Term
| Op welke twee manieren en in welke volgorde kan je de geschiedenis van een patient achterhalen? |
|
Definition
| Om de geschiedenis van een patient te achterhalen moet eerst geprobeerd worden bij de patient zelf, daarna toestemming vragen om familieleden te interviewen. |
|
|
Term
| Waaruit is de diagnostische workup bij ouderen opgebouwd? |
|
Definition
| 1. Geschiedenis 2. Fysieke examinatie 3. Mentale status examinatie |
|
|
Term
| Waar bestaat de geschiedenis uit bij de diagnostische workup? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Symptomen 2. Geschiedenis van medische of psychische aandoeningen 3. Familie geschiedenis |
|
|
Term
| Wat valt er onder symptomen? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Heden 2. Start 3. Duur 4. Veranderingen |
|
|
Term
| Waar bestaat de familie geschiedenis uit bij de diagnostische workup? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Depressie 2. Alcohol misbruik 3. Psychosen 4. Suicide |
|
|
Term
| Waar bestaat de metale status examinatie uit bij de diagnostische workup? (8 punten) |
|
Definition
| 1. Verstoord bewustzijn 2. Verstoord affect en humeur 3. Verstoord motorisch gedrag 4. Verstoorde perceptie 5. Verstoorde cognitie 6. Verstoord zelfbeeld en schuld 7. Suïcidale gedachten 8. Verstoord geheugen |
|
|
Term
| Waar moet naar gevraagd worden bij het uitvragen van medicatie gebruik? |
|
Definition
| Bij het uitvragen van medicatie moet gelet worden op voorgeschreven medicatie, maar ook medicatie die gewoon bij de drogisterij te koop is. |
|
|
Term
| Wat komt minder vaak voor bij ouderen, maar moet alsnog worden uitgevraagd? |
|
Definition
| Alcoholmisbruik komt minder voor bij ouderen, maar toch is het belangrijk dit wel uit te vragen. |
|
|
Term
|
Definition
| Welke en wie bij ziektes in de familie voorkomen. |
|
|
Term
| Wat zijn de parameters van support? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Beschikbaarheid van familieleden 2. Hulp door familieleden aangeboden 3. Perceptie van familie support 4. Tolerantie van familie |
|
|
Term
| Waaruit bestaat de mentale status examinatie? (8 punten) |
|
Definition
| 1. Voorkomen 2. Affect en mood 3. Psychomotorische activiteit 4. Perceptie 5. Verstoring in de inhoud van gedachten 6. Verstoring van het gedachten proces 7. Suïcidale gedachten 8. Geheugen assesment |
|
|
Term
| Wat kan er gezien worden aan het uiterlijk van een patient? |
|
Definition
| Aan het uiterlijk van een patient is veel af te lezen en dit kan eventueel gelinkt worden met een aandoening. |
|
|
Term
|
Definition
| Affect is het gevoel dat op dat moment bij de situatie past. |
|
|
Term
|
Definition
| Mood is een stabiel gevoel dat ten grondslag ligt aan affect. |
|
|
Term
| Welke vormen van hallucinaties zijn er bij ouderen? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Auditief 2. Bewegingen 3. Aanrakingen 4. Smaak 5. Geur |
|
|
Term
| Op welke processen is het testen van geheugen gebaseerd? |
|
Definition
| 1. Registratie 2. Behoud 3. Oproepen |
|
|
Term
| Wat is de Short Portable Mental Status Questionnaire (SPMSQ)? |
|
Definition
| Gebaseerd op de Mental Status Questionnaire, 10 vragen over orientatie, geheugen, kennis en rekenen. |
|
|
Term
| Wat betekent volgens de berekening van de SPMSQ 2 of minder fouten? |
|
Definition
|
|
Term
| Wat betekent volgens de berekening van de SPMSQ 3-4 fouten? |
|
Definition
|
|
Term
| Wat betekent volgens de berekening van de SPMSQ 5-7 fouten? |
|
Definition
|
|
Term
