Term
| Wat bestudeert de ontwikkelingspsychologie? |
|
Definition
Onderzoek naar de veranderingen in vaardigheden en gedragingen tijdens de levensloop
En welke factoren deze veranderingen teweegbrengen of beïnvloeden |
|
|
Term
| Wanneer begint de cognitieve ontwikkeling van een baby? |
|
Definition
| Nog voordat een baby ter wereld komt |
|
|
Term
| Van welke vijf bekwaamheden maakt een baby gebruik om cognitief te leren? |
|
Definition
1.Selectieve aandacht
2. Stimuli kunnen onthouden in hun semantisch geheugen
3.Imitatie leren
4. De mogelijkheid om statistisch te leren
5. De wil om de omgeving te controleren
Hiervan wordt aangenomen dat deze aangeboren zijn |
|
|
Term
| Wat is de habituatie techniek? |
|
Definition
Baby's wennen aan stimuli en gaan daarom steeds op zoek naar nieuwe prikkels
Onderzoekers gebruiken deze techniek om capaciteiten van zuigelingen te onderzoeken |
|
|
Term
| Wat is de theorie van Piaget over de ontwikkeling van kinderen? |
|
Definition
Kinderen vormen schema's van de indrukken die zij opdoen
De ontwikkeling van kinderen gaat sprongsgewijs, in stadia |
|
|
Term
| Hoe ontwikkelen schema's zich? |
|
Definition
Door assimilatie
Door accommodatie |
|
|
Term
| Wat is assimilatie van een schema? |
|
Definition
| Het proces waarbij een kind nieuwe informatie uit de wereld opneemt en deze in een bestaand schema probeert onder te brengen |
|
|
Term
| Wat is accomodatie van een schema? |
|
Definition
| Als een kind een schema aanpast op basis van afwijkende informatie |
|
|
Term
| Welke stadia zijn er in de stadia theorie van Piaget? |
|
Definition
Het sensomotorische stadium
Het preoperationele stadium
Het concreet operationele stadium
Het formeel operationele stadium |
|
|
Term
| Welke ontwikkelingen maakt een kind door in het sensomotorische stadium? |
|
Definition
Geboorte tot 2 jaar
Zij zijn bezig met hun waarnemingen en acties en de interactie tussen deze twee
Zij verwerven basisconcepten voor tijd, ruimte en causaliteit
Zij verwerven objectpermanentie |
|
|
Term
| Wat is objectpermanentie? |
|
Definition
| Dit is het besef dat een voorwerp blijft bestaan als je het niet meer kunt zien |
|
|
Term
| Welke kennis verwerft een kind tijdens de preoperationele fase? |
|
Definition
2 tot 7 jaar
Kennis is gebaseerd op het uiterlijk van dingen en niet op kennis van onderliggende principes
Nog geen logisch denken
Leert het verschil tussen schijn en realiteit |
|
|
Term
| Welke kennis verwerft een kind in het concreet-operationele stadium? |
|
Definition
7 tot 11 jaar
Inzicht in omkeerbaarheid van acties die het kind in staat stellen om onderliggende principes te begrijpen
(operaties)
Dit inzicht wordt nog wel alleen toegepast in concrete situaties
Inzicht in conservatie |
|
|
Term
| Wat zijn volgens Piaget operaties? |
|
Definition
Omkeerbare acties waarvan de gevolgen ongedaan kunnen worden gemaakt door andere acties
BV. klei vervormen en weer terugbrengen in de oorspronkelijke vorm |
|
|
Term
| Wat is volgens Piaget conservatie? |
|
Definition
Het besef dat de onderliggende fysische dimensie gelijk blijft ondanks oppervlakkige veranderingen
|
|
|
Term
| Wat zijn volgens Piaget de verschillende conservatie taken? |
|
Definition
Behoud van aantal
Behoud van materie
Behoud van lengte
Behoud van volume |
|
|
Term
| Welke kennis verwerft een kind in de formeel-operationele fase? |
|
Definition
Vanaf 11 jaar
Hier krijgt een kind de capaciteit om hypothetische problemen op te lossen via operaties
De capaciteit om zich in te beelden hoe dingen zouden kunnen zijn |
|
|
Term
| Wat heeft de ontwikkelingspsychologie met name te danken aan Piaget? |
|
Definition
| Hij heeft als eerste gewezen op het feit dat kinderen op een andere manier denken dan volwassenen |
|
|
Term
| Wat zijn de problemen met de theorie van Piaget? |
|
Definition
