Shared Flashcard Set

Details

Dutch Vocab 6
Pages 78-79
132
Language - Dutch
Undergraduate 1
10/20/2008
Click here to study/print these flashcards.

Create your own flash cards! Sign up here.

Additional Language - Dutch Flashcards

 

 

Cards

Term
aardig(e)
 Definition
nice, friendly
Term
alle
 Definition
all
Term
alsjeblieft
 Definition
please; here you are
Term
appel, de; appels
 Definition
apple
Term
appeltaart, de; appeltaarten
 Definition
apple pie
Term
baan, de; banen
 Definition
job
Term
bakken
 Definition
to bake
Term
begin, het; in: het is begin september.
 Definition
beginning
Term
bel, de; bellen
 Definition
door bell
Term
beste; in: Het beste!
 Definition
best; in: best wishes
Term
beterschap
 Definition
get well soon
Term
bezoek, het
 Definition
visit
Term
blijk geven van; gaf blijk van, gaven blijk van, heeft blijk gegeven van
 Definition
to show, to display
Term
blijven; bleef, bleven, is gebleven; in: Ik blijf thuis.
 Definition
to stay
Term
bruiloft, de; bruiloften
 Definition
wedding
Term
centrum, het; centra
 Definition
center
Term
condoleren
 Definition
to offer one's condolences
Term
cursief, cursieve
 Definition
italic/cursive
Term
daarom
 Definition
therefore, for that reason
Term
dankbaarheid, de
 Definition
gratitude
Term
deze
 Definition
this (with 'de' words), these
Term
dezelfde
 Definition
the same
Term
dit
 Definition
this (with 'het' words)
Term
dochter, de; dochters
 Definition
daughter
Term
dood, de
 Definition
death
Term
drukken
 Definition
to print
Term
eindpunt, het; eindpunten
 Definition
final point, terminus
Term
erg; in: Wat erg voor je!
 Definition
bad, terrible
Term
erg; in: Erg lekker
 Definition
very
Term
ernstig(e)
 Definition
serious
Term
familierelatie, de; familierelaties
 Definition
family relation
Term
feliciteren
 Definition
to congratulate
Term
film, de; films
 Definition
film
Term
fruit, het
 Definition
fruit
Term
geboorte, de; geboorten
 Definition
birth
Term
gecondoleerd; zie: condoleren
 Definition
(my) condolences
Term
gedrukt(e); zie: drukken; in: Het cursief gedrukte woord.
 Definition
printed
Term
gefeliciteerd; zie: feliciteren
 Definition
congratulations
Term
gegeven; in: Vul het gegeven woord in.
 Definition
given
Term
geslaagd; zie: slagen
 Definition
passed, succeeded
Term
geworden; werd, werden, is geworden
 Definition
to become
Term
gezellig(e)
 Definition
nice, enjoyable, cosy
Term
Griekenland
 Definition
Greece
Term
groente, de; groenten, groentes
 Definition
vegetable
Term
groot, grote
 Definition
big
Term
halte, de; haltes
 Definition
(bus) stop
Term
hartelijk(e)
 Definition
heartily
Term
heel; in: Dat is heel gemakkelijk.
 Definition
very
Term
helaas
 Definition
unfortunately, alas
Term
herschrijf; in: Herschrijf oefening 5.
 Definition
rewrite
Term
houden; hield, hielden, heeft gehouden; in: een presentatie houden
 Definition
give, hold
Term
jammer; in: Wat jammer!
 Definition
a pity
Term
jazeker
 Definition
yes, certainly
Term
juist(e); in: Geef de juiste reactie.
 Definition
right, correct
Term
kiosk, de; kiosken
 Definition
kiosk, newspaper stand
Term
klein(e)
 Definition
small
Term
kleindochter, de; kleindochters
 Definition
granddaughter
Term
kleinkind, het; kleinkinderen
 Definition
grandchild
Term
kleinzoon, de; kleinzonen, kleinzoons
 Definition
grandson
Term
koud(e)
 Definition
cold
Term
krant, de; kranten
 Definition
newspaper
Term
krijgen; kreeg, kregen, heeft gekregen
 Definition
to get
Term
langzaam, langzame
 Definition
slow
Term
lekker; in: Ik voel me niet lekker.
 Definition
fine, all right
Term
liever
 Definition
rather, preferably
