Term
|
Definition
| Er wordt een soort gemoedstoestand ervaren. |
|
|
Term
|
Definition
| Er wordt zowel manie als depressie ervaren. |
|
|
Term
| Wat is eem major depressie? |
|
Definition
| Een of meerdere major depressieve episodes. |
|
|
Term
| Welke vijf of meer van de volgende symptomen zijn nodig om de diagnose major depressie te stellen? (9 punten) |
|
Definition
| 1. Depressief gevoel 2. Verlies van interesse en plezier 3. Verandering in gewicht en eetlust 4. Slaapproblemen 5. Motor agitatie of remming 6. Vermoeidheid 7. Gevoel van waardeloosheid en schuld 8. Moeite met denken, concentreren en besluiten nemen 9. Gedachten over de dood of suïcidaal gedrag |
|
|
Term
| Wat moet sowieso aanwezig zijn voor het stellen van een major depressie? |
|
Definition
| Om de diagnose major depressie te stellen is het een voorwaarde dat sowieso of een depressief gevoel genoemd wordt of verlies van plezier, de symptomen moeten meer dan 2 weken aanwezig zijn en het moet het dagelijks functioneren verstoren. |
|
|
Term
| Wat is een persistent depressieve stoornis? |
|
Definition
| Chronische vorm van depressie, waarbij de kenmerken van een major depressie aanwezig zijn, maar vaak in een minder ernstige vorm, ook wel dysthymie genoemd. |
|
|
Term
| Welke twee of meer van de volgende symptomen zijn nodig om de diagnose dysthymie te stellen? (7 punten) |
|
Definition
| 1. Depressief gevoel 2. Verandering in gewicht en eetlust 3. Slaapproblemen 4. Vermoeid 5. Verlies van zelfwaarde 6. Moeite met concentreren en besluiten nemen 7. Gevoel van hopeloosheid |
|
|
Term
| Wanneer kan de diagnose dysthemie enkel worden gesteld? |
|
Definition
| De diagnose dysthymie kan enkel gesteld worden als de klachten meer dan 1 jaar aanwezig zijn. |
|
|
Term
| Wat is een dubbele depressie? |
|
Definition
| Als er sprake is van major depressieve episodes die worden afgewisseld met dysthemie. |
|
|
Term
| Wat is disruptive mood dysregulation disorder? |
|
Definition
| Symptomen van persistent aanwezige irritatie en frequentie uitbarstingen bij jongeren tussen de 6 en 18 jaar. |
|
|
Term
| Hoeveel procent van de jongeren met een unipolaire stoornis heeft te maken met een major depressie, dysthemie en een dubbele depressie? |
|
Definition
| Bij jongeren die een unipolaire stoornis hebben heeft 80% te maken met een major depressie, 10% met dysthymie zonder major depressie en 10% een dubbele depressie. |
|
|
Term
| Wat is de overall prevalentie van major depressie? |
|
Definition
| Overall prevalentie van major depressie is 12%. |
|
|
Term
| Bij hoeveel procent van de kinderen komt een major depressie voor? |
|
Definition
| Bij kinderen komt bij 0,4-2,5% een major depressie voor. |
|
|
Term
| Bij hoeveel procent van de adolescenten komt een major depressie voor? |
|
Definition
| Bij adolescenten komt bij 0,4-8,3% een major depressie voor. |
|
|
Term
| Wat is de lifetime prevalentie voor major depressie? |
|
Definition
| Lifetime preventie voor major depressie is 4-25%. |
|
|
Term
| Wat is de prevalentie van dysthemie bij kinderen? |
|
Definition
| Prevalentie van dysthymie bij kinderen ligt tussen de 0,5 en 1,5%. |
|
|
Term
| Wat is de prevalentie van dysthemie bij adolescenten? |
|
Definition
| Prevalentie van dysthymie bij adolescenten ligt tussen de 1,5 en 8%. |
|
|
Term
| Bij wie komt depressie minder voor bij kinderen of bij adolescenten? |
|
Definition
| Depressie komt minder vaak voor bij jonge kinderen dan bij adolescenten. |
|
|
Term
| Bij wie komt depressie bij kinderen vaker voor bij jongens of bij meisjes? |
|
Definition
| Er zijn geen geslachtsverschillen bij depressie bij kinderen onder de 12 jaar, maar in sommige onderzoeken blijken jongens in deze leeftijdscategorien vaker een depressie te hebben. |
