waar bestaat de FFPI uit? |
|
Definition
| FFPI bestaat uit 100 korte zinnen die door het individu zelf of mensen dichtbij hem ingevuld kunnen worden. |
|
|
Term
| Wat zijn de schalen van de FFPI? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Extraversie 2. Mildheid 3. Ordelijkheid 4. Emotionele stabiliteit 5. Autonomie |
|
|
Term
| Welke persoonlijkheidsvragenlijst wordt het meest gebruikt? |
|
Definition
| NEO-PI-R is de meest gebruikte persoonlijkheidsvragenlijst. |
|
|
Term
| Hoe is de NEO-PR-R niet ontwikkeld? |
|
Definition
| NEO-PR-R is niet volegens psycholexicale traditie ontwikkeld. |
|
|
Term
| Uit hoeveel items bestaat de NEO-PR-R? |
|
Definition
| De NEO-PR-R bestaat uit 240 items. |
|
|
Term
| Wat zijn de schalen van de NEO-PR-R? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Neuroticisme 2. Extraversie 3. Openheid 4. Alturisme 5. Conscientieusheid |
|
|
Term
| Wat leveren de totaalscores van de NEO-PR-R op? |
|
Definition
| De totaalscores op de 5 dimensies van de NEO-PR-R leveren 6 facetscores op die staan voor de subschalen van de dimensies. |
|
|
Term
| Wat is de NEO-FFI en waar bestaat die uit? |
|
Definition
| NEO-FFI is een verkorte versie van de NEO-PR-R die uit 60 items bestaat en alleen 5 dimensiescores opleverd. |
|
|
Term
| Hoe is de psychometrische kwaliteit van de NEO vragenlijsten? |
|
Definition
| De psychometrische kwaliteit van de NEO vragenlijsten is redelijk goed, maar er is relatief weinig onderzoek mee verricht binnen de gezondheidszorg. |
|
|
Term
| Uit hoeveel items bestaat de MMPI-2? |
|
Definition
| MMPI-2 bestaat uit 567 items die met waar of niet waar beantwoordt dienen te worden. |
|
|
Term
| Uit welke schalen bestaat de MMPI-2? (10 punten) |
|
Definition
| 1. Hypochondrie 2. Depressie 3. Hysterie 4. Psychopathische deviatie 5. Masculiniteit-feminiteit 6. Paranoia 7. Psychasthenie 8. Schizofrenie 9. Hypomania 10. Sociale introversie |
|
|
Term
| Wat is een probleem met de MMPI-2? |
|
Definition
| Veel items van de MMPI-2 voldoen niet aan de formele criteria voor persoonlijkheidsvragenlijsten. |
|
|
Term
| Welke soorten onderkenningsvragen zijn er? |
|
Definition
| 1. Wat is er aan de hand? 2. Wat is er mis? 3. Wat lukt nog wel? |
|
|
Term
| Wat is een overeenkomst tussen alle specifieke vragenlijsten om persoonlijkheidsstoornissen mee te meten? |
|
Definition
| Specifieke vragenlijsten om persoonlijkheidsstoornissen te meten hebben alle een lage COTAN beoordeling gekregen. |
|
|
Term
| Waar gaat een paranoide persoonlijkheidsstoornis mee samen? |
|
Definition
| Paranoide persoonlijkheidstoornis gaat samen met onvriendelijkheid en emotionele instabiliteit. |
|
|
Term
| Waardoor wordt een schizoide persoonlijkheidsstoornis gekenmerkt? |
|
Definition
| Schizoide persoonlijkheidsstoornis wordt gekenmerkt door introversie. |
|
|
Term
| Waar gaat een schizotypische persoonlijkheidsstoornis mee samen? |
|
Definition
| Schizotypische persoonlijkheidsstoornis gaat samen met onvriendelijkheid, introversie, emotionele instabiliteit en geslotenheid. |
|
|
Term
| Waardoor wordt een antisociale persoonlijkheidsstoornis gekenmerkt? |
|
Definition
| Antisociale persoonlijkheidsstoornis wordt gekenmerkt door onvriendelijkheid en onzorgvuldigheid. |
