Shared Flashcard Set

Details

Dutch Vocab 4
Pages 70-74
156
Language - Dutch
Undergraduate 1
09/18/2008
Click here to study/print these flashcards.

Create your own flash cards! Sign up here.

Additional Language - Dutch Flashcards

 

 

Cards

Term
aangenaam
 Definition
nice, pleasant
Term
afspraak, de; afspraken
 Definition
appointment
Term
afspreken; sprak af, spraken af, heeft afgesproken
 Definition
to make an appointment, to agree
Term
agenda, de; agenda's
 Definition
diary
Term
altijd
 Definition
always
Term
appelsap, de
 Definition
apple juice
Term
april
 Definition
April
Term
avond, de; avonden
 Definition
evening
Term
bar, de; bars
 Definition
bar
Term
barman, de; barmannen
 Definition
barkeeper
Term
bedrijfsleider, de; bedrijfsleiders
 Definition
manager
Term
bestellen
 Definition
to order
Term
betalen
 Definition
to pay
Term
Bevrijdingsdag
 Definition
liberation day
Term
bibliotheek, de; bibliotheken
 Definition
library
Term
biertje, het; biertjes
 Definition
(small) glass of beer
Term
bioscoop, de; bioscopen
 Definition
cinema
Term
broodje, het; broodjes
 Definition
(bread) roll, bun
Term
cafe, het; cafes
 Definition
pub
Term
cola, de; cola's
 Definition
coke
Term
college, het; colleges
 Definition
lecture
Term
Crocusvakantie, de
 Definition
holiday in early spring
Term
daar; in: daar is nog een tafel vrij
 Definition
(over)there
Term
dan; a. in: geef dan maar; b. in: en dan bent u...
 Definition
then
Term
dichtbij
 Definition
near, close (to)
Term
dinsdag
 Definition
Tuesday
Term
Dodenherdenking, de
 Definition
commemoration of the dead
Term
donderdag
 Definition
Thursday
Term
drinken; dronk, dronken, heeft gedronken
 Definition
to drink
Term
eetcafe, het; eetcafes
 Definition
pub that also serves meals
Term
eraan; in: het komt eraan
 Definition
coming up; just a moment (app.)
Term
ergens
 Definition
somewhere
Term
eten; at, aten, heeft gegeten
 Definition
to eat
Term
feestag, de; feestdagen
 Definition
public holiday
Term
fietsen
 Definition
to cycle
Term
gedenkdag, de; gedenkdagen
 Definition
memorial day
Term
geschiedenis, de
 Definition
history
Term
glas, het; glazen
 Definition
glass
Term
Goede Vrijdag
 Definition
Good Friday
Term
ham, de
 Definition
ham
Term
helft, de; helften
 Definition
half
Term
Hemelvaartsdag
 Definition
Ascension day
Term
herfst, de
 Definition
autumn
Term
herfstvakantie, de
 Definition
autumn holiday
Term
hoek, de; hoeken
 Definition
corner
Term
hoeveel
 Definition
how much
Term
honger, de
 Definition
hunger
Term
idee, het; ideeen
 Definition
idea
Term
iets; in: iets drinken
 Definition
something
Term
importeren
 Definition
to import
Term
inderdaad
 Definition
indeed
Term
kaart, de; kaarten; in: Mag ik de kaart?
 Definition
menu
Term
kaas, de; kazen
 Definition
cheese
Term
Kerstmis
 Definition
Christmas
Term
kerstvakantie, de
 Definition
Christmas holidays
Term
klant, de; klanten
 Definition
customer, client
Term
kloppen; in: Dar klopt
 Definition
to be right (in: that's right)
Term
koffie, de
 Definition
coffee
Term
Koninginnedag
 Definition
Queens Day
Term
kopje, het; kopjes
 Definition
cup
Term
kus, de; kussen
 Definition
kiss
Term
kussen
 Definition
to kiss
Term
later
 Definition
later
Term
lekker(e); in: de wijn is lekker
 Definition
nice, good, tasty
Term
lente, de
 Definition
spring
Term
leuk(e)
 Definition
nice, funny
Term
maand, de; maanden
 Definition
month
Term
maandag
 Definition
Monday
Term
mag; zie: mogen
 Definition
may, to be allowed
Term
meegaan; ging mee, gingen mee, is meegegaan
 Definition
go (along) with, accompany
Term
mei
 Definition
May
Term
melk, de
 Definition
milk
Term
menukaart, de; menukaarten
 Definition
menu (card)
Term
middag
 Definition
afternoon
Term
minuut, de; minuten
 Definition
minute
Term
misschien
 Definition
maybe, perhaps
Term
mogen; mocht, mochten, heeft gemogen
 Definition
