Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for hear correctly or understand foreign language
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
08/18/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik versta
Definition
I hear correctly(indicative present)
Term
jij verstaat
Definition
you(singular) hear correctly(indicative present)
Term
hij verstaat
Definition
he hears correctly(indicative present)
Term
wij verstaan
Definition
we hear correctly(indicative present)
Term
jullie verstaan
Definition
you(plural) hear correctly(indicative present)
Term
zij verstaan
Definition
they hear correctly(indicative present)
Term
ik verstond
Definition
I heard correctly(indicative past)
Term
jij verstond
Definition
you(singular) heard correctly(indicative past)
Term
hij verstond
Definition
he heard correctly(indicative past)
Term
wij verstonden
Definition
we heard correctly(indicative past)
Term
jullie verstonden
Definition
you(plural) heard correctly(indicative past)
Term
zij verstonden
Definition
they heard correctly(indicative past)
Term
ik heb verstaan
Definition
I have heard correctly(indicative present perfect)
Term
jij hebt verstaan
Definition
you(singular) have heard correctly(indicative present perfect)
Term
hij heeft verstaan
Definition
he has heard correctly(indicative present perfect)
Term
wij hebben verstaan
Definition
we have heard correctly(indicative present perfect)
Term
jullie hebben verstaan
Definition
you(plural) have heard correctly(indicative present perfect)
Term
zij hebben verstaan
Definition
they have heard correctly(indicative present perfect)
Term
ik had verstaan
Definition
I had heard correctly(indicative past perfect)
Term
jij had verstaan
Definition
you(singular) had heard correctly(indicative past perfect)
Term
hij had verstaan
Definition
he had heard correctly(indicative past perfect)
Term
wij hadden verstaan
Definition
we had heard correctly(indicative past perfect)
Term
jullie hadden verstaan
Definition
you(plural) had heard correctly(indicative past perfect)
Term
zij hadden verstaan
Definition
they had heard correctly(indicative past perfect)
Term
ik zal verstaan
Definition
I will hear correctly(indicative future)
Term
jij zult verstaan
Definition
you(singular) will hear correctly(indicative future)
Term
hij zal verstaan
Definition
he will hear correctly(indicative future)
Term
wij zullen verstaan
Definition
we will hear correctly(indicative future)
Term
jullie zullen verstaan
Definition
you(plural) will hear correctly(indicative future)
Term
zij zullen verstaan
Definition
they will hear correctly(indicative future)
Term
ik zou verstaan
Definition
I would hear correctly(conditional future)
Term
jij zou verstaan
Definition
you(singular) would hear correctly(conditional future)
Term
hij zou verstaan
Definition
he would hear correctly(conditional future)
Term
wij zouden verstaan
Definition
we would hear correctly(conditional future)
Term
jullie zouden verstaan
Definition
you(plural) would hear correctly(conditional future)
Term
zij zouden verstaan
Definition
they would hear correctly(conditional future)
Term
ik zal verstaan hebben
Definition
I will have heard correctly(future perfect)
Term
jij zult verstaan hebben
Definition
you(singular) will have heard correctly(future perfect)
Term
hij zal verstaan hebben
Definition
he will have heard correctly(future perfect)
Term
wij zullen verstaan hebben
Definition
we will have heard correctly(future perfect)
Term
jullie zullen verstaan hebben
Definition
you(plural) will have heard correctly(future perfect)
Term
zij zullen verstaan hebben
Definition
they will have heard correctly(future perfect)
Term
ik zou verstaan hebben
Definition
I would have heard correctly(conditional future perfect)
Term
jij zou verstaan hebben
Definition
you(singular) would have heard correctly(conditional future perfect)
Term
hij zou verstaan hebben
Definition
he would have heard correctly(conditional future perfect)
Term
wij zouden verstaan hebben
Definition
we would have heard correctly(conditional future perfect)
Term
jullie zouden verstaan hebben
Definition
you(plural) would have heard correctly(conditional future perfect)
Term
zij zouden verstaan hebben
Definition
they would have heard correctly(conditional future perfect)
Term
versta
Definition
(you)hear correctly(imperative)
Supporting users have an ad free experience!