Term
| Wat voor een stoornissen komen het meeste voor bij ouderen? |
|
Definition
| Angststoornissen zijn de meest voorkomende psychiatrische condities bij ouderen. |
|
|
Term
| Hoeveel procent van de 65plussers ervaart een fobie, paniekstoornis en/of obsessief compulsieve stoornis? |
|
Definition
| 5,5% van de 65plussers ervaart een fobie, paniekstoornis en/of een obsessief compulsieve stoornis. |
|
|
Term
| Wat zijn de angststoornissen volgens DSM? (10 punten) |
|
Definition
| 1. Paniekstoornis met of zonder agorafobie 2. Agorafobie zonder paniekstoornis 3. Specifieke fobie 4. Sociale fobie 5. Obsessief compulsieve stoornis 6. Posttraumatische stress stoornis 7. Acute stress stoornis 8. Gegeneraliseerde angststoornis 9. Angst door medische conditie 10. Substance induced angststoornis |
|
|
Term
| Welke subtypes van de specifieke fobie zijn er? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Dieren 2. Natuur 3.Bloed injectie 4. Situaties 5.Overig |
|
|
Term
| Wat is een paniekstoornis? |
|
Definition
| Episodes van intense angst die samengaan met lichamelijke angstsensaties en cognitieve symptomen. |
|
|
Term
| Hoe lang duurt een paniekaanval en hoe lang duurt het voordat het wegtrekt? |
|
Definition
| Een paniekaanval duurt gemiddeld 5-10 minuten en het duurt 5 tot 30 minuten voordat het wegtrekt. |
|
|
Term
|
Definition
| Vermijden van plaatsen (waar eerder een aanval heeft plaats gevonden). |
|
|
Term
| Hoeveel procent van de 65 plussers heeft een paniekstoornis? |
|
Definition
| 0,4% van de 65 plussers heeft een paniekstoornis. |
|
|
Term
| Wat is vaak de achterliggende reden als iemand pas laat in zijn leven wordt gediagnosticeerd met een paniekstoornis? |
|
Definition
| Als de diagnose laat in het leven gemaakt wordt is dat vaak omdat men het eerder als diagnose gemist heeft. |
|
|
Term
| Wat maakt het lastig om de diagnose agorafobie te stellen bij ouderen? |
|
Definition
| Agorafobie bij ouderen hoeft niet perse een probleem te zijn, want ouderen kunnen daadwerkelijk realistische angsten hebben om naar buiten te gaan. |
|
|
Term
| Wat is een specifieke fobie? |
|
Definition
| Excessieve angst voor een object of situatie. |
|
|
Term
|
Definition
| Angst voor sociale situaties of situaties waarin gepresteerd moet worden. |
|
|
Term
| Hoe ontwikkelt sociale fobie zich door het leven heen? |
|
Definition
| Sociale fobie blijft het gehele leven bestaan, maar het kan fluctueren in ernst. |
|
|
Term
| Wat is een obsessief-compulsieve stoornis? |
|
Definition
| Bestaat uit obsessies en compulsies. |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| Acties uitvoeren om de gedachten te verminderen en hiermee ook de angst. |
|
|
Term
| Hoe kijkt een OCD patient tegen zijn eigen gedachten en acties aan? |
|
Definition
| Een OCD patient weet dat de gedachten en acties excessief en niet-realistisch zijn, maar toch is het zeer moeilijk om er mee te stoppen. |
|
|
Term
| Wat is de prevalentie van OCD bij ouderen? |
|
Definition
| Prevalentie van OCD bij ouderen is 0-1,5%. |
|
|
Term
| Wat is een posttraumatische stress stoornis? |
|
Definition
| Ontstaat na een traumatisch gebeurtenis waarbij herleving, vermijding en arousal centraal staan. |
|
|
Term
| Wanneer ontstaat PTSS meestal? |
|
Definition
| PTSS ontstaat meestal binnen 3 maanden na het trauma, maar het kan ook jaren duren voordat het zich uit. |
|
|
Term
| Komt PTSS meer bij ouderen voor? |
|
Definition
| PTSS komt bij elke leeftijdscategorie voor, maar ouderen zijn kwetsbaarder om slachtoffer van een traumatische gebeurtenis te worden en daardoor is de kans op PTSS groter bij ouderen. |
|
|
Term
| Wat is een acute stress stoornis? |
|
Definition
| De symptomen van een acute stress stoornis zijn vergelijkbaar met PTSS, maar deze diagnose wordt gegeven als er tenminste 2 dagen in de eerste maand na het trauma sprake is van deze symptomen. |
|
|
Term
| Wat is een gegeneraliseerde angststoornis? |
|
Definition
| Excessief zogen maken over van alles gedurende minimaal 6 maanden. |
|
|
Term
| Hoe vaak komt een gegeneraliseerde angststoornis voor bij ouderen? |
|
Definition
| Gegeneraliseerde angststoornis komt als tweede angsstoornis het meeste voor bij ouderen (0,7-7,1%). |
