Term
| Hoeveel procent van de Nederlandse bevolking heeft ooit een psychische stoornis gehad? |
|
Definition
|
|
Term
| Welke soorten stoornissen komen bij 1 op de 5 mensen voor? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Stemmingsstoornissen 2. Angststoornissen 3. Middelenstoornissen |
|
|
Term
| Waar worden vrouwen vaker mee gediagnosticeerd dan mannen? |
|
Definition
| Vrouwen zijn vaker dan mannen gediagnosticeerd met een stemmings– of angststoornis. Verder zijn vrouwen vaker gediagnosticeerd met een depressie in engere zin, dysthymie en een eetstoornis dan mannen. |
|
|
Term
| Welke stoornissen komen het meest bij vrouwen voor? |
|
Definition
| De enkelvoudige fobie en de sociale fobie komen relatief het vaakst voor bij vrouwen. |
|
|
Term
| Waar worden mannen vaker mee gediagnosticeerd dan vrouwen? |
|
Definition
| Mannen krijgen juist vaker de diagnose alcoholstoornis toegewezen en hebben een grotere kans om deze stoornis voor het eerst te krijgen. |
|
|
Term
| Welke stoornissen komen even vaak bij mannen als vrouwen voor? |
|
Definition
| De bipolaire stoornis komt bij mannen en vrouwen op jaarbasis even vaak voor, evenals schizofrenie. |
|
|
Term
| Wat wordt er gedaan bij een verklarende diagnose? |
|
Definition
| Bij verklarende diagnostiek wordt er een verklarende gedragstherapeutische diagnose gesteld in de vorm van functie- en betekenisanalyses. |
|
|
Term
| Waar naar wordt gezocht bij een verklarende diagnose? |
|
Definition
| Er wordt hierbij gezocht naar de veronderstelde samenhang tussen gedrag en gevolgen van dit gedrag en de cognitieve representaties (betekenisverlening aan bepaalde situaties of gebeurtenissen). |
|
|
Term
| Wat wordt gedaan bij een classificerende diagnose? |
|
Definition
| Bij classificerende diagnostiek worden de geïnventariseerde klachten en problemen gerubriceerd en gegroepeerd volgens een bepaald classificatiesysteem, zoals bijvoorbeeld de DSM-IV. Deze diagnose is eerder beschrijvend en geeft geen verklaring voor de problematiek. |
|
|
Term
| Wat zijn de voordelen van online therapie? (11 punten) |
|
Definition
| 1. Onlinetherapie is nuttig voor cliënten die slecht te bereiken zijn met de reguliere gezondheidszorg. 2. Het internet is anoniemer. 3. Geen wachtlijsten. 4. Gemakkelijker op grote schaal worden aangeboden. 5. Toegankelijk voor cliënten. 6. Wanneer de onlinetherapie goed is opgezet, kan de tijd die de therapeut in de sessies steekt, geminimaliseerd worden. 7. Tijdsefficiënter betekent ook kostenefficiënter. 8. Het tempo van de behandelingen en beslissingen ligt veel hoger 9. Therapeuten blijken zich beter aan het evidence-based-protocol te houden. 10. Therapeuten hebben tussen de sessies door tijd om literatuur en/of collega’s te raadplegen en kunnen hierdoor de cliënt betere feedback bezorgen. 11. Behandeling inclusief commentaar kan op cd bewaard worden en kan als handleiding voor het omgaan met eventuele toekomstige klachten gebruikt worden. |
|
|
Term
| Wat zijn de nadelen van online therapie? (6 punten) |
|
Definition
| 1. Door de afwezigheid van face-to-face-contacten ontbreekt het non-verbaal gedrag. 2. Drop-out van cliënten groter 3. Bepaalde groepen patiënten zijn juist lastiger te bereiken 4. Onlinetherapie is heel intensief 5. Onlinetherapie vraagt veel discipline van de cliënt. 6. Onlinetherapie is wellicht niet voor alle stoornissen/cliënten geschikt. |
|
|
Term
|
Definition
| Discriminatieve stimulus, zijnde de uitlokkende gebeurtenis. |
|
|
Term
|
Definition
| Conditioned emotional response, zijnde de lichamelijke gewaarwordingen en gevoelens. |
|
|
Term
|
Definition
| Covert operant, zijnde de cognities. |
|
|
Term
|
Definition
| Conditioned avoidance response, zijnde vermijdingsrespons of zoals soms ook de actierespons genoemd. |
|
|
