Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for compete
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
08/15/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik wedijver
Definition
I compete(indicative present)
Term
jij wedijvert
Definition
you(singular) compete(indicative present)
Term
hij wedijvert
Definition
he competes(indicative present)
Term
wij wedijveren
Definition
we compete(indicative present)
Term
jullie wedijveren
Definition
you(plural) compete(indicative present)
Term
zij wedijveren
Definition
they compete(indicative present)
Term
ik wedijverde
Definition
I competed(indicative past)
Term
jij wedijverde
Definition
you(singular) competed(indicative past)
Term
hij wedijverde
Definition
he competed(indicative past)
Term
wij wedijverden
Definition
we competed(indicative past)
Term
jullie wedijverden
Definition
you(plural) competed(indicative past)
Term
zij wedijverden
Definition
they competed(indicative past)
Term
ik heb gewedijverd
Definition
I have competed(indicative present perfect)
Term
jij hebt gewedijverd
Definition
you(singular) have competed(indicative present perfect)
Term
hij heeft gewedijverd
Definition
he has competed(indicative present perfect)
Term
wij hebben gewedijverd
Definition
we have competed(indicative present perfect)
Term
jullie hebben gewedijverd
Definition
you(plural) have competed(indicative present perfect)
Term
zij hebben gewedijverd
Definition
they have competed(indicative present perfect)
Term
ik had gewedijverd
Definition
I had competed(indicative past perfect)
Term
jij had gewedijverd
Definition
you(singular) had competed(indicative past perfect)
Term
hij had gewedijverd
Definition
he had competed(indicative past perfect)
Term
wij hadden gewedijverd
Definition
we had competed(indicative past perfect)
Term
jullie hadden gewedijverd
Definition
you(plural) had competed(indicative past perfect)
Term
zij hadden gewedijverd
Definition
they had competed(indicative past perfect)
Term
ik zal wedijveren
Definition
I will compete(indicative future)
Term
jij zult wedijveren
Definition
you(singular) will compete(indicative future)
Term
hij zal wedijveren
Definition
he will compete(indicative future)
Term
wij zullen wedijveren
Definition
we will compete(indicative future)
Term
jullie zullen wedijveren
Definition
you(plural) will compete(indicative future)
Term
zij zullen wedijveren
Definition
they will compete(indicative future)
Term
ik zou wedijveren
Definition
I would compete(conditional future)
Term
jij zou wedijveren
Definition
you(singular) would compete(conditional future)
Term
hij zou wedijveren
Definition
he would compete(conditional future)
Term
wij zouden wedijveren
Definition
we would compete(conditional future)
Term
jullie zouden wedijveren
Definition
you(plural) would compete(conditional future)
Term
zij zouden wedijveren
Definition
they would compete(conditional future)
Term
ik zal gewedijverd hebben
Definition
I will have competed(future perfect)
Term
jij zult gewedijverd hebben
Definition
you(singular) will have competed(future perfect)
Term
hij zal gewedijverd hebben
Definition
he will have competed(future perfect)
Term
wij zullen gewedijverd hebben
Definition
we will have competed(future perfect)
Term
jullie zullen gewedijverd hebben
Definition
you(plural) will have competed(future perfect)
Term
zij zullen gewedijverd hebben
Definition
they will have competed(future perfect)
Term
ik zou gewedijverd hebben
Definition
I would have competed(conditional future perfect)
Term
jij zou gewedijverd hebben
Definition
you(singular) would have competed(conditional future perfect)
Term
hij zou gewedijverd hebben
Definition
he would have competed(conditional future perfect)
Term
wij zouden gewedijverd hebben
Definition
we would have competed(conditional future perfect)
Term
jullie zouden gewedijverd hebben
Definition
you(plural) would have competed(conditional future perfect)
Term
zij zouden gewedijverd hebben
Definition
they would have competed(conditional future perfect)
Term
wedijver
Definition
compete(imperative)
Supporting users have an ad free experience!