Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for block or hinder
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
08/16/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik belemmer
Definition
I hinder(indicative present)
Term
jij belemmert
Definition
you(singular) hinder(indicative present)
Term
hij belemmert
Definition
he hinders(indicative present)
Term
wij belemmeren
Definition
we hinder(indicative present)
Term
jullie belemmeren
Definition
you(plural) hinder(indicative present)
Term
zij belemmeren
Definition
they hinder(indicative present)
Term
ik belemmerde
Definition
I hindered(indicative past)
Term
jij belemmerde
Definition
you(singular) hindered(indicative past)
Term
hij belemmerde
Definition
he hindered(indicative past)
Term
wij belemmerden
Definition
we hindered(indicative past)
Term
jullie belemmerden
Definition
you(plural) hindered(indicative past)
Term
zij belemmerden
Definition
they hindered(indicative past)
Term
ik heb belemmerd
Definition
I have hindered(indicative present perfect)
Term
jij hebt belemmerd
Definition
you(singular) have hindered(indicative present perfect)
Term
hij heeft belemmerd
Definition
he has hindered(indicative present perfect)
Term
wij hebben belemmerd
Definition
we have hindered(indicative present perfect)
Term
jullie hebben belemmerd
Definition
you(plural) have hindered(indicative present perfect)
Term
zij hebben belemmerd
Definition
they have hindered(indicative present perfect)
Term
ik had belemmerd
Definition
I had hindered(indicative past perfect)
Term
jij had belemmerd
Definition
you(singular) had hindered(indicative past perfect)
Term
hij had belemmerd
Definition
he had hindered(indicative past perfect)
Term
wij hadden belemmerd
Definition
we had hindered(indicative past perfect)
Term
jullie hadden belemmerd
Definition
you(plural) had hindered(indicative past perfect)
Term
zij hadden belemmerd
Definition
they had hindered(indicative past perfect)
Term
ik zal belemmeren
Definition
I will hinder(indicative future)
Term
jij zult belemmeren
Definition
you(singular) will hinder(indicative future)
Term
hij zal belemmeren
Definition
he will hinder(indicative future)
Term
wij zullen belemmeren
Definition
we will hinder(indicative future)
Term
jullie zullen belemmeren
Definition
you(plural) will hinder(indicative future)
Term
zij zullen belemmeren
Definition
they will hinder(indicative future)
Term
ik zou belemmeren
Definition
I would hinder(conditional future)
Term
jij zou belemmeren
Definition
you(singular) would hinder(conditional future)
Term
hij zou belemmeren
Definition
he would hinder(conditional future)
Term
wij zouden belemmeren
Definition
we would hinder(conditional future)
Term
jullie zouden belemmeren
Definition
you(plural) would hinder(conditional future)
Term
zij zouden belemmeren
Definition
they would hinder(conditional future)
Term
ik zal belemmerd hebben
Definition
I will have hindered(future perfect)
Term
jij zult belemmerd hebben
Definition
you(singular) will have hindered(future perfect)
Term
hij zal belemmerd hebben
Definition
he will have hindered(future perfect)
Term
wij zullen belemmerd hebben
Definition
we will have hindered(future perfect)
Term
jullie zullen belemmerd hebben
Definition
you(plural) will have hindered(future perfect)
Term
zij zullen belemmerd hebben
Definition
they will have hindered(future perfect)
Term
ik zou belemmerd hebben
Definition
I would have hindered(conditional future perfect)
Term
jij zou belemmerd hebben
Definition
you(singular) would have hindered(conditional future perfect)
Term
hij zou belemmerd hebben
Definition
he would have hindered(conditional future perfect)
Term
wij zouden belemmerd hebben
Definition
we would have hindered(conditional future perfect)
Term
jullie zouden belemmerd hebben
Definition
you(plural) would have hindered(conditional future perfect)
Term
zij zouden belemmerd hebben
Definition
they would have hindered(conditional future perfect)
Term
belemmer
Definition
hinder(imperative)
Supporting users have an ad free experience!