Term
| Je voldoet aan de criteria van de DSM voor schizofrenie als je twee of meer van de volgende symptomen hebt. (5 punten) |
|
Definition
| 1. Wanen 2. Hallucinaties 3. Onsamenhangende spraak 4. Chaotisch of catatoon gedrag 5. Negatieve symptomen |
|
|
Term
| Wat zijn positieve symptomen? |
|
Definition
| Iets wat er niet had moeten zijn. |
|
|
Term
| Wat zijn negatieve symptomen? |
|
Definition
| Iets wat er wel had moeten zijn. |
|
|
Term
| Hoe lang moet de symptomatische periode duren voordat er spraken is van schizofrenie? |
|
Definition
|
|
Term
| Wat is het degeneratieve model? |
|
Definition
| Kraeplin, verlies aan hersencellen, niet meer actueel, omdat hersencellen niet afblijven sterfen en er glialcellen voor in de plaats komen en de afname stabiliseert. |
|
|
Term
| Hoe manifesteert schizofrenie zich? |
|
Definition
| Schizofrenie manifesteert zich als een neuro-ontwikkelingsstoornis in de adolescentie. |
|
|
Term
| Watis de prodromale fase? |
|
Definition
| Laatste fase voordat de eerste ziekteverschijnselen doorbreken. |
|
|
Term
| Waar legt Weinberger de nadruk op wat betreft schizofrenie? |
|
Definition
| Weinberger legt de nadruk op een vroege hersenstoornis. |
|
|
Term
| Waar legt Feinberg de nadruk op wat betreft schizofrenie? |
|
Definition
| Feinberg legt de nadruk op structurele en functionele veranderingen in de hersenen en hij suggereert dat schizofrenie het gevolg is van gebeurtenissen laat in de hersenen. |
|
|
Term
| Wat houdt de genotype-omgevingsinteractie in? |
|
Definition
| Mensen verschillend gevoelig zijn voor hun omgeving. |
|
|
Term
| Wat zijn de risicofactoren voor schizofrenie? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Erfelijkheid 2. Perinatale risicofactoren 3. Psychosociale risicofactoren 4. Maatschappelijke risicofactoren |
|
|
Term
| Is kwetsbaarheid voor psychotische stoornissen erfelijk? |
|
Definition
|
|
Term
| Waar ligt nu de focus op bij de oorzaak van schizofrenie? |
|
Definition
| Geen enkel gen verklaard alles, vandaar dat de focus nu ligt op de interactie tussen genen en omgeving. |
|
|
Term
|
Definition
| Biologische of neuropsychologische kenmerken geassocieerd met een ziekte. |
|
|
Term
| Wat vergroot de kans op schizofrenie tijdens zwangerschap of bevalling? |
|
Definition
| Elke ontregeling tijdens de zwangerschap of bevalling vergroot de kans op vertraging of ontregeling van de hersenen die zich op volwassen leeftijd kunnen uiten in een psychotische episode. |
|
|
Term
| Wat zijn maatschappelijke kenmerken die de kans op schizofrenie vergroten? (9 punten) |
|
Definition
| 1. Migratie 2. Etniciteit 3. Disciminatie 4. Armoede 5. Doofheid 6. Neuroticisme 7. Cannabisgebruik 8. Seksueel misbruik 9. Pesten |
|
|
Term
| Wie lopen er een groter risico op schizofrenie bij migratie, de eerste of tweede generatie? |
|
Definition
|
|
Term
| Als je aan vijf armoedecriteria voldoet heb je een verhoogd risico op schizofrenie, welke? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Huurwoning 2. Lage sociaal economische status 3. Eenoudergezin 4. Werkloosheid |
|
|
Term
| Met welke instrumenten kan je de diagnose schizofrenie stellen? (3 punten) |
|
Definition
| 1. CASH + IRAOS 2. SCID 3. SCAN |
|
|
Term
|
Definition
| Comprehensive assessment of symptoms and history. |
|
|
Term
|
Definition
| Instrument for retrospective assessment of the onset and early course of schizophrenia. |
|
|
Term
|
Definition
| Structured clinical interview for DSM, diagnose as 1. |
|
|
Term
|
Definition
| Schedules of clinical assessment in neuropsychiatry, kan zowel voor de DSM als voor de ICD gebruikt worden. |
