Shared Flashcard Set

Details

CODE 3 H31 - Grammaica
grammatica CODE 3 hoofdstuk 31
10
Language - Dutch
Not Applicable
10/08/2009

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
prefixen
on-
her-
Definition
on-: 'niet'
her-: 'weer doen'
Term
suffixin
-baar
-er
-ster
-loos
Definition
-er: 'iemand die'
-ster: 'een vrouw die'
-loos: 'zonder'
Term
suffixen van zelfstandige naamwoorden
Definition
-ing (oplossing)
-te (gemeente)
-heid (overheid)
Term
suffixen van bijvoeglijke naamwoorden
Definition
-lijk (vrolijk)
-ig (angstig)
-isch (fantastisch)
Term
Het gebruik van het artikel (personen of zaken in het algemeen)
Definition
1. geen artikel + het substantief in de pluralis (bv. Nederlanders zijn...)
2. het bepaalde artikel 'de' of 'het' + het substantief in de singularis (bv. De dijk is...; Het boek is...)
3. het onbepaalde artikel 'een' + het substantief in de singularis (bv. Een dijk moet...)
Term
Met welke conjuncties combineer je twee hoofdzinnen? (5)
Definition
en, want, maar, dus, of
Term
Signaalwoorden van logische verbanden (opsomming) - (8)
Definition
ook, daarnaast, bovendien, ten eerste, ten tweede, in de eerste plaats, in de tweede plaats, daar komt bij dat
Term
Signaalwoorden van logische verbanden (tegenstelling) - (6)
Definition
maar, echter, toch, ondanks, daar staat tegenover, in tegenstelling tot
Term
Signaalwoorden van logische verbanden (argumentatie) - (4)
Definition
omdat, want, dus, daarom
Term
Regel van hoofdzin met inversie
Definition
De persoonsvorm staat op de tweede plaats in de zin.
bv. Ik ga naar huis.
bv. Na de les ga ik naar huis.
Supporting users have an ad free experience!