|
|
Term
| Waarmee hangt een bordeline persoonlijkheidsstoornis samen? |
|
Definition
| Borderline persoonlijkheidsstoornis hangt samen met emotionele instabiliteit. |
|
|
Term
| Waar gaat een theatrale persoonlijkheidsstoornis mee samen? |
|
Definition
| Theatrale persoonlijkheidsstoornis gaat samen met extraversie en openheid. |
|
|
Term
| Waardoor wordt een arcistische persoonlijkheidsstoornis gekenmerkt? |
|
Definition
| Narcistische persoonlijkheidsstoornis wordt gekenmerkt door extraversie en onvriendelijkheid. |
|
|
Term
| Waar gaat een vermijdende persoonlijkheidsstoornis mee samen? |
|
Definition
| Vermijdende persoonlijkheidsstoornis gaat samen met emotionele instabiliteit en introversie. |
|
|
Term
| Waardoor wordt een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis gekenmerkt? |
|
Definition
| Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis wordt gekenmerkt door emotionele instabiliteit en vriendelijkheid. |
|
|
Term
| Waar gaat een dwangmatige persoonlijkheidsstoornis samen? |
|
Definition
| Dwangmatige persoonlijkheidsstoornis gaat samen met zorgvuldigheid. |
|
|
Term
| Wat voor een soorten verklaringsvragen zijn er? |
|
Definition
| 1. Hoe zijn de problemen ontstaan? 2. Waarom duren de problemen voort? |
|
|
Term
| Met welke vragenlijsten kunnen verklaringsvragen op persoonlijkheidsstoornisgebied beantwoord worden? (2 punten) |
|
Definition
|
|
Term
| Waarover gaan predictievragen? |
|
Definition
| Predicitievragen gaan over het toekomstig functioneren. |
|
|
Term
| Met welke vragenlijsten kunnen predicitievragen op persoonlijkheidsstoornisgebied beantwoord worden? (2 punten) |
|
Definition
|
|
Term
| Waar kunnen predictievragen ook voor gebruikt worden? |
|
Definition
| Predictievragen kunnen doen dienen als verklaring. |
|
|
Term
| Waar hebben indicatievragen betrekking op? |
|
Definition
| Indiecatievragen hebben betrekking op hoe de problemen verholpen kunnen worden. |
|
|
Term
| Wat zegt een hoge score op ridigiteit, verongelijktheid en zelfgenoegzaamheid op de NPV? |
|
Definition
| Mensen die hoog scoren op rigiditeit, verongelijktheid en zelfgenoegzaamheid op de NPV hebben een slechtere prognose dan mensen die laag scoren. |
|
|
Term
| Waar hangen hoge scores op negativisme op de NPST mee samen? |
|
Definition
| Hoge scores op negativisme op de NPST blijkt samen te hangen met een langere opnameduur van psychiatrische patiënten. |
|
|
Term
| Waar hangt een lage score op somatisering op de NPST mee samen? |
|
Definition
| Een lage score op somatisering op de NPST blijkt samen te hangen met een beter behandelresultaat bij depressieve patiënten. |
|
|
Term
| Wat betekenen hoge scores op de NPST schalen? |
|
Definition
| In de eerste lijn zijn hoge scores op alle schalen van de NPST ongunstig voor het resultaat van de behandeling. |
|
|
Term
| Waar hebben evaluatievragen betrekking op? |
|
Definition
| Evaluatievragen hebben betrekking op het resultaat van de interventies. |
|
|
Term
| Wanneer zijn persoonlijkheidsvragenlijsten onmisbaar? |
|
Definition
| Als men wil nagaan of er veranderingen in persoonskenmerken zijn opgetreden in een behandeling zijn persoonlijkheidsvragenlijsten onmisbaar. |
|
|