|
|
Term
| Wat zijn instrumenten om de ernst van de psychopathologie vast te stellen? (2 punten) |
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| Briefing psychiatric rating scale. |
|
|
Term
|
Definition
| Positive and negative syndrome scale. |
|
|
Term
| Welk instrument is er om de hinder en beinvloeding van allerdaagse bezigheden vast te stellen? |
|
Definition
|
|
Term
| Welke instrumenten zijn er om meta cognities over psychose in kaart te brengen? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Beliefs about voices questionnaire revised (BAVQ-R) 2. Voice Power Differential (VPD) 3. Safety behaviors Questionnaire |
|
|
Term
| Wanneer wordt beliefs about voices questionnaire gebruikt? |
|
Definition
| Wordt gebruikt bij stemmen. |
|
|
Term
| Wanneer wordt de voice power differential gebruikt? |
|
Definition
| Wordt gebruikt om het machtsverschil tussen de stem en de stemmenhoorder te bepalen. |
|
|
Term
| Wanneer wordt de safety behaviors questionnaire gebruikt? |
|
Definition
| Wordt gebruikt bij wanen en vermijdingsdrag. |
|
|
Term
| Met welke insturmenten kan er ziekte inzicht verkregen worden? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Psychosis insight scale (PI) 2. Beck Cognitive insight scale 3. Recovery style questionnaire |
|
|
Term
| Wat meet de psychosis insight scale? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Ziektebesef 2. Ziekteinzicht 3. Compliance |
|
|
Term
| Wat meet de beck cognitive insight scale? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Zelfreflectie 2. Zelfverzekerheid |
|
|
Term
| Wat meet de recovery style questionnaire? ( |
|
Definition
| Of de cliënt geneigd is om te leren van de psychose. |
|
|
Term
| Met welke instrumenten wordt het leervermogen het meest onderzocht? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Vijftien woorden taak 2. California verbal learning test |
|
|
Term
| Waarmee wordt tenaciteit van de aandacht gemeten? |
|
Definition
| De continious performance test. |
|
|
Term
| Waar wordt executief functioneren mee gemeten? |
|
Definition
| Met de wisconsin card sorting test. |
|
|
Term
| Waar gaan negatieve symptomen mee samen? |
|
Definition
| Met cognitieve beperkingen. |
|
|
Term
| Waar gaan positieve symptomen mee samen? |
|
Definition
| Met cognitieve tendensen (biases). |
|
|
Term
| Wat zijn de cognitieven tendensen bij mensen met schizofrenie? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Jumping to conclusions 2. Bronmonitoringstendens |
|
|
Term
| Wat is jumping to conclusions? |
|
Definition
| Op basis van weinig informatie een conclusive trekken. |
|
|
Term
| Wat is bronmonitoringstendens? |
|
Definition
| Eigen gedachten en uitspraken toe te schrijven aan andere personen. |
|
|
Term
| Waarmee kan de zorgbehoefte in kaart worden gebracht? |
|
Definition
| Camberwell assessment of needs (CANAS). |
|
|
Term
| Wat is het beoogde doel bij schizofrenie? |
|
Definition
|
|
Term
| Wat zijn de belangrijkste instrumenten om het behandeleffect te bepalen? (2 punten) |
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| Schedule for assessment of negative symptoms. |
|
|
Term
|
Definition
| Schedule for assessment of positive symptoms. |
|
|
Term
| Waar staat herstel bij schizofrenie gelijk aan? |
|
Definition
| Het hervinden van identiteit, hoop en een betekenisvol bestaan. |
|
|
Term
| Waar richt zich de behandeling van schizofrenie op? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Terugdringen van symptomen 2. Verminderen van lijdensdruk |
|
|
Term
| Waar bestaat de behandeling van schizofrenie uit? (7 punten) |
