Term
| welk soort verandering ondergaat de grove motoriek van een kleuter? |
|
Definition
| kwalitatieve veranderingen, dit betekent dat ze steeds beter worden uitgevoerd |
|
|
Term
| wat is er belangrijk bij de sensoriele perceptuele ontwikkeling van een kleuter? |
|
Definition
| hij krijgt meer oog voor detail |
|
|
Term
| in welke fase bevind een kleuter zich volgens freud? |
|
Definition
| de fallische fase (oedipale fase) |
|
|
Term
| wat onstaat er volgens freud in de kleuterperiode? |
|
Definition
| een oedipale crisis die moet opgelost worden |
|
|
Term
| welke speciale gevoelens hebben kleuters naar hun moeder/vader toe volgens freud? |
|
Definition
jongen: castratie angst meisje: penisnijd |
|
|
Term
| hoe noemt freud het proces om castratie angst en penisnijd op te lossen? |
|
Definition
|
|
Term
| in welke fase van het denken bevind een kleuter zich volgens piaget? |
|
Definition
| de pre operationele fase van het dnken |
|
|
Term
| tot hoeveel woorden breidt de woordenschat van een kind zich uit tegen het einde van de kleuterperiode? |
|
Definition
|
|
Term
| hoe noemen we het geheel aan indrukken die bij een kind overblijven, nadat het een ding heeft waargenomen waarvoor het kind nog geen naam heeft? |
|
Definition
|
|
Term
| wanneer wordt 'percept' een 'begrip' ? |
|
Definition
| wanneer het kind daarvoor een woord begint te gebruiken |
|
|
Term
abstracte begripsvorming bij een kleuter x tijdsbegrip |
|
Definition
moeite met begrippen zoals - gisteren, vandaag, morgen vanaf 4 jaar begint het tijdsbegrip te verbeteren en ervaren ze vandaag als een deel van een serie |
|
|
Term
abstracte begripsvorming bij een kleuter x ruimtebegrip |
|
Definition
verwerving hiervan duurt vrij lang - kleuter kan zichzelf en voorwerpen nog niet in een geintegreerd geheel zien |
|
|
Term
abstracte begripsvorming bij een kleuter x kwantiteitsbegrippen |
|
Definition
| kleuter kan nog niet tellen, en als het kan tellen moeten we dit zien als het opzeggen van een rijmpje |
|
|
Term
abstracte begripsvorming bij een kleuter x causale begrippen |
|
Definition
| nog geen begrip van oorzaak gevolg relaties, wel veel waarom vragen |
|
|
Term
| welke kenmerken zijn er van spel bij kleuters? |
|
Definition
- keuzevrijheid en ongedwongen karakter van bezig zijn - kind beleeft plezier aan spelen - besef dat als ze spelen 'het' niet echt is - grens tss spelen en werken is moeilijk te maken |
|
|
Term
| wat is eenvoudig regelspel, wanneer komt dit tot ontwikkeling? |
|
Definition
tijdens de kleuterperiode - domino, schipper mag ik overvaren, tikkertje |
|
|
Term
| wat is er voor kleuters moeilijk tijdens spelletjes met regels? |
|
Definition
|
|
Term
| hoe kan je het pre schematisch stadium omschrijven? |
|
Definition
|
|
Term
| wat is mislukt realisme en wanneer komt dit tot stand? |
|
Definition
kind probeert de werkelijkheid op papier te wetten maar slaagt daar nog niet in rond de leeftijd van 4-5 jaar |
|
|
Term
| geef een ander woord voor (pre)schematisch stadium |
|
Definition
|
|
Term
| wat gebeurd er allemaal in het (pre)schematisch stadium? |
|
Definition
- werkelijkheid weergeven zoals de kleuter het denkt - begin van de fase gekenmerkt door gebrek aan stabiliteit van vormen - meer differentiatie in tekeningen, handen, armen, voeten,.. - kleuren beginnen een rol te spelen - fouten in perspectiefname - visueel realisme |
|
|
Term
|
Definition
| iemands kennis en opvattingen over de mentale wereld |
|
|
Term
|
Definition
| het denken over de sociale werkelijkheid, dat wil zeggen over andere mensen en over de regels in het verkeer tussen mensen |
|
|
Term
fasen in de ontwikkeling van sociale cognities x fase 0 x leeftijd |
|
Definition
