Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for irradiate
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
03/16/2011

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik bestral
Definition
I irradiate(indicative present)
Term
jij bestralt
Definition
you(singular) irradiate(indicative present)
Term
hij bestralt
Definition
he irradiates(indicative present)
Term
wij bestralen
Definition
we irradiate(indicative present)
Term
jullie bestralen
Definition
you(plural) irradiate(indicative present)
Term
zij bestralen
Definition
they irradiate(indicative present)
Term
ik bestralde
Definition
I irradiated(indicative past)
Term
jij bestralde
Definition
you(singular) irradiated(indicative past)
Term
hij bestralde
Definition
he irradiated(indicative past)
Term
wij bestralden
Definition
we irradiated(indicative past)
Term
jullie bestralden
Definition
you(plural) irradiated(indicative past)
Term
zij bestralden
Definition
they irradiated(indicative past)
Term
ik heb bestrald
Definition
I have irradiated(indicative present perfect)
Term
jij hebt bestrald
Definition
you(singular) have irradiated(indicative present perfect)
Term
hij heeft bestrald
Definition
he has irradiated(indicative present perfect)
Term
wij hebben bestrald
Definition
we have irradiated(indicative present perfect)
Term
jullie hebben bestrald
Definition
you(plural) have irradiated(indicative present perfect)
Term
zij hebben bestrald
Definition
they have irradiated(indicative present perfect)
Term
ik had bestrald
Definition
I had irradiated(indicative past perfect)
Term
jij had bestrald
Definition
you(singular) had irradiated(indicative past perfect)
Term
hij had bestrald
Definition
he had irradiated(indicative past perfect)
Term
wij hadden bestrald
Definition
we had irradiated(indicative past perfect)
Term
jullie hadden bestrald
Definition
you(plural) had irradiated(indicative past perfect)
Term
zij hadden bestrald
Definition
they had irradiated(indicative past perfect)
Term
ik zal bestralen
Definition
I will irradiate(indicative future)
Term
jij zult bestralen
Definition
you(singular) will irradiate(indicative future)
Term
hij zal bestralen
Definition
he will irradiate(indicative future)
Term
wij zullen bestralen
Definition
we will irradiate(indicative future)
Term
jullie zullen bestralen
Definition
you(plural) will irradiate(indicative future)
Term
zij zullen bestralen
Definition
they will irradiate(indicative future)
Term
ik zou bestralen
Definition
I would irradiate(conditional future)
Term
jij zou bestralen
Definition
you(singular) would irradiate(conditional future)
Term
hij zou bestralen
Definition
he would irradiate(conditional future)
Term
wij zouden bestralen
Definition
we would irradiate(conditional future)
Term
jullie zouden bestralen
Definition
you(plural) would irradiate(conditional future)
Term
zij zouden bestralen
Definition
they would irradiate(conditional future)
Term
ik zal bestrald hebben
Definition
I will have irradiated(future perfect)
Term
jij zult bestrald hebben
Definition
you(singular) will have irradiated(future perfect)
Term
hij zal bestrald hebben
Definition
he will have irradiated(future perfect)
Term
wij zullen bestrald hebben
Definition
we will have irradiated(future perfect)
Term
jullie zullen bestrald hebben
Definition
you(plural) will have irradiated(future perfect)
Term
zij zullen bestrald hebben
Definition
they will have irradiated(future perfect)
Term
ik zou bestrald hebben
Definition
I would have irradiated(conditional future perfect)
Term
jij zou bestrald hebben
Definition
you(singular) would have irradiated(conditional future perfect)
Term
hij zou bestrald hebben
Definition
he would have irradiated(conditional future perfect)
Term
wij zouden bestrald hebben
Definition
we would have irradiated(conditional future perfect)
Term
jullie zouden bestrald hebben
Definition
you(plural) will have irradiated(conditional future perfect)
Term
zij zouden bestrald hebben
Definition
they would have irradiated(conditional future perfect)
Term
bestral
Definition
irradiate(imperative)
Supporting users have an ad free experience!