Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for import
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
03/19/2011

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik importeer
Definition
I import(indicative present)
Term
jij importeert
Definition
you(singular) import(indicative present)
Term
hij importeert
Definition
he imports(indicative present)
Term
wij importeren
Definition
we import(indicative present)
Term
jullie importeren
Definition
you(plural) import(indicative present)
Term
zij importeren
Definition
they import(indicative present)
Term
ik importeerde
Definition
I imported(indicative past)
Term
jij importeerde
Definition
you(singular) imported(indicative past)
Term
hij importeerde
Definition
he imported(indicative past)
Term
wij importeerden
Definition
we imported(indicative past)
Term
jullie importeerden
Definition
you(plural) imported(indicative past)
Term
zij importeerden
Definition
they imported(indicative past)
Term
ik heb geimporteerd
Definition
I have imported(indicative present perfect)
Term
jij hebt geimporteerd
Definition
you(singular) have imported(indicative present perfect)
Term
hij heeft geimporteerd
Definition
he has imported(indicative present perfect)
Term
wij hebben geimporteerd
Definition
we have imported(indicative present perfect)
Term
jullie hebben geimporteerd
Definition
you(plural) have imported(indicative present perfect)
Term
zij hebben geimporteerd
Definition
they have imported(indicative present perfect)
Term
ik had geimporteerd
Definition
I had imported(indicative past perfect)
Term
jij had geimporteerd
Definition
you(singular) had imported(indicative past perfect)
Term
hij had geimporteerd
Definition
he had imported(indicative past perfect)
Term
wij hadden geimporteerd
Definition
we had imported(indicative past perfect)
Term
jullie hadden geimporteerd
Definition
you(plural) had imported(indicative past perfect)
Term
zij hadden geimporteerd
Definition
they had imported(indicative past perfect)
Term
ik zal importeren
Definition
I will import(indicative future)
Term
jij zult importeren
Definition
you(singular) will import(indicative future)
Term
hij zal importeren
Definition
he will import(indicative future)
Term
wij zullen importeren
Definition
we will import(indicative future)
Term
jullie zullen importeren
Definition
you(plural) will import(indicative future)
Term
zij zullen importeren
Definition
they will import(indicative future)
Term
ik zou importeren
Definition
I would import(conditional future)
Term
jij zou importeren
Definition
you(singular) would import(conditional future)
Term
hij zou importeren
Definition
he would import(conditional future)
Term
wij zouden importeren
Definition
we would import(conditional future)
Term
jullie zouden importeren
Definition
you(plural) would import(conditional future)
Term
zij zouden importeren
Definition
they would import(conditional future)
Term
ik zal geimporteerd hebben
Definition
I will have imported(future perfect)
Term
jij zult geimporteerd hebben
Definition
you(singular) will have imported(future perfect)
Term
hij zal geimporteerd hebben
Definition
he will have imported(future perfect)
Term
wij zullen geimporteerd hebben
Definition
we will have imported(future perfect)
Term
jullie zullen geimporteerd hebben
Definition
you(plural) will have imported(future perfect)
Term
zij zullen geimporteerd hebben
Definition
they will have imported(future perfect)
Term
ik zou geimporteerd hebben
Definition
I would have imported(conditional future perfect)
Term
jij zou geimporteerd hebben
Definition
you(singular) would have imported(conditional future perfect)
Term
hij zou geimporteerd hebben
Definition
he would have imported(conditional future perfect)
Term
wij zouden geimporteerd hebben
Definition
we would have imported(conditional future perfect)
Term
jullie zouden geimporteerd hebben
Definition
you(plural) will have imported(conditional future perfect)
Term
zij zouden geimporteerd hebben
Definition
they would have imported(conditional future perfect)
Term
importeer
Definition
import(imperative)
Supporting users have an ad free experience!