1.Hij ging niet uit van minder of meer begrip maar van andere denkprocessen in de stadia
2. Hij ging er vanuit dat als een kind eenmaal in een stadium was deze ook alle problemen binnen dit stadium kon oplossen
3. Hij ging er vanuit dat denkprocessen samenhangen met een kritische leeftijd |
|
|
Term
| Welke benadering hebben ontwikkelingspsychologen bij het bestuderen van cognitieve ontwikkeling? |
|
Definition
1. Er wordt uitgegaan van wat kinderen van verschillende leeftijden en verschillende omgevingen al wel kunnen
2. Kennis opdoen is een continue proces
3.De uit te voeren taak moet ook bij het niveau van het kind passen, niet alleen het probleem
4. Vaardigheden worden niet spontaan verworven maar moeten actief worden geoefend |
|
|
Term
| Welke sleutelprincipes zijn er nodig voordat een kind besef heeft van tellen? |
|
Definition
Het 1op1 principe
(1 getal voor 1 voorwerp)
Het principe van stabiele getalvolgorde
(getallen worden in dezelfde volgorde toegewezen)
Het kardinaalprincipe
(het laatste getal geeft de waarde aan)
Het abstractieprincipe
(van toepassing op elke groep voorwerpen)
Het principe van irrelevantie van itemvolgorde
(voorwerpen kunnen in willekeurige volgorde geteld worden) |
|
|
Term
| Wat is een sedentaire gemeenschap? |
|
Definition
| Een gemeenschap met een vaste verblijfplaats |
|
|
Term
| Wat is een verklaring voor het gebrek aan objectpermanentie bij kinderen? |
|
Definition
| Het snelle verval van geheugensporen |
|
|
Term
|
Definition
Indeling van de bevolking naar sociale lagen
Strata= laag |
|
|
Term
| Wat is stratificatie in het onderwijs? |
|
Definition
| Dat kinderen met een sterk verschil in competentie niveau in aparte klassen geplaatst worden |
|
|
Term
| Wat is inclusief onderwijs? |
|
Definition
| Onderwijs dat alle kinderen en jongeren samen een zo goed mogelijk onderwijs wil bieden in een gewone school |
|
|
Term
| Wat wordt gezien als de adolescentie? |
|
Definition
De jongvolwassenheid
De leeftijd van 12 tot 22 jaar |
|
|
Term
| Wat is longitudinaal onderzoek? |
|
Definition
| Dezelfde groep individuen over langere tijd volgen en hen op regelmatige tijdstippen onderzoeken |
|
|
Term
| Wat is cross-sectioneel onderzoek? |
|
Definition
| Onderzoek waarbij mensen van verschillende leeftijden op hetzelfde moment getest worden |
|
|
Term
|
Definition
| Een accepterende en betrekkelijk objectieve inschatting van de eigen persoonlijke aard |
|
|
Term
| Uit welke twee fasen bestaat het ontstaan van een zelfconcept? |
|
Definition
Ontwikkelen van een subjectief zelf = het besef dat je bestaat
Ontwikkelen van een objectief zelf = het besef dat het zelf stabiele kwaliteiten heeft |
|
|
Term
| Wanneer is het subjectieve zelf volledig gevormd? |
|
Definition
Als het objectpermanentie heeft
8-12 maanden
Besef dat niet alleen anderen maar ook het zelf een continuïteit heeft
|
|
|
Term
| Wanneer worden gedachten en gevoelens aan het zelfconcept toegevoegd? |
|
Definition
| Tijdens de lagere school en de adolescentie |
|
|
Term
| Wat is volgens Erikson het conflict in het eerste levensjaar? |
|
Definition
| Fundamenteel vertrouwen vs wantrouwen |
|
|
Term
| Wat is volgens Erikson het conflict in de peutertijd? |
|
Definition
| Autonomie vs schaamte en twijfel |
|
|
Term
Wat is volgens Erikson het conflict tijdens de vroege kinderjaren?
3-6 |
|
Definition
|
|
Term
| Wat is volgens Erikson het conflict in de lagere school leeftijd? |
|
Definition
| Vlijt vs minderwaardigheid |
|
|
Term
| Wat is volgens Erikson het conflict tijdens de adolescentie? |
|
Definition
| Identiteit vs rolverwarring |
|
|
Term
Wat is volgens Erikson het conflict in de vroeg volwassenheid?
18-30 |
|
Definition
|
|
Term
Wat is volgens Erikson het conflict in de middenvolwassenheid?
30-60 |
|
Definition
| Generativitteit vs stagnatie |
|
|
Term
Wat is volgens Erikson het conflict in de late volwassenheid?