|
Definition
| 1. Antipsychotische medicatie 2. Cognitieve gedragstherapie 3. Cognitieve remediatietraining 4. Psycho-educatie 5. Gezinsinterventies 6. Arbeidsrehabilitatie 7. Vaardigheidstraining |
|
|
Term
| Welke soorten antipsychotische medicatie zijn er? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Klassieke / eerste generatie 2. Moderne / tweede generatie |
|
|
Term
| Wat is Klassieke / eerste generatie antipsychotica? |
|
Definition
| Dopamine antagonisten, dopamine blijft aanwezig maar kunnen niet meer hechten aan de receptoren |
|
|
Term
| Wat is het effect van klassieke antipsychotica? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Verminderde beweging 2. Bewegingsstoornissen |
|
|
Term
| Wat is het effect van moderne antipsychotica? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Seksuele disfuncties 2. Metabool syndroom bij mannen |
|
|
Term
| Waar wordt cognitieve therapie vooral bij toegepast bij schizofrenie? |
|
Definition
| Bij blijvende psychotische symptomen en richt zich met name op hallucinaties en wanen. |
|
|
Term
| Wat is het doel van de behandeling van wanen? |
|
Definition
| Om iets aan de wanen te veranderen waardoor de dreiging verdwijnt. |
|
|
Term
| Wat zijn vertekeningen en misintepretaties die bij schizofrenie voorkomen? (9 punten) |
|
Definition
| 1. Covariatiebias 2. Confirmatiebias 3. Dataverzamelingsbias 4. Bronmonitoringsbias 5. Metacognitieve bias 6. Inaccurate mimische herkenning 7. Inaccurate theory of mind 8. Vermijdingsgedrag en selectieve aandacht 9. Geheugenbias |
|
|
Term
|
Definition
| Toeval bestaat niet en er worden oneigenlijke verbanden gelegd |
|
|
Term
|
Definition
| Bewijs zoeken dat eerste opvattingen ondersteund |
|
|
Term
| Wat is dataverzamelingsbias? |
|
Definition
| Op grond van minimale informatie conclusies worden getrokken (bij wanen) |
|
|
Term
| Wat is bronmonitoringsbias? |
|
Definition
| Eigen gedachten en uitspraken aan andere toeschrijven (bij hallucinaties) |
|
|
Term
| Wat is metacognitieve bias? |
|
Definition
| Eigen gedachten gevaarlijk en oncontroleerbaar vinden en daarom de gedachten proberen te onderdrukken |
|
|
Term
| Wat is inaccurate mimische herkenning? |
|
Definition
| Minder accuraat bij het interpreteren van het affect in de mimiek van anderen |
|
|
Term
| Wat is inaccurate theory of mind? |
|
Definition
| Vormen van een verkeerd beeld van kennis, motieven en gevoelens van anderen |
|
|
Term
| Wat is vermijdingsgedrag en selectieve aandacht? |
|
Definition
| Zorgen voor het in stand blijven van irreele overtuigingen |
|
|
Term
|
Definition
| Geheugenproblemen waardoor cliënten denken dat andere aan de buitenkant kunnen zien dat ze patient zijn en hierdoor ontwikkelen zij een isolement |
|
|
Term
| Cognitieve remediatietraining richt zich op verbeteren van cognitieve beperkingen in, zoals waarbij? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Aandacht 2. Geheugen 3. Probleemoplossende vaardigheden 4. Sociale waarneming |
|
|
Term
| Voor wie was psycho educatie rondom schizofrenie in de eerste instantie bedoeld? |
|
Definition
| Als informatie voor familieleden. |
|
|
Term
| Wat is expressed emotion? |
|
Definition
| Onderzoek naar emoties die worden geuit en wat voor een effect dat heeft. |
|
|
Term
| Hebben positieve of negatieve emoties een recidive ontlokkende invloed op schizofrenie? |
|
Definition
| Uit onderzoek bleek dat zowel positieve als negatieve emoties recidive-ontlokkende invloed had op schizofrenie. |
|
|
Term
| Wat is het doel van psychoeducatie voor familieleden? |
|
Definition
