Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for watch out
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
09/17/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik pas op
Definition
I watch out(indicative present)
Term
jij past op
Definition
you(singular) watch out(indicative present)
Term
hij past op
Definition
he watches out(indicative present)
Term
wij passen op
Definition
we watch out(indicative present)
Term
jullie passen op
Definition
you(plural) watch out(indicative present)
Term
zij passen op
Definition
they watch out(indicative present)
Term
ik paste op
Definition
I watched out(indicative past)
Term
jij paste op
Definition
you(singular) watched out(indicative past)
Term
hij paste op
Definition
he watched out(indicative past)
Term
wij pasten op
Definition
we watched out(indicative past)
Term
jullie pasten op
Definition
you(plural) watched out(indicative past)
Term
zij pasten op
Definition
they watched out(indicative past)
Term
ik heb opgepast
Definition
I have watched out(indicative present perfect)
Term
jij hebt opgepast
Definition
you(singular) have watched out(indicative present perfect)
Term
hij heeft opgepast
Definition
he has watched out(indicative present perfect)
Term
wij hebben opgepast
Definition
we have watched out(indicative present perfect)
Term
jullie hebben opgepast
Definition
you(plural) have watched out(indicative present perfect)
Term
zij hebben opgepast
Definition
they have watched out(indicative present perfect)
Term
ik had opgepast
Definition
I had watched out(indicative past perfect)
Term
jij had opgepast
Definition
you(singular) had watched out(indicative past perfect)
Term
hij had opgepast
Definition
he had watched out(indicative past perfect)
Term
wij hadden opgepast
Definition
we had watched out(indicative past perfect)
Term
jullie hadden opgepast
Definition
you(plural) had watched out(indicative past perfect)
Term
zij hadden opgepast
Definition
they had watched out(indicative past perfect)
Term
ik zal oppassen
Definition
I will watch out(indicative future)
Term
jij zult oppassen
Definition
you(singular) will watch out(indicative future)
Term
hij zal oppassen
Definition
he will watch out(indicative future)
Term
wij zullen oppassen
Definition
we will watch out(indicative future)
Term
jullie zullen oppassen
Definition
you(plural) will watch out(indicative future)
Term
zij zullen oppassen
Definition
they will watch out(indicative future)
Term
ik zou oppassen
Definition
I would watch out(conditional future)
Term
jij zou oppassen
Definition
you(singular) would watch out(conditional future)
Term
hij zou oppassen
Definition
he would watch out(conditional future)
Term
wij zouden oppassen
Definition
we would watch out(conditional future)
Term
jullie zouden oppassen
Definition
you(plural) would watch out(conditional future)
Term
zij zouden oppassen
Definition
they would watch out(conditional future)
Term
ik zal opgepast hebben
Definition
I will have watched out(future perfect)
Term
jij zult opgepast hebben
Definition
you(singular) will have watched out(future perfect)
Term
hij zal opgepast hebben
Definition
he will have watched out(future perfect)
Term
wij zullen opgepast hebben
Definition
we will have watched out(future perfect)
Term
jullie zullen opgepast hebben
Definition
you(plural) will have watched out(future perfect)
Term
zij zullen opgepast hebben
Definition
they will have watched out(future perfect)
Term
ik zou opgepast hebben
Definition
I would have watched out(conditional future perfect)
Term
jij zou opgepast hebben
Definition
you(singular) would have watched out(conditional future perfect)
Term
hij zou opgepast hebben
Definition
he would have watched out(conditional future perfect)
Term
wij zouden opgepast hebben
Definition
we would have watched out(conditional future perfect)
Term
jullie zouden opgepast hebben
Definition
you(plural) would have watched out(conditional future perfect)
Term
zij zouden opgepast hebben
Definition
they would have watched out(conditional future perfect)
Term
pas op
Definition
watch out(imperative)
Supporting users have an ad free experience!