Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for screw
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
09/25/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik schroef
Definition
I screw(indicative present)
Term
jij schroeft
Definition
you(singular) screw(indicative present)
Term
hij schroeft
Definition
he screws(indicative present)
Term
wij schroeven
Definition
we screw(indicative present)
Term
jullie schroeven
Definition
you(plural) screw(indicative present)
Term
zij schroeven
Definition
they screw(indicative present)
Term
ik schroefde
Definition
I screwed(indicative past)
Term
jij schroefde
Definition
you(singular) screwed(indicative past)
Term
hij schroefde
Definition
he screwed(indicative past)
Term
wij schroefden
Definition
we screwed(indicative past)
Term
jullie schroefden
Definition
you(plural) screwed(indicative past)
Term
zij schroefden
Definition
they screwed(indicative past)
Term
ik heb geschroefd
Definition
I have screwed(indicative present perfect)
Term
jij hebt geschroefd
Definition
you(singular) have screwed(indicative present perfect)
Term
hij heeft geschroefd
Definition
he has screwed(indicative present perfect)
Term
wij hebben geschroefd
Definition
we have screwed(indicative present perfect)
Term
jullie hebben geschroefd
Definition
you(plural) have screwed(indicative present perfect)
Term
zij hebben geschroefd
Definition
they have screwed(indicative present perfect)
Term
ik had geschroefd
Definition
I had screwed(indicative past perfect)
Term
jij had geschroefd
Definition
you(singular) had screwed(indicative past perfect)
Term
hij had geschroefd
Definition
he had screwed(indicative past perfect)
Term
wij hadden geschroefd
Definition
we had screwed(indicative past perfect)
Term
jullie hadden geschroefd
Definition
you(plural) had screwed(indicative past perfect)
Term
zij hadden geschroefd
Definition
they had screwed(indicative past perfect)
Term
ik zal schroeven
Definition
I will screw(indicative future)
Term
jij zult schroeven
Definition
you(singular) will screw(indicative future)
Term
hij zal schroeven
Definition
he will screw(indicative future)
Term
wij zullen schroeven
Definition
we will screw(indicative future)
Term
jullie zullen schroeven
Definition
you(plural) will screw(indicative future)
Term
zij zullen schroeven
Definition
they will screw(indicative future)
Term
ik zou schroeven
Definition
I would screw(conditional future)
Term
jij zou schroeven
Definition
you(singular) would screw(conditional future)
Term
hij zou schroeven
Definition
he would screw(conditional future)
Term
wij zouden schroeven
Definition
we would screw(conditional future)
Term
jullie zouden schroeven
Definition
you(plural) would screw(conditional future)
Term
zij zouden schroeven
Definition
they would screw(conditional future)
Term
ik zal geschroefd hebben
Definition
I will have screwed(future perfect)
Term
jij zult geschroefd hebben
Definition
you(singular) will have screwed(future perfect)
Term
hij zal geschroefd hebben
Definition
he will have screwed(future perfect)
Term
wij zullen geschroefd hebben
Definition
we will have screwed(future perfect)
Term
jullie zullen geschroefd hebben
Definition
you(plural) will have screwed(future perfect)
Term
zij zullen geschroefd hebben
Definition
they will have screwed(future perfect)
Term
ik zou geschroefd hebben
Definition
I would have screwed(conditional future perfect)
Term
jij zou geschroefd hebben
Definition
you(singular) would have screwed(conditional future perfect)
Term
hij zou geschroefd hebben
Definition
he would have screwed(conditional future perfect)
Term
wij zouden geschroefd hebben
Definition
we would have screwed(conditional future perfect)
Term
jullie zouden geschroefd hebben
Definition
you(plural) would have screwed(conditional future perfect)
Term
zij zouden geschroefd hebben
Definition
they would have screwed(conditional future perfect)
Term
schroef
Definition
screw(imperative)
Supporting users have an ad free experience!