may, might, to be allowed
Term
moment, het; momenten
 Definition
moment
Term
momentje, het; momentjes
 Definition
(small) moment
Term
morgen, de; morgens
 Definition
morning
Term
morgen
 Definition
tomorrow
Term
morgenavond
 Definition
tomorrow evening
Term
na; in: na het college
 Definition
after
Term
nacht, de; nachten
 Definition
night
Term
negatief, negatieve
 Definition
negative
Term
Nieuwjaar
 Definition
New Year
Term
ober, de; obers
 Definition
waiter
Term
ochtend, de; ochtenden
 Definition
morning
Term
over; in: over 5 minuten
 Definition
in (five minutes)
Term
Pasen, 2e Paasdag
 Definition
Easter, Easter Monday
Term
pilsje, het; pilsjes
 Definition
(small) glass of beer
Term
Pinksteren
 Definition
Whitsuntide
Term
Pinkstervakantie; de
 Definition
Whitsun holiday
Term
populair(e)
 Definition
popular
Term
port, de
 Definition
port(-wine)
Term
Portugese
 Definition
Portuguese
Term
positief, positieve
 Definition
positive
Term
prima
 Definition
fine, great
Term
professor, de; professoren
 Definition
professor
Term
rekening, de; rekeningen
 Definition
bill, check
Term
restaurant, het; restaurants
 Definition
restaurant
Term
rijexamen, het; rijexamens
 Definition
driving test
Term
rommelmarkt, de; rommelmarkten
 Definition
jumble market, rummage sale
Term
rood, rode; in: Rode port.
 Definition
red
Term
's avonds
 Definition
in the evening
Term
's middags
 Definition
in the afternoon
Term
's nachts
 Definition
at night, during the night
Term
's ochtends
 Definition
in the morning
Term
schooldag, de; schooldagen
 Definition
school day
Term
slapen; sliep, sliepen, heeft geslapen
 Definition
to sleep
Term
snackbar, de; snackbars
 Definition
snack bar, cafeteria
Term
soort, de; soorten
 Definition
sort, kind
Term
spelen
 Definition
to play
Term
spellen
 Definition
to spell
Term
spelling, de
 Definition
spelling
Term
spijten; speet, speten, heeft gespeten; in: Het spijt me.
 Definition
to be sorry, to regret
Term
spreekvaardigheid, de
 Definition
speaking skill, fluency
Term
stoppen
 Definition
to stop
Term
sturen
 Definition
to send
Term
suiker, de
 Definition
sugar
Term
thee, de
 Definition
tea
Term
thuis
 Definition
at home
Term
tijd, de; tijden
 Definition
time
Term
vakantie, de; vakanties
 Definition
holiday
Term
vanavond
 Definition
tonight, this evening
Term
vanmiddag
 Definition
this afternoon
Term
vanmorgen
 Definition
this morning
Term
vertrekken; vertrok, vertrokken, is vertrokken
 Definition
to leave
Term
vlug(ge)
 Definition
quick, fast
Term
volgende
 Definition
next
Term
volgorde; in: Zet in de goede volgorde.
 Definition
order
Term
voorjaar, het
 Definition
spring
Term
voorjaarsvakantie, de
 Definition
spring holiday
Term
voorstel, het; vorstellen
 Definition
proposal, to suggestion
Term
vrijdag
 Definition
Friday
Term
wanneer
 Definition
when
Term
want
 Definition
because, for
Term
wat: in: Nog wat tijd.
 Definition
some, a little
Term
weekend, het; weekenden
 Definition
weekend
Term
weg; in: We moeten vlug weg.
 Definition
away (we must "away" = we must leave)
Term
welkom
 Definition
welcome
Term
wijn, de; wijnen (wijntje)
 Definition
wine
Term
willen; hij wil
 Definition
to want, wish
Term
winter, de; winters
 Definition
winter
Term
wit(te)
 Definition
white
Term
woensdag
 Definition
Wednesday
Term
zaak, de; zaken; in: zaken doen
 Definition
business
Term
zaterdag
 Definition
Saturday
Term
zeg; in: zeg het maar
 Definition
say; "just say it" = what would you like
Term
zeker
 Definition
certain(ly)
Term
zin; in: ik heb zin in...
 Definition
wish, liking (app.) (in: I feel like...)
Term
zo; in: ik kom zo.
 Definition
in a minute, soon (app.)
Term
zomer, de
 Definition
summer
Term
zomervakantie, de
 Definition
summer holidays
Term
zondag
 Definition
Sunday
Term
zullen; zou, zouden; in: Zullen we gaan?
 Definition
shall, will
Supporting users have an ad free experience!