Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for harvest
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
10/09/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik oogst
Definition
I harvest(indicative present)
Term
jij oogst
Definition
you(singular) harvest(indicative present)
Term
hij oogst
Definition
he harvests(indicative present)
Term
wij oogsten
Definition
we harvest(indicative present)
Term
jullie oogsten
Definition
you(plural) harvest(indicative present)
Term
zij oogsten
Definition
they harvest(indicative present)
Term
ik oogstte
Definition
I harvested(indicative past)
Term
jij oogstte
Definition
you(singular) harvested(indicative past)
Term
hij oogstte
Definition
he harvested(indicative past)
Term
wij oogstten
Definition
we harvested(indicative past)
Term
jullie oogstten
Definition
you(plural) harvested(indicative past)
Term
zij oogstten
Definition
they harvested(indicative past)
Term
ik heb geoogst
Definition
I have harvested(indicative present perfect)
Term
jij hebt geoogst
Definition
you(singular) have harvested(indicative present perfect)
Term
hij heeft geoogst
Definition
he has harvested(indicative present perfect)
Term
wij hebben geoogst
Definition
we have harvested(indicative present perfect)
Term
jullie hebben geoogst
Definition
you(plural) have harvested(indicative present perfect)
Term
zij hebben geoogst
Definition
they have harvested(indicative present perfect)
Term
ik had geoogst
Definition
I had harvested(indicative past perfect)
Term
jij had geoogst
Definition
you(singular) had harvested(indicative past perfect)
Term
hij had geoogst
Definition
he had harvested(indicative past perfect)
Term
wij hadden geoogst
Definition
we had harvested(indicative past perfect)
Term
jullie hadden geoogst
Definition
you(plural) had harvested(indicative past perfect)
Term
zij hadden geoogst
Definition
they had harvested(indicative past perfect)
Term
ik zal oogsten
Definition
I will harvest(indicative future)
Term
jij zult oogsten
Definition
you(singular) will harvest(indicative future)
Term
hij zal oogsten
Definition
he will harvest(indicative future)
Term
wij zullen oogsten
Definition
we will harvest(indicative future)
Term
jullie zullen oogsten
Definition
you(plural) will harvest(indicative future)
Term
zij zullen oogsten
Definition
they will harvest(indicative future)
Term
ik zou oogsten
Definition
I would harvest(conditional future)
Term
jij zou oogsten
Definition
you(singular) would harvest(conditional future)
Term
hij zou oogsten
Definition
he would harvest(conditional future)
Term
wij zouden oogsten
Definition
we would harvest(conditional future)
Term
jullie zouden oogsten
Definition
you(plural) would harvest(conditional future)
Term
zij zouden oogsten
Definition
they would harvest(conditional future)
Term
ik zal geoogst hebben
Definition
I will have harvested(future perfect)
Term
jij zult geoogst hebben
Definition
you(singular) will have harvested(future perfect)
Term
hij zal geoogst hebben
Definition
he will have harvested(future perfect)
Term
wij zullen geoogst hebben
Definition
we will have harvested(future perfect)
Term
jullie zullen geoogst hebben
Definition
you(plural) will have harvested(future perfect)
Term
zij zullen geoogst hebben
Definition
they will have harvested(future perfect)
Term
ik zou geoogst hebben
Definition
I would have harvested(conditional future perfect)
Term
jij zou geoogst hebben
Definition
you(singular) would have harvested(conditional future perfect)
Term
hij zou geoogst hebben
Definition
he would have harvested(conditional future perfect)
Term
wij zouden geoogst hebben
Definition
we would have harvested(conditional future perfect)
Term
jullie zouden geoogst hebben
Definition
you(plural) would have harvested(conditional future perfect)
Term
zij zouden geoogst hebben
Definition
they would have harvested(conditional future perfect)
Term
oogst
Definition
harvest(imperative)
Supporting users have an ad free experience!