Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for glide or slide
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
08/19/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik glijd; glij
Definition
I glide or slide(indicative present)
Term
jij glijdt
Definition
you(singular) glide or slide(indicative present)
Term
hij glijdt
Definition
he glides or slides(indicative present)
Term
wij glijden
Definition
we glide or slide(indicative present)
Term
jullie glijden
Definition
you(plural) glide or slide(indicative present)
Term
zij glijden
Definition
they glide or slide(indicative present)
Term
ik gleed
Definition
I glided or slid(indicative past)
Term
jij gleed
Definition
you(singular) glided or slid(indicative past)
Term
hij gleed
Definition
he glided or slid(indicative past)
Term
wij gleden
Definition
we glided or slid(indicative past)
Term
jullie gleden
Definition
you(plural) glided or slid(indicative past)
Term
zij gleden
Definition
they glided or slid(indicative past)
Term
ik heb gegleden
Definition
I have glided or slid(indicative present perfect)
Term
jij hebt gegleden
Definition
you(singular) have glided or slid(indicative present perfect)
Term
hij heeft gegleden
Definition
he has glided or slid(indicative present perfect)
Term
wij hebben gegleden
Definition
we have glided or slid(indicative present perfect)
Term
jullie hebben gegleden
Definition
you(plural) have glided or slid(indicative present perfect)
Term
zij hebben gegleden
Definition
they have glided or slid(indicative present perfect)
Term
ik had gegleden
Definition
I had glided or slid(indicative past perfect)
Term
jij had gegleden
Definition
you(singular) had glided or slid(indicative past perfect)
Term
hij had gegleden
Definition
he had glided or slid(indicative past perfect)
Term
wij hadden gegleden
Definition
we had glided or slid(indicative past perfect)
Term
jullie hadden gegleden
Definition
you(plural) had glided or slid(indicative past perfect)
Term
zij hadden gegleden
Definition
they had glided or slid(indicative past perfect)
Term
ik zal glijden
Definition
I will glide or slide(indicative future)
Term
jij zult glijden
Definition
you(singular) will glide or slide(indicative future)
Term
hij zal glijden
Definition
he will glide or slide(indicative future)
Term
wij zullen glijden
Definition
we will glide or slide(indicative future)
Term
jullie zullen glijden
Definition
you(plural) will glide or slide(indicative future)
Term
zij zullen glijden
Definition
they will glide or slide(indicative future)
Term
ik zou glijden
Definition
I would glide or slide(conditional future)
Term
jij zou glijden
Definition
you(singular) would glide or slide(conditional future)
Term
hij zou glijden
Definition
he would glide or slide(conditional future)
Term
wij zouden glijden
Definition
we would glide or slide(conditional future)
Term
jullie zouden glijden
Definition
you(plural) would glide or slide(conditional future)
Term
zij zouden glijden
Definition
they would glide or slide(conditional future)
Term
ik zal gegleden hebben
Definition
I will have glided or slid(future perfect)
Term
jij zult gegleden hebben
Definition
you(singular) will have glided or slid(future perfect)
Term
hij zal gegleden hebben
Definition
he will have glided or slid(future perfect)
Term
wij zullen gegleden hebben
Definition
we will have glided or slid(future perfect)
Term
jullie zullen gegleden hebben
Definition
you(plural) will have glided or slid(future perfect)
Term
zij zullen gegleden hebben
Definition
they will have glided or slid(future perfect)
Term
ik zou gegleden hebben
Definition
I would have glided or slid(conditional future perfect)
Term
jij zou gegleden hebben
Definition
you(singular) would have glided or slid(conditional future perfect)
Term
hij zou gegleden hebben
Definition
he would have glided or slid(conditional future perfect)
Term
wij zouden gegleden hebben
Definition
we would have glided or slid(conditional future perfect)
Term
jullie zouden gegleden hebben
Definition
you(plural) would have glided or slid(conditional future perfect)
Term
zij zouden gegleden hebben
Definition
they would have glided or slid(conditional future perfect)
Term
glijd; glij
Definition
glide or slide(imperative)
Supporting users have an ad free experience!