60+ |
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| Dit is de sterke emotionele binding die we hebben met een beperkt aantal belangrijke personen in ons leven |
|
|
Term
| Wat zijn de gehechtheidsstadia van Bowlby? |
|
Definition
Fase voorafgaand aan eigenlijke hechting
(geboorte - 6 weken)
Fase van beginnende hechting
(6 weken - 7 maanden)
Fase van scherp omlijnde gehechtheid
(7 maanden - 1,5- 2 jr)
Vorming van een wedekerige relatie (vanaf 2 jr) |
|
|
Term
| Welk gedrag hoort bij de fase voorafgaand aan de eigenlijke hechting van Bowlby? |
|
Definition
Aangeboren signalen houden de volwassenen in nauw contact met de baby
Baby's laten zich nog door elke volwassene verzorgen |
|
|
Term
| Welk gedrag hoort bij de fase van beginnende hechting van Bowlby? |
|
Definition
| Het kind begint positiever te reageren op bekende verzorgers dan op vreemden |
|
|
Term
| Welk gedrag hoort bij de fase van sterk omlijnde gehechtheid van Bowlby? |
|
Definition
Het kind hecht sterk aan de verzorgers
Vertoont verlatingsangst en scheidingsangst
(ontstaan van objectpermanentie) |
|
|
Term
| Welk gedrag hoort bij de fase van een wederkerige relatie van Bowlby? |
|
Definition
| Kinderen kunnen een beetje voorspellen wanneer ouders weer terug komen, hierdoor vermindert scheidingsangst |
|
|
Term
| Wat zijn de gehechtsheidspatronen van de vreemde situatie test van Ainsworth? |
|
Definition
Veilige hechting
Vermijdende hechting
Angstige hechting
Gedesorganiseerde/ gedesoriënteerde hechting |
|
|
Term
| Welke test wordt tegenwoordig gebruikt om gehechtheid bij kinderen te testen? |
|
Definition
AQS test
Attachement Q sort
Test van 90 gedragingen die in de thuissituatie in een observatie sessie wordt afgenomen |
|
|
Term
| Welke twee grote variabelen spelen een rol bij het hechtingspatroon van een kind? |
|
Definition
Kwaliteit van de opvoeding
Temperament van het kind |
|
|
Term
| Welke drie kerndimensies heeft een gezaghebbende opvoeding? |
|
Definition
Aanvaarding van het kind
Gedragscontrole
Toelaten van psychologische autonomie |
|
|
Term
| Wat is geslachtstypering? |
|
Definition
Het proces waarbij een kind een geslachtsidentiteit aanneemt en sociaal aangepaste mannelijke of vrouwelijke gedragingen vertoont
-Vanaf peuters van 18 maanden- |
|
|
Term
| Wat zijn primaire geslachtskenmerken? |
|
Definition
| Zijn rechtstreeks verbonden met de voortplanting |
|
|
Term
| Wat zijn secundaire geslachtskenmerken? |
|
Definition
| Veranderingen in het uiterlijk die niet rechtstreeks met voortplanting te maken hebben |
|
|
Term
| Wat zijn twee in het oog springende kenmerken van adolescentie denken? |
|
Definition
Imaginair publiek
Persoonlijke fabel |
|
|
Term
| Welke vier opvoedstijlen onderscheide Baumrind 1971? |
|
Definition
Autoritaire ouders
Permissieve ouders
Gezaghebbende ouders
Verwerpende verwaarlozende ouders |
|
|
Term
| Wat is naïef idealisme bij adolecenten? |
|
Definition
Een weinig realistische ideaal wereld wordt vergeleken met de realiteit en vanuit daar wordt de dagelijkse leefwereld bekritiseerd
Gevolg van hypothetisch kunnen denken |
|
|
Term
Wat is opkomende volwassenheid?
Arnet |
|
Definition
De periode tussen 18 jaar en de doorbraak naar de echte volwassenheid
Een periode waarin geëxperimenteerd wordt met verschillende rollen, relaties en jobs |
|
|
Term
| Wat is een levensoverzicht? |
|
Definition
Bejaarden maken de balans op van hun leven
Een overzicht hiervan maken helpt hen om de ervaringen te integreren en de zelfwaarde te verhogen
Het wordt in het algemeen gewaardeerd als dit samen met iemand gedaan kan worden |
|
|
Term
| Wat is de mythe van de midlife crisis? |
|
Definition
| Het feit dat er geen evidentie bestaat voor een midlife crisis |
|
|
Term
|
Definition
| De gevolgen van sociale isolatie bij resusaapjes |
|
|
Term
| Wat zijn volgens Piaget schema's? |
|
Definition
| Kinderen krijgen controle over aangeboren reflexen doordat zij interne mentale representaties maken van de acties en bijbehorende voorwerpen |
|
|
Term
| Wat is het cognitief functioneren van adolescenten? |
|
Definition
* Kunnen problemen op een systematische manier oplossen
* Deductief redeneren
* Kunnen over hypothetische situaties nadenken
* Hebben een beter gefundeerd moreel besef
* Streven naar autonomie |
|
|