- tot ongeveer 4 jaar - egocentrisch ongedifferentieerd perspectief - kind verward interne karakteristieken van anderen met uiterlijke kenmerken - kind kan eigen gedachten en gevoelens niet onderscheiden met die van anderen - nog geen sprake van sociale cognitie |
|
|
Term
fasen in de ontwikkeling van sociale cognities x fase 1 x leeftijd |
|
Definition
- van 4 tot 7 jaar - kind kan gevoelens en intenties van anderen onderscheiden van uiterlijke handelingen - kind ziet dan anderen eigen en verschillende standpunten kunnen innemen - wederzijds beinvloeding kan het kind nog niet begrijpen |
|
|
Term
fasen in de ontwikkeling van sociale cognities x fase 2 x leeftijd |
|
Definition
- van 7 tot 11 jaar - reflectie op eigen denken en gedrag - kan zich in de plaats stellen van anderen - vriendschappen worden vlug verbroken en hersteld |
|
|
Term
fasen in de ontwikkeling van sociale cognities x fase 3 x leeftijd |
|
Definition
- 11 tot 15 jaar - groep leeftijdsgenoten word als gehecht geheel gezien - solidariteit - vriendschappen zijnduurzamer - uitpraten van conflicten is aan orde - ontstaan van groter zelfbewustzijn |
|
|
Term
fasen in de ontwikkeling van sociale cognities x fase 4 x leeftijd |
|
Definition
- vanaf 15 jaar - relativering van standpunten - gezamelijkheid bij vriendschappen wordt gerelativeerd |
|
|
Term
| hoe kan je vriendschappen bij kleuters omschrijven? |
|
Definition
- toevallig - niet duurzaam - oppervlakkig |
|
|
Term
| wat kunnen we concluderen naar rivaliteit toe als we kinderen uit lagere en hogere sociale klassen vergelijken? |
|
Definition
| kinderen uit lagere sociale klassen vertonen veel meer concurrentiegedrag |
|
|
Term
| wat is emotionele zelfregulatie? |
|
Definition
| het vermogen om de aard en de intensiteit van emoties aan te passen |
|
|
Term
| wat zijn de voornaamste oorzaken van agressie bij kleuters? |
|
Definition
| frustraties oftewel de verstoring van bevrediging van een belangrijke behoefte |
|
|
Term
| hoe kunnen we agressie verklaren volgens de sociale leertheorie? |
|
Definition
| het wordt aangeleerd door directe bekrachtiging |
|
|
Term
| welk experiment onderzocht agressie door bekrachtiging? |
|
Definition
| het bobo doll experiment van bandura |
|
|
Term
| hoe verloopt het bobo doll experiment? |
|
Definition
kinderen krijgen fim te zien waarin iemand een pop door allerlei agressief gedrag op de grond probeert te krijgen --> 3 vervolgversies 1. beloning voor agressief gedrag 2. straf voor agressief gedrag 3. er gebeurd niets speciaals xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx conclusie 1. meer agressief gedrag 2. minder agressief gedrag door angst voor straf 3. gunstige situatie = agressief gedrag |
|
|
Term
| wanneer vertonen kinderen het meeste agressie? |
|
Definition
| als ze intermittant reinforcement krijgen |
|
|
Term
| wat is intermittent reinforcement |
|
Definition
| soms wel een beloning geven en soms niet |
|
|
Term
| hoe verklaren we agressie door de cognitieve benadering? |
|
Definition
volgens dodge en collega's zijn sommige kinderen eerder dan anderen geneigd om aan te nemen dat er in het gedrag van anderen vijandigheid schuilt - verkeerde inschatting en interpretatie - agressieve reactie |
|
|
Term
| welke fase van erikson pst bij de kleutertijd? |
|
Definition
|
|
Term
| hoe kunnen we de fase initiatief vs schuld beschrijven? |
|
Definition
| kinderen krijgen te maken met conflicten tussen het verlangen om afhankelijk v ouders dingen te ondernemen en schuldgevoel dat voorvloeit uit onbedoelde gevolgen van hun acties |
|
|
Term
|
Definition
| identiteit of opvatting die iemand van zichzelf als persoon heeft |
|
|
Term
| wat doen kleuters als ze hun zelfbeeld beschrijven? |
|
Definition
| overschatten van hun capaciteiten |
|
|
Term
| waardoor wordt het zelfbeeld beinvloed? |
|
Definition
