Term
| Wat is een klassieke psychoanalytische behandeling? |
|
Definition
| De analysant wordt geanalyseerd en ligt op een divan. Degene die analyseert (analyticus) zit achter de divan aan het hoofdeinde uit het zicht. Duurt vaak (jaren)lang en is hoogfrequent (4- 5 x per week). |
|
|
Term
| Wat is psychoanalytische psychotherapie? |
|
Definition
| Zittend, een termijn van meerdere jaren met één of enkele zittingen per week. |
|
|
Term
| Wat is een korte dynamische psychotherapie? |
|
Definition
| Varianten op de klassieke vormen. |
|
|
Term
| Wat is een psychoanalytische behandeling? |
|
Definition
| Openleggende therapie, genezen door naar binnen te kijken, analysant richt zijn aandacht op de binnenwereld. |
|
|
Term
| Wat zijn de voorwaarden voor een psychoanalytische behandeling? (2 punten) |
|
Definition
| 1. analysant beschikt over zelfobservatie 2. lijdensdruk moet niet te hoog of te laag zijn |
|
|
Term
| Wat introduceerde Freud als grondlegger van de psychoanalyse? |
|
Definition
|
|
Term
| Waar is het onbewuste het resultaat van; en hoe gaat dat in zijn werk? |
|
Definition
| Een invoegingsproces. De pasgeboren baby moet zich langzaam maar zeker invoegen in de samenleving. Tijdens deze invoeging krijgt het individu te maken volgens Freud met de ontwikkeling van de seksuele drift in een orale, anale en fallische fase. |
|
|
Term
| Wat zijn Freuds belangrijkste punten? (2 punten) |
|
Definition
| 1. De theorie van de drift (vroegkinderlijke seksuele ontwikkeling) 2. Wensen en verlangens (dromen) |
|
|
Term
| Wat is de objectrelatietheorie? |
|
Definition
| Mahler, werkte relationele klanten uit van baby’s, peuters en kleuters. |
|
|
Term
| Op welke stoornissen focuste Freud met name? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Angststoornissen 2. Dwangstoornissen 3. Persoonlijkheidsstoornissen 4. Obsessief-compulsieve stoornissen |
|
|
Term
| Wat zijn de verschillende metapsychologische gezichtspunten? (6 punten) |
|
Definition
| 1. Topisch gezichtspunt 2. Genetische gezichtspunt 3. Economisch gezichtspunt 4. Dynamisch gezichtspunt 5. Adaptieve gezichtspunt 6. Structurele gezichtspunt |
|
|
Term
| Wat is het topische gezichtspunt? |
|
Definition
| Focus op contactgroei en reflectie. |
|
|
Term
| Wat is het genetische gezichtspunt? |
|
Definition
| Focus op driftfasen (orale, anale, fallische, preoedipale en oedipale fase). |
|
|
Term
| Wat is het economisch gezichtspunt? |
|
Definition
| Kwantiteit van libido en agressie. |
|
|
Term
| Wat is het dynamische gezichtspunt? |
|
Definition
| Focus op impuls en afweer. |
|
|
Term
| Wat is het adaptieve gezichtspunt? |
|
Definition
| Hoe is iemand aangepast aan zijn omgeving. |
|
|
Term
| Wat is het structurele gezichtspunt? |
|
Definition
| Persoonlijkheid is opgebouwd uit id, ego en super-ego. |
|
|
Term
| Waar bestaat persoonlijkheid volgens psychotherapie uit? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Id 2. Ego 3. Super-ego |
|
|
Term
|
Definition
| Verdrongen wensen en driften. |
|
|
Term
|
Definition
| Cognitieve processen en afweermechanismen. |
|
|
Term
|
Definition
| Gewetensfunctie en idealen. |
|
|
Term
| Hoe is de persoonlijkheidsorganisatie en functioneren van het ego bij een neurotische organisatie? |
|
Definition
| Identiteit: geintegreerd, Afweer: ontwikkeld zoals verdringing, Realiteitstoetsing: intact. |
|
|
Term
| Hoe is de persoonlijkheidsorganisatie en functioneren van het ego bij een borderline-organisatie? |
|
Definition
| Identiteit: diffuus, Afweer: ontwikkeld zoals splitsing, Realiteitstoetsing: intact. |
|
|
Term
| Hoe is de persoonlijkheidsorganisatie en functioneren van het ego bij een psychotische organisatie? |
|
Definition
| Identiteit: diffuus, Afweer: primitief, Realiteitstoetsing: aangetast. |
|
|
Term