| Door familieleden hier kennis over bij te brengen door middel van psycho-educatie kon het arousal bij familieleden beperkt worden. |
|
|
Term
| Wat zijn de huidige stappen van psycho-eductie bij familieleden van een schizofrenie patiënt? (8 punten) |
|
Definition
| 1. Verschijnselen van schizofrenie 2. Beloop en prognose 3. Oorzaken 4. Behandeling 5. Revalidatie- en rehabilitatiemogelijkheden 6. Omgevingsinvloeden en terugvalpreventie 7. Omgang met patiënten 8. Juridische kwesties |
|
|
Term
| Waar zijn gezinsinterventies op gericht bij schizofrenie? |
|
Definition
| Gezinsinterventies bij schizofrenie zijn gericht op veranderingen binnen het gezin. |
|
|
Term
| Wat is individual placement and support? |
|
Definition
| Arbeidsrehabilitatie bij schizofrenie om werk te vinden en coachen om de baan te behouden. |
|
|
Term
| Waar richt vaardigheidstraining zich op bij schizofrenie? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Hanteren van ziekteverschijnselen 2. Sociaalmaatschappelijk functioneren |
|
|
Term
| Waar bestaatn Liberman-trainingen uit? (7 punten) |
|
Definition
| 1. Inleiding die het belang van de vaardigheid toelicht 2. Video instructie 3. Rollenspel 4. Keuze van hulpmiddelen 5. Probleemsituaties overwinnen 6. Praktische oefening met de hulpverlener 7. Huiswerkopdracht om eigen vaardigheden in de eigen situatie toe te passen |
|
|
Term
| Waar vinden de meeste behandelingen van schizofrenie plaats? |
|
Definition
| Veel behandelingen van psychosen spelen zich af in een klinische setting. |
|
|
Term
| Wat is Assertive community treatment (ACT)? |
|
Definition
| multidisciplinaire teams die alle zorg leveren voor een groep patiënten. |
|
|
Term
| Wat zijn de effecten van antipsychotische medicatie? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Dringt hallucinaties, wanen en verwardheid terug 2. Vermindert kans op terugval 3. Werking is symtpoomspecifiek 4. Niet iedereen heeft er baat bij |
|
|
Term
| Hoeveel procent van de patienten recidiveert binnen een jaar zonder en met medicatie? |
|
Definition
| Patienten zonder medicatie redicidiveren in 70% van de gevallen binnen een jaar terwijl met medicatie dit 40% is. |
|
|
Term
| Patienten met schizofrenie die medicatie gebruiken waar hebben die een grotere kans op? |
|
Definition
| Een verhoogde kans op hartproblemen. |
|
|
Term
| Wat voor een effect heeft cognitieve gedragstherapie op schizofrenie? |
|
Definition
| Kleine tot middelmatige effecten van op de symptomen van schizofrenie en de resultaten houden maximaal 3 jaar aan. |
|
|
Term
| Wat is het effect van cognitieve remediatietraining? |
|
Definition
| Wisselende effecten, van niet effectief tot middelgrote effecten op cognitief functioneren, sociaal functioneren en een afname van psychopathologie. |
|
|
Term
| Welke twee technieken verminderen terugval bij schizofrenie? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Psycho-educatie 2. Gezinsgedragstherapie |
|
|
Term
| Is arbeidsrehabilitatie effectief bij schizofrenie? |
|
Definition
| Arbeidsrehabilitatie is effectief, na 18 maanden had 34% betaald werk, terwijl oudere trainingen en werktoeleiding tot 12% aan een betaalde baan had geholpen. |
|
|
Term
| Wat zijn verschillende soorten vaardigheidstrainingen? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Liberman-modules 2. Omgaan met antipsychotische medicatie 3. Omgaan met psychotische symptomen |
|
|
Term
| Waar hebben de vaardigheidstrainingen effect op? |
|
Definition
| Op de kennis en vaardigheden, maar niet op het sociaal functioneren en niet op de psychopathologie. |
|
|