Term
|
Definition
| Consequentie, waarbij bv +C- betekent dat een negatieve gebeurtenis vaker optreedt. |
|
|
Term
| Als je een overzicht hebt van een aantal angsten is de angsthierarchie en de functionele analyse nog niet compleet, wat moet er nog gebeuren?een uitgebreide, gedetailleerde angsthiërarchie is opgesteld. |
|
Definition
| Wat u dus nog zou moeten doen, is heel expliciet navragen wat de cliënt precies eng vindt en wat minder. |
|
|
Term
|
Definition
| De BDI-II is zelfbeoordelingsvragenlijst voor het meten van de algehele ernst van een depressie bij volwassenen en adolescenten van 13 jaar en ouder. De vragenlijst is ontwikkeld voor het beoordelen van de ernst van depressieve symptomen overeenkomstig de DSM-IV-criteria. |
|
|
Term
| Waar moet rekening mee gehouden worden bij het gebruik van de BDI-II? |
|
Definition
| Het is van belang in het oog te houden dat de BDI-II de mate van depressie meet maar geen diagnose stelt. |
|
|
Term
| Waar is de BDI-II geschikt voor? |
|
Definition
| De BDI-II is wel geschikt om het effect van een interventie te evalueren en kan dus gebruikt worden in therapie-effectstudies gericht op depressie. |
|
|
Term
| Waar is cognitieve gedragstherapie niet geindiceerd? |
|
Definition
| Cognitieve gedragstherapie zou niet geïndiceerd zijn, als hij een depressie met psychotische of melancholische kenmerken zou hebben. Ook is deze vorm van behandeling ongeschikt als er sprake zou zijn van ernstige suïcidaliteit. |
|
|
Term
| Welke non-specifieke therapiefactoren bevat cognitieve gedragstherapie bij depressie? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Een heldere rationale 2. Een gestructureerde behandelingsvorm 3. Het buiten de therapie leren toepassen van adequate copingvaardigheden 4. De zelfattributie van therapeutisch succes. |
|
|
Term
| Waar is de rationale bij cognitieve gedragstherapie bij depressie opgericht? |
|
Definition
| De rationale bij cognitieve gedragstherapie bij depressie is gericht op de essentie is dat u duidelijk maakt dat er een belangrijke link bestaat tussen wat iemand doet (aan – voldoeninggevende – activiteiten) en hoe iemand zich voelt. |
|
|
Term
| Hoe kan je het volgende uitdagen? ‘Als je niet goed presteert, ben je een mislukkeling.’ |
|
Definition
| Deze assumptie is goed uit te dagen met behulp van meerdimensionaal en genuanceerd evalueren. Schets vervolgens een figuur waarbij op de horizontale as prestatie staat en op de verticale as slagen versus mislukken. Zal zien dat de mensen zich over de hele figuur zullen verdelen en dat er dus geen (sterke) relatie bestaat tussen presteren en mislukken. |
|
|
Term
| Hoe kan je het volgende uitdagen? ‘Als je om hulp vraagt, vinden mensen je zwak.’ |
|
Definition
| Een geschikte uitdaagtechniek hier is informatie verzamelen. Een goede techniek om de meningen van mensen te onderzoeken, is het mensen gewoon vragen. Dit kan vrij gemakkelijk door een zelfgemaakte enquête voor te leggen aan een aantal mensen. |
|
|
Term
| Hoe kan je het volgende uitdagen? ‘Een depressieve stoornis is genetisch bepaald, dus alleen pillen helpen.’ |
|
Definition
| Ook hier is een geschikte uitdaagtechniek informatie verzamelen. Deze cognitie is namelijk eenvoudig te weerleggen door de bibliotheek in te sturen of op internet te laten zoeken met de opdracht uit te zoeken wat de oorzaken zijn van een depressieve stoornis, wat de behandelingsmogelijkheden zijn en wat de effectiviteit daarvan is. |
|
|
Term
| Hoe kan je het volgende uitdagen? ‘Ik blijf liever thuis.’ |
|
Definition
| De meest voor de hand liggende techniek om deze cognitie aan te pakken is een lijstje op te stellen van de voor- en nadelen van deze gedachte: de kosten-batenanalyse. |
|
|
Term
| Hoe kan je het volgende uitdagen? ‘Ik verknal alles.’ |
|
Definition
