Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for fish
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
10/04/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik vis
Definition
I fish(indicative present)
Term
jij vist
Definition
you(singular) fish(indicative present)
Term
hij vist
Definition
he fishes(indicative present)
Term
wij vissen
Definition
we fish(indicative present)
Term
jullie vissen
Definition
you(plural) fish(indicative present)
Term
zij vissen
Definition
they fish(indicative present)
Term
ik viste
Definition
I fished(indicative past)
Term
jij viste
Definition
you(singular) fished(indicative past)
Term
hij viste
Definition
he fished(indicative past)
Term
wij visten
Definition
we fished(indicative past)
Term
jullie visten
Definition
you(plural) fished(indicative past)
Term
zij visten
Definition
they fished(indicative past)
Term
ik heb gevist
Definition
I have fished(indicative present perfect)
Term
jij hebt gevist
Definition
you(singular) have fished(indicative present perfect)
Term
hij heeft gevist
Definition
he has fished(indicative present perfect)
Term
wij hebben gevist
Definition
we have fished(indicative present perfect)
Term
jullie hebben gevist
Definition
you(plural) have fished(indicative present perfect)
Term
zij hebben gevist
Definition
they have fished(indicative present perfect)
Term
ik had gevist
Definition
I had fished(indicative past perfect)
Term
jij had gevist
Definition
you(singular) had fished(indicative past perfect)
Term
hij had gevist
Definition
he had fished(indicative past perfect)
Term
wij hadden gevist
Definition
we had fished(indicative past perfect)
Term
jullie hadden gevist
Definition
you(plural) had fished(indicative past perfect)
Term
zij hadden gevist
Definition
they had fished(indicative past perfect)
Term
ik zal vissen
Definition
I will fish(indicative future)
Term
jij zult vissen
Definition
you(singular) will fish(indicative future)
Term
hij zal vissen
Definition
he will fish(indicative future)
Term
wij zullen vissen
Definition
we will fish(indicative future)
Term
jullie zullen vissen
Definition
you(plural) will fish(indicative future)
Term
zij zullen vissen
Definition
they will fish(indicative future)
Term
ik zou vissen
Definition
I would fish(conditional future)
Term
jij zou vissen
Definition
you(singular) would fish(conditional future)
Term
hij zou vissen
Definition
he would fish(conditional future)
Term
wij zouden vissen
Definition
we would fish(conditional future)
Term
jullie zouden vissen
Definition
you(plural) would fish(conditional future)
Term
zij zouden vissen
Definition
they would fish(conditional future)
Term
ik zal gevist hebben
Definition
I will have fished(future perfect)
Term
jij zult gevist hebben
Definition
you(singular) will have fished(future perfect)
Term
hij zal gevist hebben
Definition
he will have fished(future perfect)
Term
wij zullen gevist hebben
Definition
we will have fished(future perfect)
Term
jullie zullen gevist hebben
Definition
you(plural) will have fished(future perfect)
Term
zij zullen gevist hebben
Definition
they will have fished(future perfect)
Term
ik zou gevist hebben
Definition
I would have fished(conditional future perfect)
Term
jij zou gevist hebben
Definition
you(singular) would have fished(conditional future perfect)
Term
hij zou gevist hebben
Definition
he would have fished(conditional future perfect)
Term
wij zouden gevist hebben
Definition
we would have fished(conditional future perfect)
Term
jullie zouden gevist hebben
Definition
you(plural) would have fished(conditional future perfect)
Term
zij zouden gevist hebben
Definition
they would have fished(conditional future perfect)
Term
vis
Definition
fish(imperative)
Supporting users have an ad free experience!