|
|
Term
| Bij wie komt depressie bij adolescenten vaker voor bij jongens of bij meisjes? |
|
Definition
| Bij adolescenten komt depressie vaker voor bij meisjes. |
|
|
Term
| Hoe hangt SES samen met depressie? |
|
Definition
| Lage SES hangt samen met een grotere kans op depressie. |
|
|
Term
| Hoeveel procent van de jongeren met een major depressie heeft ook een andere stoornis? |
|
Definition
| 40-70% van de jongeren met een major depressie heeft ook een andere stoornis. |
|
|
Term
| Hoeveel procent van de jongeren met een major depressie heeft twee of meer andere stoornissen? |
|
Definition
| 20-50% van de jongeren met een major depressie heeft twee of meer andere stoornissen. |
|
|
Term
| Wat zijn de biologische invloeden op depressie? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Genen 2. Biochemische verstoringen |
|
|
Term
| Bij wie is de genetische invloed op depressie groter bij kinderen of bij adolescenten? |
|
Definition
| Genetische invloed op depressie is groter bij adolescenten dan bij kinderen. |
|
|
Term
| Biochemische verstoringen die gerelateerd zijn aan depressie hebben vaak te maken met? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Hypothalamus 2. Schildklier 3. Hypofyse 4. Bijnier |
|
|
Term
| Waarom moet er nog veel onderzoek gedaan worden naar biochemische verstoringen bij kinderen? |
|
Definition
| Er moet nog veel onderzoek worden gedaan naar biochemische verstoringen en depressie bij kinderen, want resultaten bij volwassenen kunnen niet een of een toegepast worden bij kinderen. |
|
|
Term
| Wat voor een persoonlijksheidskenmerk is gerelateerd aan depressie? |
|
Definition
| Temperament zou gelinkt kunnen zijn aan het ontwikkelen van een depressie. |
|
|
Term
|
Definition
| Neiging om gevoelig te zijn voor negatieve emoties. |
|
|
Term
|
Definition
| Neiging om positieve emoties te laten spreken. |
|
|
Term
| Wat is het Clark en Watson’s Tripartite Model? |
|
Definition
| Hoge niveau’s van negatief affect is geassocieerd met angst en depressie en een laag niveau van positief affect is geassocieerd met depressie. |
|
|
Term
| Waardoor kan depressie ontstaan volgens Clark en Watson? |
|
Definition
| Depressie kan ontstaan door separatie, verlies of afwijzing. |
|
|
Term
| Waarom is de kans op depressie groter bij verlies of separatie? |
|
Definition
| Door verlies of separatie van een geliefde verdwijnt er een positieve bekrachtiging uit het leven, waardoor de kans op depressie groter wordt. |
|
|
Term
| Wat is een anaclitic depression? |
|
Definition
| Als een kind door een periode van protest gaat waarbij het kenmerken van een depressie inzet. |
|
|
Term
| Welke twee factoren houden een depressie in stand? |
|
Definition
| Cognitief gedrag en interpersoonlijke perspectieven helpen om de depressie in stand te houden. |
|
|
Term
| Hoe is activiteit gerelateerd aan depressie? |
|
Definition
| Ook verminderde activiteit is gerelateerd aan depressie. |
|
|
Term
| Wat is geleerde hulpeloosheid? |
|
Definition
| Gebaseerd op het verleden wordt aangenomen dat er geen controle op de situatie is, waardoor de negatieve situatie opgevat wordt als iets waar toch niets aan veranderd kan worden. |
|
|
Term
| Waarmee is geleerde hulpeloosheid geassocieerd? |
|
Definition
| Geleerde hulpeloosheid is geassocieerd met depressie. |
|
|
Term
| Hoe zien depressieve mensen falen, negatieve gebeurtenissen en situaties? |
|
Definition
| Depressieve mensen schrijven falen toe aan zichzelf, negatieve gebeurtenissen als stabiel en in alle situaties (globaal). |
|
|
Term
| Wat is de hopeloosheid theory? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Schrijf je falen of succes aan interne of externe factoren toe 2. Zie je gebeurtenissen als stabiel of variabel 3. Maak je onderscheid in situaties of niet |