| Wat betekent volgens de berekening van de SPMSQ 8 of meer fout? |
|
Definition
|
|
Term
| Wat is de Mini Mental State Examination? |
|
Definition
| 30 vragen over orientatie, registratie, aandacht, rekenen, oproepen en taal. |
|
|
Term
| Hoe lang neemt de Mini Mental State Examination in beslag? |
|
Definition
| Mini Mental State Examination neemt 5 tot 10 minuten in beslag. |
|
|
Term
| Wat betekent volgens de berekening van de Mini Mental State Examination 7-12 fouten? |
|
Definition
| Milde tot gemiddelde beperking. |
|
|
Term
| Wat betekent volgens de berekening van de Mini Mental State Examination 13 of meer fouten? |
|
Definition
|
|
Term
| Wat is de Alzheimer’s Disease Assessment Scale? |
|
Definition
| Rating scale voor gesprokentaal, taalbegrip, oproepen, comando’s opvolgen, woord-vinden, benoemen van objecten, constructuele praktijk, ideegerichte praktijk, orientatie, woorden oproepen, woord herkenning en noncognitief gedrag. |
|
|
Term
| Wat valt er onder noncognitief gedrag? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Huiligheid 2. Afleiding 3. Depressie 4. Motor activiteit |
|
|
Term
| Wat meet de Center for Epidemiologic Studies Depression Scale (CES-D)? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Slapheid 2. Positief affect 3. Interpersoonlijke relaties |
|
|
Term
| Wat is de Beck Depression Inventory (BDI)? |
|
Definition
| 21 symptomen/attituden om depressieve symptomen te bepalen. |
|
|
Term
| Wat is de Geriatric Depression Scale (GDS)? |
|
Definition
| 30 vragen over cognitieve klachten, zelfbeeld en verliezen. |
|
|
Term
| Waarvoor wordt de Hamilton Rating Scale for Depression (Ham-D) ingezet? |
|
Definition
| Meest gebruikt om depressieve symptomen te meten. |
|
|
Term
| Wat is de Montgomery-Asberg Rating Scale for Depression? |
|
Definition
| 10 symptomen van depressie. |
|
|
Term
| Wat zijn de Montogomery Asberg Rating Scale for Depression symptomen? (10 punten) |
|
Definition
| 1. Zichtbare verdrietigheid 2. Geraporteerde verdrietigheid 3. Onoplettendheid 4. Verminderde slaap 5. Verminderde eetlust 6. Onmogelijkheid om te voelen 7. Pessimistische gedachten 8. Suïcidale gedachten 9. Concentratieverlies 10. Vermoeidheid |
|
|
Term
| Wat is de Global Assesment Functioning Scale (GAF)? |
|
Definition
| Gebaseerd op klinische beoordeling hoe iemand zich voelt. |
|
|
Term
| Wat is de Geriatric Mental State Schedule? |
|
Definition
| aanpassing van de Present State Exam (PSE) en de Psychiatric Status Schedule, semigestructureerd, ter inventarisatie van symptomen. |
|
|
Term
| Wat is de Abnormal Involuntary Movement Scale(AIMS)? |
|
Definition
|
|
Term
| Wat vormt het algemene oordeel van de AIMS? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Ernst van abnormale bewegingen 2. Handelingsonbekwaamheid tijdens abnormale bewegingen 3. Bewustzijn van abnormale bewegingen |
|
|
Term
| Wat is de Structured Clinical Interview for DSM-IV (SCID)? |
|
Definition
| Door een getraind iemand alle symptomen van de DSM afgaan. |
|
|
Term
| Wat is de Diagnostic Interview Schedule (DIS)? |
|
Definition
| hoog gestructureerd interview, aan of afwezigheid van symptomen. |
|
|
Term
| Welke diagnoses kan de DIS stellen? (12 punten) |
|
Definition
| 1. Cognitieve beperking 2. Schiofrenie 3. Depressie 4. Gegeneraliseerde angststoornis 5. Paniekstoornis 6. Agorafobie 7. Obsessief compulsieve stoornis 8. Dysthemie 9. Somatische stoornis 10. Alcohol misbruik 11. Middelengebruik 12. Antipersoonlijkheid stoornis |
|
|