Term
man, de; mannen; in: Harrie is de man van...
 Definition
husband
Term
mannelijk(e)
 Definition
masculine, male
Term
medeleven, het
 Definition
sympathy
Term
het meervoud
 Definition
plural
Term
meestal
 Definition
mostly, usually
Term
neef, de; neven
 Definition
male cousin; nephew
Term
neefje, het; neefjes
 Definition
(small) nephew
Term
nicht, de; nichten
 Definition
female cousin; niece
Term
nichtje, het; nichtjes
 Definition
(small) niece
Term
niets
 Definition
nothing
Term
nieuw(e)
 Definition
new
Term
nieuws, het
 Definition
news
Term
nou; in: Ben je vandaag nou 21 of 22 geworden?
 Definition
well, tell me,...? (app.)
Term
oma, de; oma's
 Definition
grandmother, grandma
Term
oom, de; ooms
 Definition
uncle
Term
opa, de; opa's
 Definition
grandfather, grandpa
Term
ouder, de; ouders
 Definition
parent
Term
overlijden; overleed, overleden, is overleden
 Definition
to die, to pass away
Term
passend(e); in: Geef een passende reactie.
 Definition
suitable, proper
Term
periode, de; periodes
 Definition
period
Term
plezier, het
 Definition
pleasure
Term
presentatie, de; presentaties
 Definition
presentation
Term
prettig(e); in: Prettige vakantie!
 Definition
nice, pleasant
Term
proeven
 Definition
to taste
Term
reis, de; reizen
 Definition
journey
Term
schoondochter, de; schoondochters
 Definition
daughter in law
Term
schoonmoeder, de; schoonmoeders
 Definition
mother in law
Term
schoonouders, de
 Definition
parents in law
Term
schoonvader, de; schoonvaders
 Definition
father in law
Term
schoonzoon, de; schoonzoons
 Definition
son in law
Term
schoonzus, de; schoonzussen
 Definition
sister in law
Term
slagen
 Definition
to succeed, to pass (an exam)
Term
speciaal, speciale
 Definition
special
Term
sportprogramma, het; sportprogramma's
 Definition
sports programme
Term
steeds; in: Ik heb nog steeds honger.
 Definition
still
Term
stellen; in: een vraag stellen
 Definition
put
Term
sterkte!
 Definition
all the best!, 'strength'
Term
stom; in: Wat stom!
 Definition
stupid, silly
Term
studiegenoot, de; studiegenoten
 Definition
fellow student
Term
taart, de; taarten
 Definition
pie
Term
tante, de; tantes
 Definition
aunt
Term
televisie, de; televisies
 Definition
television
Term
test; de; testen, tests
 Definition
test
Term
toevallig; in: Wat toevallig!
 Definition
coincidental; what a coincidence
Term
toewensen
 Definition
to wish (something to somebody else)
Term
uit eten gaan
 Definition
to go out for dinner
Term
uitdrukken
 Definition
to express
Term
uur
 Definition
hour
Term
van harte!
 Definition
(warmest) congratulations!
Term
verjaardag, de; verjaardagen
 Definition
birthday
Term
verkopen; verkocht, verkochten, heeft verkocht
 Definition
to sell
Term
vervelend; in: Wat vervelend!
 Definition
annoying, a nuisance
Term
vliegtuig, het; vliegtuigen
 Definition
airplane
Term
voelen; in: Ik voel me niet lekker.
 Definition
to feel
Term
vriend, de; vrienden; in: Mijn vriend is Nederlander.
 Definition
friend, boyfriend
Term
vrouw, de; vrouwen; in: Caroline is de vrouw van...
 Definition
wife, woman
Term
vrouwelijk(e)
 Definition
feminine, female
Term
waarschuwen
 Definition
to warn
Term
wat; in: Wil je wat drinken?
 Definition
something
Term
werkdag, de; werkdagen
 Definition
working day
Term
zeg; in: Leuk, zeg!
 Definition
say
Term
ziek(e)
 Definition
ill
Term
ziekte, de; ziektes
 Definition
illness, disease
Term
zo'n
 Definition
such, such a
Term
zoon, de; zoons, zonen
 Definition
son
Term
zus, de; zussen
 Definition
sister
Term
zwager, de; zwagers
 Definition
brother in law
Supporting users have an ad free experience!