|
|
Term
| Wat is cognitieve restructurering? |
|
Definition
| Het veranderen van problematische cognities. |
|
|
Term
| Hebben kinderen met ouders met depressie een grotere kans op depressie? |
|
Definition
| Kinderen met ouders met depressie hebben zelf ook een grotere kans op depressie en andere aandoeningen. |
|
|
Term
| Waar hebben kinderen met ouders met een chornische aandoening een grotere kans op? |
|
Definition
| Kinderen met ouders met een chronische aandoening hebben een grotere kans op depressie. |
|
|
Term
| Wat kan ingezet worden om de diagnose depressie te stellen? |
|
Definition
| Gestructureerde interviews kunnen ingezet worden om aan de hand van de DSM een diagnose depressie te stellen. |
|
|
Term
| Wat is de Child Behavior Checklist? |
|
Definition
| Algemeen klinisch interview. |
|
|
Term
| Wat is de Childeren’s Depression Inventory (CDI)? |
|
Definition
| De Beck Depression Inventory, maar dan voor kinderen, 27 items mbt affectieve, cognitieve en gedragsmatige stellingen. |
|
|
Term
| Wat is de Reynolds Child Depression Scale en Reynolds Adolescent Depression Scale? |
|
Definition
| Goede psychometrische scores, meet depressie. |
|
|
Term
| Door wie moet de zelfrapportage met betrekking tot kinderen ingevuld worden? |
|
Definition
| Veel zelfrapportage instrumenten zijn zo ontwikkeld dat ook de ouders ze voor het kind in kunnen vullen. |
|
|
Term
| Welke medicatie werd vroeger veel ingezet bij jongeren met depressie en waarom nu niet meer? |
|
Definition
| Tricyclische antidepressiva werd vroeger veel ingezet bij de behandeling van depressie bij jongeren, maar daar wordt nu van afgezien, want het is niet bewezen dat het helpt en het heeft veel bijwerkingen. |
|
|
Term
| Wat wordt er nu voorgeschrveen bij jongeren met depressie en wat een een nadeel? |
|
Definition
| Nu worden voornamelijk SSRI’s voorgeschreven, maar ook dit is nog niet effectief bewezen bij kinderen en adolescenten. |
|
|
Term
| Waarmee kunnen SSRI's gecombineerd worden? |
|
Definition
| SSRI kan gecombineerd worden met cognitieve gedragstherapie en dit is effectiever dan elk van beide therapien apart. |
|
|
Term
| Wat zijn de doelen van ACTION? (3 punten) |
|
Definition
| 1. If you feel bad and you don’t know why, use coping skills 2. If you feel bad and you can change the situation, use problem solving 3. If you feel bad and it is due to the negative thoughts change the thoughts |
|
|
Term
|
Definition
| Hierbij worden ouders geholpen met modeling, belonen van het gebruik van therapeutische vaardigheden, affectieve toon en communicatie, ontwikkelingen van een ondersteunende omgeving. |
|
|
Term
| Wat is de Adolescent Coping with Depression Program? |
|
Definition
| Vaardigheidstraining om te leren omgaan met depressie. |
|
|
Term
| Wanneer wordt interpersoonlijke psychotherapie ingezet? |
|
Definition
| Interpersoonlijke psychotherapie voor adolescenten wordt ingezet als de depressie te maken heeft met interpersoonlijke relaties. |
|
|
Term
| Is interpersoonlijke psychotherapie effectief en zo ja, waar heeft het een positief effect op? |
|
Definition
| IPT-A is effectief bij depressie, daarnaast worden het sociale functioneren en de probleemoplossingsvaardigheden verbeterd. |
|
|
Term
| Wat is de Adolescent Depression Empowerment Psychosocial Treatment? |
|
Definition
| Bevat cognitieve gedragstherapie, interpersoonlijke psychotherapie en gezinstherapie op een cultuurbewuste manier. |
|
|
Term
| Zijn algemene preventie programma's effectief bij depressie? |
|
Definition
| Algemene preventie programma’s voor depressie hebben een matig effect en deze effecten blijven niet behouden op de lange termijn. |
|
|
Term
