Term
|
Definition
| Stenen dekplaat van een kapiteel die het entablement ondersteunt |
|
|
Term
|
Definition
| Bouwsteen van in de zon gedroogde, ongebakken klei |
|
|
Term
|
Definition
| Binnenruimte in een Griekse tempel waar ellen de priester toegang had |
|
|
Term
|
Definition
| Decoratieve omlijsting bestaande uit twee zuilen of polasters, een hoofdgestel en een fronton |
|
|
Term
|
Definition
| Plint op de hoek en de top van een tympanon, vaak voorzien van een beeld of ornament |
|
|
Term
| Alternerend (gebonden) stelsel |
|
Definition
| Afwisselend gebruik van pijlers en zuilen in de arcaden van het middenschip in Romaanse kerk |
|
|
Term
| Ambulatorium of deambulatorium |
|
Definition
| kooromgang: wandelgang om de apsis heen die de koorzijbeuken van een kerkgebouw met elkaar verbindt, gang die toelaat om in een kathedraal om het koor heen te wandelen |
|
|
Term
|
Definition
| Versterkte muurbeëindiging, gelijkend op een pilaster, meestal aan wederzijden van een porticus geplaatst |
|
|
Term
|
Definition
| opstaand ornament langst de dakrand dat de naden tussen de dakpannen aan het ook onttrekt |
|
|
Term
|
Definition
| kleine apsis, vaak als uitbouw van een grotere apsis of kooromgang |
|
|
Term
|
Definition
| halfronde of veelhoekige uitbouw van een kerkgebouw, met name als beëindiging van het koor of van een kapel, die aan de binnenkant van een gebouw zichtbaar is als een inspringing en aan de buitenkat als een uitstulping |
|
|
Term
|
Definition
| Reeks bogen op zuilen of pijlers |
|
|
Term
|
Definition
| Het onderste element, rechtstreeks op de zuilen rustend, van de drie elementen waaruit een entablement is opgebouwd |
|
|
Term
|
Definition
| Bouwwijze die gebaseerd is op het Griekse stelsel van zuilen en architraaf in tegenstelling tot de Romeinse boogbouw |
|
|
Term
|
Definition
| Boogomleisting, vaak meervoudig uitgevoerd |
|
|
Term
|
Definition
| langs een lengteas opgezette plattegrond |
|
|
Term
|
Definition
- Onoverdekt binnenhof van een Romeins huis - Open voorhof van een vroegchristelijke kerk |
|
|
Term
|
Definition
- In de romeinse architectuur een grote zaal, omgeven door colonnades, voor bijeenkomsten en rechtspraak - In de middeleeuwen en latere perioden een driebeukige kerk, waarvan het middenschop met de lichtbeuk boven de daken van de zijbeuken uitsteekt |
|
|
Term
|
Definition
| kleine uitkijktoren of dakpaviljoen |
|
|
Term
|
Definition
| Arcade die rust tegen een muur, die de openingen vult |
|
|
Term
|
Definition
| bouwwijze die gebaseerd is boogoverspanningen |
|
|
Term
|
Definition
| vaste zonwering, vaak in beton. gebruikt bij gevels met veel glas |
|
|
Term
|
Definition
| Italiaanse benaming voor een meestal vrijstaande klokkentoren |
|
|
Term
|
Definition
| Verdiepte vierkante of veelhoekige panelen in plafonds, gewelven en boogwelfvlakken van bogen |
|
|
Term
|
Definition
| Schaduwgroeve in een zuil |
|
|
Term
|
Definition
| Voornaamste binnenruimte van een tempel, waar het beeld van de godheid stond |
|
|
Term
|
Definition
| Franse benaming voor het oosteinde van een kerk met apsis en ambulatorium |
|
|
Term
|
Definition
| bovenste vensterpartij in het middenschip of transept van een kerkgebouw, boven de dakaanzet van de zijbeuken gelegen |
|
|
Term
|
Definition
| Gedecoreerd met figuren waarvan de omtrekken door smalle metaalranden zijn aangegeven |
|
|
Term
|
Definition
| Kerk waarvan de leden geen deel uitmaken van het bestuur van een bisdom |
|
|
Term
|
Definition
| In de Romaanse en gotische bouwkunst: smalle zuil |
|
|