| de manier waarop in de bepaalde cultuur wordt aangekeken tegen verschillende raciale en etnische groepen |
|
|
Term
| wat is de definitie van genderrol? |
|
Definition
| de verwachtingen die binnen een bepaalde cultuur of maatschappij tav specifiek mannelijke of vrouwelijke eigenschappen leven |
|
|
Term
|
Definition
| gedragingen dat aan de genderrol invulling geeft |
|
|
Term
|
Definition
| verschillen tussen jongens en meisjes |
|
|
Term
| welke zijn de biologische genderverschillen? |
|
Definition
- geslachtschromosomen - primair en secundair geslachtskenmerk - hormonenproductie |
|
|
Term
| welke zijn de psychologische genderverschillen? |
|
Definition
- gedrag - waarneming - denken - capaciteiten - persoonlijkheidskenmerken |
|
|
Term
| geef een goed voorbeeld van een manifestatie van geslachtseigenschappen |
|
Definition
tijdens het spelen - jongens: meer wilde spelletjes - meisjes: meer georganiseerde spelletjes en rollenspelen |
|
|
Term
| van wanneer weet een kind of het een jongen of meisje is? |
|
Definition
|
|
Term
| onderscheiden kinderen geslachtsstereotiep speelgoed en beroepen? |
|
Definition
ja kinderen van 3 jaar kunnen dit ze beseffen steeds meer dan geslacht onveranderlijk is |
|
|
Term
| waar hebben kinderen moeite mee omtrent gendereigenschappen? |
|
Definition
| het onderscheiden van geslachtsgebonden persoonlijkheidsaspecten |
|
|
Term
| genderidentiteit volgens de biologische verklaring |
|
Definition
de biologisch vastgelegde verschillen vormen de basis voor het gedragsleren dat vanaf de geboorte plaatsvindt - er is sprake van kritische periodes |
|
|
Term
| welke zijn de kritische periodes voor de ontwikkeling van gedragsidentiteit volgens de biologische benadering? |
|
Definition
- bij de conceptie: geslachtschromosomen - zwangerschap: 3de en 4de maand bij ontw v geslacht - tijdens de eerste 3 levensjaran waarin de identiteit zich ontwikkelt - tijdens de puberteit |
|
|
Term
| met welke fase valt de kleutertijd samen volgens freud? |
|
Definition
|
|
Term
| waarmee wordt de fallische fase van freud gekenmerkt? |
|
Definition
|
|
Term
| hoe beschrijft freud de gebeurtenissen uit de fallische fase? |
|
Definition
zoektocht naar geslachtsidentiteit dmv identificatie - jongen wil als vader zijn en meisje als moeder - ze imiteren hun ouders - ze nemen onbewust karaktertrekken over van geslachtsgenoot |
|
|
Term
| wat zegt de sociale leertheorie over het tot stand komen van geslachtsgebonden gedrag? |
|
Definition
door invloeden uit de omgeving - ouders reageren positief als zoon voorkeur geeft aan jongensachtige dingen en sporen dit aan |
|
|
Term
| wat zegt de cognitieve ontwikkelingstheorie over het ontstaan van geslachtsgebonden gedrag? |
|
Definition
cognitieve processen als medierende factoren staan centraal - eerst cognitieve zelfcategorisatie (zich herkennen als jongen of meisje) - daarna invloed van omgeving - ontw van genderschema (bvb jongens dragen geen make up, vrouwen dragen een rok) |
|
|
Term
| hoe verloopt het verkrijgen van kennis volgens de cognitieve ontwikkelingstheorie? |
|
Definition
- basis geslachtsidentiteit: 3jarige weet zijn geslacht maar niet de consequenties ervan - geslachtsstabiliteit: 4jarige beseft dat geslacht stabiel is - geslachtsconsistentie: feit dat M en V permanent hetzelfde blijven, het geslachtsconcept is compleet rond 6-7j |
|
|
Term
| wanneer is een morele standaard het sterkst? |
|
Definition
| als hij een rationele en emotionele basis heeft |
|
|
Term
| wanneer spreken we van geinternaliseerde morele standaards? |
|
Definition
| van zodra kinderen tekenen vertonen van schuld en schaamte |
|
|
Term
| hoe kunnen we de morele ontwikkeling van een kind omschrijven? |
|
Definition
| de rijping van zijn rechtvaardigheidsgevoel en het besef van goed en fout |
