Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for trade
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
09/22/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik handel
Definition
I trade(indicative present)
Term
jij handelt
Definition
you(singular) trade(indicative present)
Term
hij handelt
Definition
he trades(indicative present)
Term
wij handelen
Definition
we trade(indicative present)
Term
jullie handelen
Definition
you(plural) trade(indicative present)
Term
zij handelen
Definition
they trade(indicative present)
Term
ik handelde
Definition
I traded(indicative past)
Term
jij handelde
Definition
you(singular) traded(indicative past)
Term
hij handelde
Definition
he traded(indicative past)
Term
wij handelden
Definition
we traded(indicative past)
Term
jullie handelden
Definition
you(plural) traded(indicative past)
Term
zij handelden
Definition
they traded(indicative past)
Term
ik heb gehandeld
Definition
I have traded(indicative present perfect)
Term
jij hebt gehandeld
Definition
you(singular) have traded(indicative present perfect)
Term
hij heeft gehandeld
Definition
he has traded(indicative present perfect)
Term
wij hebben gehandeld
Definition
we have traded(indicative present perfect)
Term
jullie hebben gehandeld
Definition
you(plural) have traded(indicative present perfect)
Term
zij hebben gehandeld
Definition
they have traded(indicative present perfect)
Term
ik had gehandeld
Definition
I had traded(indicative past perfect)
Term
jij had gehandeld
Definition
you(singular) had traded(indicative past perfect)
Term
hij had gehandeld
Definition
he had traded(indicative past perfect)
Term
wij hadden gehandeld
Definition
we had traded(indicative past perfect)
Term
jullie hadden gehandeld
Definition
you(plural) had traded(indicative past perfect)
Term
zij hadden gehandeld
Definition
they had traded(indicative past perfect)
Term
ik zal handelen
Definition
I will trade(indicative future)
Term
jij zult handelen
Definition
you(singular) will trade(indicative future)
Term
hij zal handelen
Definition
he will trade(indicative future)
Term
wij zullen handelen
Definition
we will trade(indicative future)
Term
jullie zullen handelen
Definition
you(plural) will trade(indicative future)
Term
zij zullen handelen
Definition
they will trade(indicative future)
Term
ik zou handelen
Definition
I would trade(conditional future)
Term
jij zou handelen
Definition
you(singular) would trade(conditional future)
Term
hij zou handelen
Definition
he would trade(conditional future)
Term
wij zouden handelen
Definition
we would trade(conditional future)
Term
jullie zouden handelen
Definition
you(plural) would trade(conditional future)
Term
zij zouden handelen
Definition
they would trade(conditional future)
Term
ik zal gehandeld hebben
Definition
I will have traded(future perfect)
Term
jij zult gehandeld hebben
Definition
you(singular) will have traded(future perfect)
Term
hij zal gehandeld hebben
Definition
he will have traded(future perfect)
Term
wij zullen gehandeld hebben
Definition
we will have traded(future perfect)
Term
jullie zullen gehandeld hebben
Definition
you(plural) will have traded(future perfect)
Term
zij zullen gehandeld hebben
Definition
they will have traded(future perfect)
Term
ik zou gehandeld hebben
Definition
I would have traded(conditional future perfect)
Term
jij zou gehandeld hebben
Definition
you(singular) would have traded(conditional future perfect)
Term
hij zou gehandeld hebben
Definition
he would have traded(conditional future perfect)
Term
wij zouden gehandeld hebben
Definition
we would have traded(conditional future perfect)
Term
jullie zouden gehandeld hebben
Definition
you(plural) would have traded(conditional future perfect)
Term
zij zouden gehandeld hebben
Definition
they would have traded(conditional future perfect)
Term
handel
Definition
trade(imperative)
Supporting users have an ad free experience!