Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for paint
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
08/14/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik schilder
Definition
I paint(indicative present)
Term
jij schildert
Definition
you(singular) paint(indicative present)
Term
hij schildert
Definition
he paints(indicative present)
Term
wij schilderen
Definition
we paint(indicative present)
Term
jullie schilderen
Definition
you(plural) paint(indicative present)
Term
zij schilderen
Definition
they paint(indicative present)
Term
ik schilderde
Definition
I painted(indicative past)
Term
jij schilderde
Definition
you(singular) painted(indicative past)
Term
hij schilderde
Definition
he painted(indicative past)
Term
wij schilderden
Definition
we painted(indicative past)
Term
jullie schilderden
Definition
you(plural) painted(indicative past)
Term
zij schilderden
Definition
they painted(indicative past)
Term
ik heb geschilderd
Definition
I have painted(indicative present perfect)
Term
jij hebt geschilderd
Definition
you(singular) have painted(indicative present perfect)
Term
hij heeft geschilderd
Definition
he has painted(indicative present perfect)
Term
wij hebben geschilderd
Definition
we have painted(indicative present perfect)
Term
jullie hebben geschilderd
Definition
you(plural) have painted(indicative present perfect)
Term
zij hebben geschilderd
Definition
they have painted(indicative present perfect)
Term
ik had geschilderd
Definition
I had painted(indicative past perfect)
Term
jij had geschilderd
Definition
you(singular) had painted(indicative past perfect)
Term
hij had geschilderd
Definition
he had painted(indicative past perfect)
Term
wij hadden geschilderd
Definition
we had painted(indicative past perfect)
Term
jullie hadden geschilderd
Definition
you(plural) had painted(indicative past perfect)
Term
zij hadden geschilderd
Definition
they had painted(indicative past perfect)
Term
ik zal schilderen
Definition
I will paint(indicative future)
Term
jij zult schilderen
Definition
you(singular) will paint(indicative future)
Term
hij zal schilderen
Definition
he will paint(indicative future)
Term
wij zullen schilderen
Definition
we will paint(indicative future)
Term
jullie zullen schilderen
Definition
you(plural) will paint(indicative future)
Term
zij zullen schilderen
Definition
they will paint(indicative future)
Term
ik zou schilderen
Definition
I would paint(conditional future)
Term
jij zou schilderen
Definition
you(singular) would paint(conditional future)
Term
hij zou schilderen
Definition
he would paint(conditional future)
Term
wij zouden schilderen
Definition
we would paint(conditional future)
Term
jullie zouden schilderen
Definition
you(plural) would paint(conditional future)
Term
zij zouden schilderen
Definition
they would paint(conditional future)
Term
ik zal geschilderd hebben
Definition
I will have painted(future perfect)
Term
jij zult geschilderd hebben
Definition
you(singular) will have painted(future perfect)
Term
hij zal geschilderd hebben
Definition
he will have painted(future perfect)
Term
wij zullen geschilderd hebben
Definition
we will have painted(future perfect)
Term
jullie zullen geschilderd hebben
Definition
you(plural) will have painted(future perfect)
Term
zij zullen geschilderd hebben
Definition
they will have painted(future perfect)
Term
ik zou geschilderd hebben
Definition
I would have painted(conditional future perfect)
Term
jij zou geschilderd hebben
Definition
you(singular) would have painted(conditional future perfect)
Term
hij zou geschilderd hebben
Definition
he would have painted(conditional future perfect)
Term
wij zouden geschilderd hebben
Definition
we would have painted(conditional future perfect)
Term
jullie zouden geschilderd hebben
Definition
you(plural) would have painted(conditional future perfect)
Term
zij zouden geschilderd hebben
Definition
they would have painted(conditional future perfect)
Term
schilder
Definition
paint(imperative)
Supporting users have an ad free experience!