Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for feel
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
10/09/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik voel
Definition
I feel(indicative present)
Term
jij voelt
Definition
you(singular) feel(indicative present)
Term
hij voelt
Definition
he feels(indicative present)
Term
wij voelen
Definition
we feel(indicative present)
Term
jullie voelen
Definition
you(plural) feel(indicative present)
Term
zij voelen
Definition
they feel(indicative present)
Term
ik voelde
Definition
I felt(indicative past)
Term
jij voelde
Definition
you(singular) felt(indicative past)
Term
hij voelde
Definition
he felt(indicative past)
Term
wij voelden
Definition
we felt(indicative past)
Term
jullie voelden
Definition
you(plural) felt(indicative past)
Term
zij voelden
Definition
they felt(indicative past)
Term
ik heb gevoeld
Definition
I have felt(indicative present perfect)
Term
jij hebt gevoeld
Definition
you(singular) have felt(indicative present perfect)
Term
hij heeft gevoeld
Definition
he has felt(indicative present perfect)
Term
wij hebben gevoeld
Definition
we have felt(indicative present perfect)
Term
jullie hebben gevoeld
Definition
you(plural) have felt(indicative present perfect)
Term
zij hebben gevoeld
Definition
they have felt(indicative present perfect)
Term
ik had gevoeld
Definition
I had felt(indicative past perfect)
Term
jij had gevoeld
Definition
you(singular) had felt(indicative past perfect)
Term
hij had gevoeld
Definition
he had felt(indicative past perfect)
Term
wij hadden gevoeld
Definition
we had felt(indicative past perfect)
Term
jullie hadden gevoeld
Definition
you(plural) had felt(indicative past perfect)
Term
zij hadden gevoeld
Definition
they had felt(indicative past perfect)
Term
ik zal voelen
Definition
I will feel(indicative future)
Term
jij zult voelen
Definition
you(singular) will feel(indicative future)
Term
hij zal voelen
Definition
he will feel(indicative future)
Term
wij zullen voelen
Definition
we will feel(indicative future)
Term
jullie zullen voelen
Definition
you(plural) will feel(indicative future)
Term
zij zullen voelen
Definition
they will feel(indicative future)
Term
ik zou voelen
Definition
I would feel(conditional future)
Term
jij zou voelen
Definition
you(singular) would feel(conditional future)
Term
hij zou voelen
Definition
he would feel(conditional future)
Term
wij zouden voelen
Definition
we would feel(conditional future)
Term
jullie zouden voelen
Definition
you(plural) would feel(conditional future)
Term
zij zouden voelen
Definition
they would feel(conditional future)
Term
ik zal gevoeld hebben
Definition
I will have felt(future perfect)
Term
jij zult gevoeld hebben
Definition
you(singular) will have felt(future perfect)
Term
hij zal gevoeld hebben
Definition
he will have felt(future perfect)
Term
wij zullen gevoeld hebben
Definition
we will have felt(future perfect)
Term
jullie zullen gevoeld hebben
Definition
you(plural) will have felt(future perfect)
Term
zij zullen gevoeld hebben
Definition
they will have felt(future perfect)
Term
ik zou gevoeld hebben
Definition
I would have felt(conditional future perfect)
Term
jij zou gevoeld hebben
Definition
you(singular) would have felt(conditional future perfect)
Term
hij zou gevoeld hebben
Definition
he would have felt(conditional future perfect)
Term
wij zouden gevoeld hebben
Definition
we would have felt(conditional future perfect)
Term
jullie zouden gevoeld hebben
Definition
you(plural) would have felt(conditional future perfect)
Term
zij zouden gevoeld hebben
Definition
they would have felt(conditional future perfect)
Term
voel
Definition
feel(imperative)
Supporting users have an ad free experience!