| Bij deze gedachte is het geschikt om te onderzoeken wat er volgens Meindert allemaal zou kunnen gebeuren: het ergste van het ergste. U vraagt hem wat er allemaal zou kunnen gebeuren; wat verknalt hij allemaal? U kunt dan een grote gebeurtenis noemen (bijvoorbeeld een aardbeving in China). Dit zal waarschijnlijk onmiddellijk leiden tot relativering door Meindert omdat de waarschijnlijk dat hij daar invloed op zou hebben ook in zijn ogen erg gering is. Vervolgens kunt u dan nog iets noemen, iets dat minder groots is, maar waar Meindert ook zeker geen invloed zal op hebben (verlies van zijn favoriete voetbalclub). Meindert zal hierdoor inzien dat hij (zijn invloed) overdrijft en zal zijn gedachte nuanceren. |
|
|
Term
| Hoe kan je het volgende uitdagen? ‘Als ik het verknal, is het mijn schuld dat mijn vriendin ontslagen wordt.’ |
|
Definition
| Deze gedachte zou derhalve goed uitgedaagd kunnen worden met het taartdiagram. Maar ook de rechtbankmethode zou hier kunnen werken. Wie is er mede debet aan als zijn vriendin wordt ontslagen? Voor een groot deel waarschijnlijk zijzelf, en wellicht ook haar baas, en misschien haar medecollega’s. Maar Meindert zal waarschijnlijk slechts een kleine taartpunt vertegenwoordigen. |
|
|
Term
| Welke therapie is geindiceerd bij anorexia nervosa? |
|
Definition
| Voor anorexia nervosa is cognitieve gedragstherapie de enige evidence-based psychotherapeutische interventie. |
|
|
Term
| Welke therapieën zijn geindiceerd bij boulimia nervosa? |
|
Definition
| Voor boulimia nervosa en de eetbuienstoornis zijn cognitieve gedragstherapie, interpersoonlijke therapie, cognitieve therapie en gedragstherapie allemaal evidence-based psychotherapeutische interventies. |
|
|
Term
| Waar bestaat de EDE en de EDE-Q uit? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Lijnen (Restraint) 2. Piekeren over eten (Eating concern) 3. Piekeren over gewicht (Weight concern) 4. Piekeren over lichaamsvormen (Shape concern) 5. Eetbuien en gewichtscontrolemaatregelen (Bulimia). |
|
|
Term
| Wat zijn voorbeelden van typische denkfouten zijn? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Confirmatiebias 2. Zwart-wit- of dichotoom denken 3. Jumping to conclusions |
|
|
Term
|
Definition
| Het zoeken naar bevestiging van een bepaalde opvatting en het terzijde schuiven van tegenstrijdige evidentie. |
|
|
Term
| Wat is zwart-wit- of dichotoom denken? |
|
Definition
| Uitsluitend denken in extreme uitersten en absolute termen, zoals “altijd” of “nooit”. |
|
|
Term
| Wat is jumping to conclusions? |
|
Definition
| Te snel conclusies trekken op basis van te weinig informatie. |
|
|
Term
| Wat voor een generatiebehandelmethode is mindfulness en waar ligt de focus op? |
|
Definition
| Mindfulness kan gezien worden als een derde-generatiebehandelmethode, waarbij de focus ligt op het veranderen van de houding ten aanzien van disfunctionele gedachten, gevoelens en gedrag. |
|
|
Term
| Wat zijn de eerste en tweede generatiebehandelmethode? |
|
Definition
| De eerste- en tweede-generatiebehandelmethoden betreffen respectievelijk de gedragstherapeutische methoden en de cognitief gedragstherapeutische methode. |
|
|
Term
| Wat is het verschil bij het uitleggen van de rationale bij cognitieve gedragstherapie en mindfulness? |
|
Definition
| Tijdens psycho-educatie worden de rationale en de doelstellingen van de behandeling voorgesteld. In CGT worden emotionele reacties bij bepaalde problematiek gezien als zijnde niet-gepast en problematisch en als iets waar wat aan gedaan moet worden. Inpassing van mindfulness in de CGT zorgt ervoor dat er wel aandacht wordt besteed aan de lichamelijke sensaties, cognities en gedrag. Deze worden gezien als een reactie die iemand mag ervaren en over zich heen moet laten komen. |
|
|