| Wat is de The Adolescent Coping With Stress course (CWS-A)? |
|
Definition
| 15 lessen waarbij cognitieve herstructurering centraal staat en is bedoeld om toekomstige depressies te voorkomen bij jongeren die risico lopen. |
|
|
Term
| Wat is een bipolaire stoornis? |
|
Definition
| Zowel manie als depressie. |
|
|
Term
|
Definition
| Periode van abnormaal verhoogde gemoedstoestand of juist sneller geïrriteerd en waarbij meer energie ervaren wordt en er meer activiteiten worden ondernomen. |
|
|
Term
| Welke criteria horen bij een manische episode waarvan er drie aanwezig dienen te zijn (en vier bij een geïrriteerde gemoedstoestand)? (7 punten) |
|
Definition
| 1. Opgeblazen eigen waarde 2. Minder slaap nodig 3. Meer praten 4. Racende gedachten 5. Makkelijk afgeleid 6. Verhoogde doel gerichte activiteit 7. Excessieve activiteit met negatieve uitkomsten |
|
|
Term
| Hoe lang moet een manische episode aanwezig zijn voordat de diagnose gesteld kan worden? |
|
Definition
| Een manische episode dient meer dan een week aanwezig te zijn voordat de diagnose gesteld kan worden en het dient het sociale of academische functioneren te belemmeren. |
|
|
Term
| Wat is een bipolaire I stoornis? |
|
Definition
| Een of meer manische episodes en een geschiedenis van major depressie. |
|
|
Term
| Wat is een cipolaire II stoornis? |
|
Definition
| Hypomanie en een geschiedenis van major depressie. |
|
|
Term
|
Definition
| Manie, maar dan minder ernstig en minder lang (4 dagen). |
|
|
Term
| Wat is een cyclothyme stoornis? |
|
Definition
| Chronische maar milde fluctuaties tussen hypomanie en depressieve symptomen. |
|
|
Term
| Vroeger was er een rest categorie voor bipolaire stoornis, NOS, maar hoe heet dat nu? |
|
Definition
| Vroeger was er een rest categorie voor bipolaire stoornissen, NOS, maar nu is dat ondergebracht in Other Specified Bipolar and Related Disorder en Unspecified Bipolar and Related Disorder. |
|
|
Term
| Wat is belangrijk om te onthouden over manie bij jongeren en volwassenen? |
|
Definition
| Manie bij jeugd kan heel anders geuit worden dan bij volwassenen. |
|
|
Term
| Hoe kan een bipolaire stoornis zich uiten bij jongeren? |
|
Definition
| Bipolaire stoornis kan bij jongeren voorkomen zonder de duidelijke episodes tussen manie en depressie, maar meer in een vorm van een chronische gemoedstands deregulatie. |
|
|
Term
| Waarmee is een geirriteerde gemoedstoestand bij jongeren vaak gerelateerd? |
|
Definition
| Een geïrriteerde gemoedstoestand is bij jongeren vaak gerelateerd aan een bipolaire stoornis. |
|
|
Term
| Wat maakt het lastig om een bipolaire stoornis bij jongeren vast te stellen? |
|
Definition
| Het is lastig bij jongeren om te bepalen of er sprake is van een bipolaire stoornis of dat het ‘gewoon’ normale gedragingen zijn die bij jong zijn horen. |
|
|
Term
| Waar staat FIND voor? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Frequency 2. Intensity 3. Number 4. Duration |
|
|
Term
| Wat zijn manische symptomen die voorkomen bij jongeren? (15 punten) |
|
Definition
| 1. Euforische gemoedstoestand 2. Geïrriteerde gemoedstoestand 3. Mood swings 4. Minder slaap nodig 5. Meer energie 6. Hyperactiviteit 7. Verhoogde doel gerichte acitiviteiten 8. Grandiositeit 9. Veranderde spraak 10. Racende gedachten 11. Flight of ideas 12. Makkelijk afgeleid 13. Slechte beoordeling 14. Hallucinaties 15. Wanen |
|
|
Term
|
Definition
| Veel ideeën tegelijkertijd hebben |
|
|
Term
| Wat is de prevalentie van bipolaire stoornis in een gezonde en in een klinische populatie? |
|
Definition
| Prevalentie van bipolaire stoornis bij jongeren is 0-6% in een gezonde populatie en in een klinische populatie 17-30%. |
|
|
Term
| Wat voor een soort factoren spelen een rol bij het ontwikkelen van een bipolaire stoornis |