|
|
Term
| Waardoor kunnen angstklachten naast al het bovengenoemde veroorzaakt worden? |
|
Definition
| Angst klachten kunnen veroorzaakt worden door medicatie of het gebruik van middelen. |
|
|
Term
| Er bestaat een complexe interactie tussen angst, medische aandoeningen en medicatie, zoals? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Medische aandoening kan een angststoornis verbloemen en andersom 2. Aanwezigheid van angst kan bijdragen aan medische problemen en complicaties 3. Realistische angst voor ouderen over fysieke aandoeningen 4. Angst klachten kunnen ontstaan door medicatie |
|
|
Term
| Wat is opvallend aan de prevalentie van angststoornissen bij zieke ouderen? |
|
Definition
| De prevalentie van angststoornissen bij ziekte ouderen is lager dan bij jonge en middelbare zieke mensen. |
|
|
Term
| Welke aandoening krijgt een meerderheid van de patienten met een angsstoornis ook ooit in zijn leven? |
|
Definition
| 66% van de patiënten met angststoornissen lijden ook aan een major depressie op enig punt in hun leven. |
|
|
Term
| Waar is cognitieve gedragstherapie effectief bij? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Paniekstoornis 2. Gegeneraliseerde angststoornis 3. Posttraumatische stress stoornis 4. Sociale fobie |
|
|
Term
| Waar is exposure therapie effectief bij? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Specifieke fobie 2. Obsessief compulsieve stoornis |
|
|
Term
| Waarom voorzichtig zijn met medicatie bij angststoornissen bij ouderen? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Weinig onderzoek 2. Lichaam functioneert anders dan bij jonge mensen |
|
|
Term
| Selectieve serotonine heropnammer remmers (SSRI) zijn de standaard medicale behandeling geworden bij angsstoornissen, waarom? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Bewezen bij paniekstoornis, gegeneraliseerde angststoornis, sociale fobie en obsessief compulsieve stoornis 2. Depressie en angst komen vaak voor en daarvoor kan voor beide SSRI voorgeschreven worden 3. Bijwerkingen zijn minder dan bij andere medicatie |
|
|
Term
| Waarvoor wordt Nefazodone ingezet? |
|
Definition
| Nefazodone is effectief bij depressie met angst symptomen bij ouderen. |
|
|
Term
| Waarvoor wordt Venlafaxine ingezet? |
|
Definition
| Venlafaxine werkt op noradrenerge en serotonerge systemen en is effectief voor depressie en gegeneraliseerde angststoornis. |
|
|
Term
| Waarvoor wordt mirtazapine ingezet? |
|
Definition
| Mirtazapine is noradrenerg en specifiek serotonerg en werkt bij angst en slaap problemen. |
|
|
Term
| Waarvoor worden TCA's ingezet? |
|
Definition
| Tricyclische antidepressanten (TCA) zijn effectief bij angst/depressie, paniekstoornis, obsessief compulsieve stoornis en gegeneraliseerde angststoornis, maar ze zijn snel toxisch en veel bijwerkingen. |
|
|
Term
| Waarvoor worden MAO's ingezet? |
|
Definition
| Monoamine oxidase remmers werken bij angst/depressie en bij paniekstoornis, maar ook MOA’s hebben relatief veel bijwerkingen. |
|
|
Term
| Wat voor een beperkingen kunnen benzodiazepinen veroorzaken? |
|
Definition
| Benzodiazepinen kunnen beperkingen in de cognitie en motor functie veroorzaken. |
|
|
Term
|
Definition
| Buspirone heeft een hoge affiniteit voor serotine 1A receptoren en werkt op domaminerge en noradrenerge systemen. |
|
|
Term
| Waarvoor wordt buspirone ingezet? |
|
Definition
| Buspirone kan effectief zijn voor gegeneraliseerde angststoornis, maar niet voor paniekstoornis. |
|
|
Term
| Waarvoor worden Beta-Blockers ingezet? |
|
Definition
| Beta-Blockers kunnen effectief zijn bij jongere patiënten met somatische symptomen die geassocieerd zijn met gegeneraliseerde angststoornis of sociale fobie. |
|
|
Term
| Wanneer kan je beter geen Beta-Blockers inzetten? |
|
Definition
| Beta-blockers kunnen beter niet ingezet worden bij oudere patiënten, omdat ze niet samengaan met verschillende aandoeningen en de werking bij ouderen niet is bewezen. |
|
|
Term
| Waarvoor worden antihistamines ingezet? |
|
Definition
| Antihistamines kunnen ingezet worden voor angst en slapeloosheid, maar ze werken minder goed dan benzodiazepines en hebben anticholinerge bijwerkingen. |
|
|