Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for swear
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
08/11/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik vloek
Definition
I swear(indicative present)
Term
jij vloekt
Definition
you(singular) swear(indicative present)
Term
hij vloekt
Definition
he swears(indicative present)
Term
wij vloeken
Definition
we swear(indicative present)
Term
jullie vloeken
Definition
you(plural) swear(indicative present)
Term
zij vloeken
Definition
they swear(indicative present)
Term
ik vloekte
Definition
I married(indicative past)
Term
jij vloekte
Definition
you(singular) married(indicative past)
Term
hij vloekte
Definition
he married(indicative past)
Term
wij vloekten
Definition
we married(indicative past)
Term
jullie vloekten
Definition
you(plural) married(indicative past)
Term
zij vloekten
Definition
they married(indicative past)
Term
ik heb gevloekt
Definition
I have sworn(indicative present perfect)
Term
jij hebt gevloekt
Definition
you(singular) have sworn(indicative present perfect)
Term
hij heeft gevloekt
Definition
he has sworn(indicative present perfect)
Term
wij hebben gevloekt
Definition
we have sworn(indicative present perfect)
Term
jullie hebben gevloekt
Definition
you(plural) have sworn(indicative present perfect)
Term
zij hebben gevloekt
Definition
they have sworn(indicative present perfect)
Term
ik had gevloekt
Definition
I had sworn(indicative past perfect)
Term
jij had gevloekt
Definition
you(singular) had sworn(indicative past perfect)
Term
hij had gevloekt
Definition
he had sworn(indicative past perfect)
Term
wij hadden gevloekt
Definition
we had sworn(indicative past perfect)
Term
jullie hadden gevloekt
Definition
you(plural) had sworn(indicative past perfect)
Term
zij hadden gevloekt
Definition
they had sworn(indicative past perfect)
Term
ik zal vloeken
Definition
I will swear(indicative future)
Term
jij zult vloeken
Definition
you(singular) will swear(indicative future)
Term
hij zal vloeken
Definition
he will swear(indicative future)
Term
wij zullen vloeken
Definition
we will swear(indicative future)
Term
jullie zullen vloeken
Definition
you(plural) will swear(indicative future)
Term
zij zullen vloeken
Definition
they will swear(indicative future)
Term
ik zou vloeken
Definition
I would swear(conditional future)
Term
jij zou vloeken
Definition
you(singular) would swear(conditional future)
Term
hij zou vloeken
Definition
he would swear(conditional future)
Term
wij zouden vloeken
Definition
we would swear(conditional future)
Term
jullie zouden vloeken
Definition
you(plural) would swear(conditional future)
Term
zij zouden vloeken
Definition
they would swear(conditional future)
Term
ik zal gevloekt hebben
Definition
I will have sworn(future perfect)
Term
jij zult gevloekt hebben
Definition
you(singular) will have sworn(future perfect)
Term
hij zal gevloekt hebben
Definition
he will have sworn(future perfect)
Term
wij zullen gevloekt hebben
Definition
we will have sworn(future perfect)
Term
jullie zullen gevloekt hebben
Definition
you(plural) will have sworn(future perfect)
Term
zij zullen gevloekt hebben
Definition
they will have sworn(future perfect)
Term
ik zou gevloekt hebben
Definition
I would have sworn(conditional future perfect)
Term
jij zou gevloekt hebben
Definition
you(singular) would have sworn(conditional future perfect)
Term
hij zou gevloekt hebben
Definition
he would have sworn(conditional future perfect)
Term
wij zouden gevloekt hebben
Definition
we would have sworn(conditional future perfect)
Term
jullie zouden gevloekt hebben
Definition
you(plural) would have sworn(conditional future perfect)
Term
zij zouden gevloekt hebben
Definition
they would have sworn(conditional future perfect)
Term
vloek
Definition
swear(imperative)
Supporting users have an ad free experience!