|
Definition
| Genetische en neurobiologische factoren spelen een rol bij het ontwikkelen van een bipolaire stoornis. |
|
|
Term
| Bij hoeveel procent is erfelijkheid de oorzaak van de bipolaire stoornis? |
|
Definition
| Erfelijkheid van een bipolaire stoornis ligt tussen de 60—90%. |
|
|
Term
|
Definition
| Gestructureerd interview om een diagnostische beslissing te maken. |
|
|
Term
| Wat is Young Mania Rating Scale (YMRS)? |
|
Definition
| Vaststellen van een manie bij kinderen en adolescenten. |
|
|
Term
| Wat is General Behavior Inventory? |
|
Definition
| Assesment van symptomen van depressie, hypomanie, manie en gemixte gemoedstoestanden bij kinderen en adolescenten, ook geschikt om ouders in te laten vullen. |
|
|
Term
| Wat dient er te gebeuren bij een kind met manie? |
|
Definition
| Om de veiligheid te garanderen voor het kind met manie dient deze opgenomen te worden. |
|
|
Term
| Wat is de meest gebruikelijke vorm van behandeling voor een bipolaire stoornis? |
|
Definition
| Medicatie is de meest gebruikelijke vorm van behandeling voor een bipolaire stoornis. |
|
|
Term
| Wat is veel voorkomende medicatie bij bipolaire stoornis? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Lithium 2. Valproate 3. Atypische antipsychotische middelen |
|
|
Term
| Wat is de behandeling van voorkeur bij depressieve symptomen? |
|
Definition
| Behandeling van de depressieve symptomen gebeurd bij voorkeur met SSRI’s. |
|
|
Term
| Waarvoor wordt psychoeducactie ingezet? |
|
Definition
| Psychoeducatie wordt ingezet om familieleden te informeren over de stoornis. |
|
|
Term
| Hoe is suicide gerelateerd aan depressie? |
|
Definition
| Suicide is gerelateerd aan depressie, maar vica versa geldt dit ook. |
|
|
Term
| Wie sterven er vaker aan suicide en wie hebben meer suicidale gedachten mannen of vrouwen? |
|
Definition
| Mannen sterven vaker door suicide, maar vrouwen hebben meer suïcidale gedachten. |
|
|
Term
| Hoeveel procent van de jongeren heeft suicidale gedachten gehad en bij wie kwam dit vaker voor bij jongens of bij meisjes? |
|
Definition
| 19,4% van de jongeren heeft suïcidale gedachten gehad en dit kwam vaker voor bij meisjes dan bij jongens. |
|
|
Term
| Hoeveel procent van de bevolking heeft een suicide poging gedaan? |
|
Definition
| Suicide pogingen komt bij 7,1% van de bevolking voor. |
|
|
Term
| Wanneer is de kans het grootst op herhaling van een suicide poging? |
|
Definition
| De eerste drie maanden na een suicide poging is de kans het grootst op herhaling. |
|
|
Term
| Wie doen vaker een tweede suicide poging jongens of meisjes? |
|
Definition
| Jongens doen vaker een tweede suicide poging (27%), dan meisjes (21%). |
|
|
Term
| Wat zijn geassocieerde stoornissen met suicide? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Bipolaire stoornis 2. Gedragsstoornis 3. Verslaving |
|
|
Term
| Wat is de beste voorspeller van een suicide poging? |
|
Definition
| De beste voorspelling voor een suicide poging is de geschiedenis van suicide pogingen. |
|
|
Term
| Wat werkt beschermend tegen suicide? |
|
Definition
| Bescherming en support vanuit de familie werkt beschermend tegen suicide. |
|
|
Term
| Welke factoren vergroten de kans op suicide? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Suicide poging in de familie 2. Pesten 3. Sociale relaties 4. Sociaal culturele invloeden |
|
|
Term
|
Definition
| Contagion, het nadoen van suicide berichten in de media. |
|
|
Term
| Bij wie wordt selectieve of targeted suicide preventie ingezet? |
|
Definition
| Selectieve of targeted suicide preventie wordt ingezet bij jongeren die nog geen suïcidaal gedrag uitvoeren, maar van wie gedacht wordt dat ze er gevoelig voor zijn. |
|
|