| Wat zijn de kenmerken van een klassieke psychoanalytische behandeling? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Hoogfrequent 2. Langdurige bankanalyse 3. Vrije associaties 4. Analysant uit het blikveld |
|
|
Term
| Wat zijn de behandelingsdoelen van een klassieke psychoanalytische behandeling? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Bewustwording van onbewuste drijfveren 2. Herstructurering van intrapsychische architectuur 3. Oplossing van symptomen |
|
|
Term
| Wat zijn de kenmerken van psychoanalytische psychotherapie? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Stoel geen divan 2. Hoogfrequent 3. Vrije associaties 4. Analysant is zichtbaar 5. Afwachtende houding van analysant |
|
|
Term
| Wat zijn de behandelingsdoelen van psychoanalytische psychotherapie? (1 punt) |
|
Definition
| 1. Bewustmaking van onbewuste gedragsmotieven |
|
|
Term
| Wat staat centraal bij psychoanalytische psychotherapie? |
|
Definition
| Overdrachtsneurose, hierin worden de neurotische conflicten tot de behandelaar herschept. |
|
|
Term
| Wat kan psychoanalytische psychotherapie beinvloeden? |
|
Definition
| Het heden kan direct worden beinvloed. |
|
|
Term
| Wat zijn de kenmerken van focale analytische psychotherapie? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Focus is kernthema 2. Verkorte behandeling 3. Driehoeken van Malan |
|
|
Term
| Wat zijn de driehoeken van malan? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Conflictdriehoek (afweer, angst, onbewust gevoel) 2. Persoonsdriehoek (therapeut, actuele ander, persoon uit het verleden) |
|
|
Term
| Wat zijn de kenmerken van kortdurende psychodynamische psychotherapie? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Actief en emotioneel betrokken opstelling van psychotherapeut 2. Trail therapy is vaak het begin van de behandeling |
|
|
Term
|
Definition
| Een langdurige zitting waarin wordt geprobeerd om ‘het onbewuste’ te openen via confronterende technieken. |
|
|
Term
| Wat is overdrachtsgerelateerde psychotherapie? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Speciaal voor borderline patienten 2. Primitieve afweermechanismen vervangen |
|
|
Term
| Wat is een cognitieve analystische therapie (CAT)? |
|
Definition
| Een eclectische en in tijd beperkte benadering waarbij de therapeut actief, ter ondersteuning van de patiënt, een nieuwe interpretatie van het door de patiënt vertelde levensverhaal aanbiedt. |
|
|
Term
| Wat zijn de kenmerken van supportieve psychotherapie? (6 punten) |
|
Definition
| 1. Geven van steun en structuur 2. Geen lange stiltes 3. Vrije invallen wordt niet gestimuleerd 4. Angstniveau wordt verlaagd ipv verhoogd 5. Spiegelen van sterke kanten van de cliënt 6. Frequentie is soepel (gemiddeld 20-40 zittingen) |
|
|
Term
| Voor wat voor een mensen is supportieve psychotherapie geschikt? |
|
Definition
| Voor moeilijke patienten met weinig introspectieve capaciteiten en mensen die moeite hebben met het verdragen van pijnlijke gevoelens. |
|
|
Term
| Wat voor een soorten specifieke korte dynamische therapien zijn er? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Post-traumatische stressstoornissen 2. Middelengebruik 3. Echtparen en hartpatienten |
|
|
Term
| Wat zijn de kenmerken van psychodynamisch georienteerde groepstherapie? (10 punten) |
|
Definition
| 1. Open tijd 2. Ongelimiteerde groepen 3. Actieve therapeut 4. Focus 5. Supportief 6. Expressief 7. Interpreterend 8. Nadruk op het interpersoonlijke leerproces 9. +/- <20 zittingen 10. Efficient |
|
|
Term
| Wat staat centraal bij de psychodynamisch georienteerde groepstherapie? |
|
Definition
| In tegenstelling tot andere therapieën staat bij de psychodynamisch georiënteerde groepstherapie het groepsproces en de groepsinhoud centraal. |
|
|
Term
| Wat houdt het developmental, individual-difference, Relationship-Based-Model in? |
|
Definition
| Emotionele, cognitieve en motorische ontwikkelingen van een kind worden in kaart gebracht. |
|
|