|
|
Term
| vanaf wanneer zijn er bij kinderen tekenen van trots en schaamte? |
|
Definition
|
|
Term
| wanneer krijgt het kind een duidelijker besef van goed of slecht? en waarmee gaat dit gepaard? |
|
Definition
vanaf 3 jaar - gaat gepaard met het zich ontwikkelend zelfconcept, evaluatie van hun eigen gedrag. negatieve evaluatie = negatieve emotie voor kind |
|
|
Term
| vanaf wanneer spreken we van een 'extern geweten' bij een kind? |
|
Definition
vanaf 4 jaar - er is confrontatie met schuld en schaamte maar aanwezigheid van ouder is nog nodig |
|
|
Term
| vanaf wanneer spreken we van een 'intern geweten' bij een kind? |
|
Definition
vanaf 6 jaar - er is behoefte aan cinsistentie en logische samenhang tss regels en gedrag |
|
|
Term
| hoe bouwde piaget zijn inzichten over de morele ontwikkeling van kinderen op? |
|
Definition
- observatie v kinderen en hoe zij met spelregels omgaan - onderzoek naar het inzicht in rechtvaardigheid |
|
|
Term
| welke zijn de 2 fasevn van morele ontwikkeling volgens piaget? |
|
Definition
- heteronome moraliteit / moreel realisme - autonome moraliteit |
|
|
Term
| heteronome moraliteit / moreel realisme |
|
Definition
- fase van moraliteit volgens piaget - tussen 4-6 jaar - rechtlijnigheid - regels zijn absoluut - schade is maatstaf voor ernst van feiten - straf wordt beschouwd als beboeting |
|
|
Term
|
Definition
- fase van morele ontwikkeling volgens piaget - ouder dan 6 jaar - verschil tss regels overtreden/veranderen - kind maakt onderscheid tss nuttige en overbodige regels - intentie van handeling bepaald erst v overtreding - afnemend egocentrisme v kind - ontw v perspectief nemen |
|
|
Term
| wat zijn de zwakke plekken van de visie van piaget over morele ontwikkeling? |
|
Definition
| hij onderschatte de leeftijd waarop de morele capaciteiten van kinderen zich ontwikkelen net zoals hij dit onderschatte bij de cognitieve ontwikkeling |
|
|
Term
uit hoeveel stadia bestaat het model van kohlberg over morele ontwikkeling (het morele denken) ? x waar is dit model op gebaseerd? |
|
Definition
6 stadia x model van piaget |
|
|
Term
| leg het model van morele denken van Kohlberg uit |
|
Definition
6 stadia - elk stadium vergt cognitieve vooruitgang tov het vorige - je kan geen fasen overslaan - hoogste stadium enkel bereikbaar voor grote denkers |
|
|
Term
kohlberg: het morele denken x niveau 1 |
|
Definition
preconventionele moraliteit (peuter x kleuter leeftijd) - 1ste stadium: orientatie op straf en gehoorzaamheid, strafvermijding - 2de stadium: instrumentele orientatie, nastreven van eigen belang, prettig = goed voor het kind |
|
|
Term
kohlberg: het morele denken x niveau 2 |
|
Definition
conventionele moraliteit (lagere schoolkind) x naleven van regels, omgeving bestempelt wat 'goed' is - 3de stadium: interpersoonlijke orientatie, wederkerigheid staat centraal - 4de stadium: orientatie op wetten en plichten |
|
|
Term
kohlberg: het morele denken x niveau 3 |
|
Definition
postconventioneel stadium (adol. x volwassenheid) x eigen verantwoordelijkheid v mens, persoonlijke keuze is toetssteen bij naleven van universele waarden - 5de stadium: orientatie op sociale contacten - 6de stadium: orientatie op universele principes |
|
|
Term
| wat onderzoekt het Heinz dilemma? |
|
Definition
|
|
Term
| leg het Heinz dilemma uit |
|
Definition
- vrouw van Heinz is ziek - 1 medicijn beschikbaar in 1 apotheek - Heinz kan medicijn niet betalen - ??moet Heinz het medicijn stelen?? |
|
|
Term
| wat antwoorden kinderen in het preconventioneel stadium op het Heinz dilemma? |
|
Definition
| heinz mag niet stelen omdat hij in gevangenis terecht zal komen |
|
|
Term
| wat antwoorden kinderen in het conventioneel stadium op het Heinz dilemma? |
|
Definition
