Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for send
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
09/25/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik stuur
Definition
I send(indicative present)
Term
jij stuurt
Definition
you(singular) send(indicative present)
Term
hij stuurt
Definition
he sends(indicative present)
Term
wij sturen
Definition
we send(indicative present)
Term
jullie sturen
Definition
you(plural) send(indicative present)
Term
zij sturen
Definition
they send(indicative present)
Term
ik stuurde
Definition
I sent(indicative past)
Term
jij stuurde
Definition
you(singular) sent(indicative past)
Term
hij stuurde
Definition
he sent(indicative past)
Term
wij stuurden
Definition
we sent(indicative past)
Term
jullie stuurden
Definition
you(plural) sent(indicative past)
Term
zij stuurden
Definition
they sent(indicative past)
Term
ik heb gestuurd
Definition
I have sent(indicative present perfect)
Term
jij hebt gestuurd
Definition
you(singular) have sent(indicative present perfect)
Term
hij heeft gestuurd
Definition
he has sent(indicative present perfect)
Term
wij hebben gestuurd
Definition
we have sent(indicative present perfect)
Term
jullie hebben gestuurd
Definition
you(plural) have sent(indicative present perfect)
Term
zij hebben gestuurd
Definition
they have sent(indicative present perfect)
Term
ik had gestuurd
Definition
I had sent(indicative past perfect)
Term
jij had gestuurd
Definition
you(singular) had sent(indicative past perfect)
Term
hij had gestuurd
Definition
he had sent(indicative past perfect)
Term
wij hadden gestuurd
Definition
we had sent(indicative past perfect)
Term
jullie hadden gestuurd
Definition
you(plural) had sent(indicative past perfect)
Term
zij hadden gestuurd
Definition
they had sent(indicative past perfect)
Term
ik zal sturen
Definition
I will send(indicative future)
Term
jij zult sturen
Definition
you(singular) will send(indicative future)
Term
hij zal sturen
Definition
he will send(indicative future)
Term
wij zullen sturen
Definition
we will send(indicative future)
Term
jullie zullen sturen
Definition
you(plural) will send(indicative future)
Term
zij zullen sturen
Definition
they will send(indicative future)
Term
ik zou sturen
Definition
I would send(conditional future)
Term
jij zou sturen
Definition
you(singular) would send(conditional future)
Term
hij zou sturen
Definition
he would send(conditional future)
Term
wij zouden sturen
Definition
we would send(conditional future)
Term
jullie zouden sturen
Definition
you(plural) would send(conditional future)
Term
zij zouden sturen
Definition
they would send(conditional future)
Term
ik zal gestuurd hebben
Definition
I will have sent(future perfect)
Term
jij zult gestuurd hebben
Definition
you(singular) will have sent(future perfect)
Term
hij zal gestuurd hebben
Definition
he will have sent(future perfect)
Term
wij zullen gestuurd hebben
Definition
we will have sent(future perfect)
Term
jullie zullen gestuurd hebben
Definition
you(plural) will have sent(future perfect)
Term
zij zullen gestuurd hebben
Definition
they will have sent(future perfect)
Term
ik zou gestuurd hebben
Definition
I would have sent(conditional future perfect)
Term
jij zou gestuurd hebben
Definition
you(singular) would have sent(conditional future perfect)
Term
hij zou gestuurd hebben
Definition
he would have sent(conditional future perfect)
Term
wij zouden gestuurd hebben
Definition
we would have sent(conditional future perfect)
Term
jullie zouden gestuurd hebben
Definition
you(plural) would have sent(conditional future perfect)
Term
zij zouden gestuurd hebben
Definition
they would have sent(conditional future perfect)
Term
stuur
Definition
send(imperative)
Supporting users have an ad free experience!