| heinz mag niet stelen, omdat het niet mag van de wet |
|
|
Term
| wat antwoorden kinderen in het postconventioneel stadium op het Heinz dilemma? |
|
Definition
| heinz mag het stelen ook al verbreekt hij de wet maar zal de gevolgen moeten dragen |
|
|
Term
| wat is het verschil tussen de theorie van kohlberg+piaget & de sociale leertheorie omtrent morele ontwikkeling? |
|
Definition
- kohlberg+piaget: benadrukken hoe beperkingen in cognitieve ontw bij kleuters leiden tot bepaalde vormen van moreel redeneren - sociale leertheorie: meer gericht op hoe omgeving prosociaal gedrag beinvloed |
|
|
Term
| wat is prosociaal gedrag? |
|
Definition
| buhulpzaam gedrag dat anderen ten goede komt |
|
|
Term
| waaruit komt prosociaal gedrag voort volgens de sociale leertheorie? |
|
Definition
| situaties waarin kinderen positieve bekrachtiging kregen, toen ze op een moreel juiste manier handelden |
|
|
Term
| wat zegt het modelling model van bandura over het verwerven van prosociaal gedragn? |
|
Definition
| volgens dit model onstaat het niet enkel door directe bekrachtiging maar ook door observatie (imiteren) op indirecte manier |
|
|
Term
| waarvoor zorgt modelling (bandura) bij kinderen? |
|
Definition
| het ontwikkelen van algemene regels en principes |
|
|
Term
| wat zou er nog een kern kunnen zijn van de ontwikkeling van moreel gedrag? |
|
Definition
|
|
Term
wat is zelfbeheersing? x waarvan is dit een aspect? |
|
Definition
aspect van het geweten - het kunnen weerstaan aan verleiding - het kunnen wachten met de bevrediging van behoeften |
|
|
Term
| leg het experiment uit dat zelfbeheersing bij kinderen testte |
|
Definition
kleuters moesten 14x kiezen tussen: - iets kleins 'nu meteen' - iets groots 'straks' x beheersing groter als kind beloning even te zien kreeg (beloning bleef in zicht van kind = kind kon niet weerstaan van kleine beloning) |
|
|
Term
| wat kunnen we afleiden uit het experiment rond zelfbeheersing (grote en kleine beloning) ? |
|
Definition
abstract denken is een voorwaarde om te kunnen wachten op de grote beloning want het schept een emotionele afstand die nodig is voor zelfbeheersing x zelfbeheersing = voorwaarde om zich te gedragen volgens waarden en normen |
|
|
Term
|
Definition
| gevoelens die ervoor zorgen dat mensen zich conformeren aan afspraken over gewenst en ongewenst gedrag |
|
|
Term
| geef 2 voorbeelden van regelemoties |
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
- ontstaat bij het rekening houden met andere mensen - corrigerende functie - komt op als je tegen je geweten in handelt - verontschuldigingen/het goed maken |
|
|
Term
|
Definition
- zorgt ervoor dat iemand zich gedraagt als een respectabel en waardig lid v groep - bevordert groepscohesie - corrigerende functie - treedt op als je niet voldoet aan eigen 'IK-ideaal' |
|
|
Term
| wat is het verschil tussen schuld en schaamte? |
|
Definition
schuld (=beperkter) - betrekking op goed en kwaad schaamte - ondermijning van zelfgevoel |
|
|
Term
| tot welke 2 dingen moet een kind in staat zijn om schuld en schaamte te beleven? |
|
Definition
- onderscheid maken tss wat het zelf weet, voelt en kan en wat de andere weet, voelt en kan - eigen gedrag afzetten tegen standaard van wat goed is of wat het kind zelf wil |
|
|
Term
| welke zijn de 2 functies van schuld en schaamte? |
|
Definition
- corrigerend - communicatief (je ziet aan gedrag v kind dat er iets gaande is) |
|
|
Term
| waarvoor kan schuld zorgen bij volwassenen? |
|
Definition
|
|
Term
| waarvoor kan schaamte zorgen bij volwassenen? |
|
Definition
- sociale angst - lage zelfwaardering |
|
|
Term
| wat antwoorden kinderen in het preconventioneel stadium op het Heinz dilemma? |
|
Definition
| heinz mag niet stelen omdat hij in gevangenis terecht zal komen |
|
|