Term
| Wat betekent emerging adulthood (ontluikende volwassenheid) volgens Arnett? |
|
Definition
| De jongeren in de Westerse, geïndustrialiseerde landen nemen steeds langer deel aan het onderwijs en gaan daardoor steeds later weren. Zij blijven steeds langer thuis wonen en gaan steeds later een relatie of huwelijk aan. Ze hebben langer de tijd om te experimenteren voordat er keuzes m.b.t. liefde en werk gemaakt hoeven te worden. Het is een verlengde adolescentie. |
|
|
Term
| Wat is een quarterlife crisis? |
|
Definition
| De emerging adulthood heeft bij sommige adolescenten rond 25j geleid tot moeilijkheden bij het vinden van een plaats in de volwassen wereld. |
|
|
Term
| Noem de 3 leefstijdscategorieën in de adolescentie. |
|
Definition
Vroege adolescentie: 10-13 jaar Middenadolescentie: 14-18 jaar Late adolescentie: 19-23 jaar |
|
|
Term
| Op welke leeftijd is bij de meesten de emerging adulthood geëindigd? |
|
Definition
|
|
Term
| Noem 3 ontwikkelingspsychologische benaderingen van de adolescentieperiode. |
|
Definition
1) de adolescentie als een karakteristieke ontwikkelingsperiode, met daaraan verbonden specifieke ontwikkelingstaken 2) de adolescentie als onderdeel van een ontwikkelingsproces met continue en discontinue momenten 3) adolescentie als periode van transities. |
|
|
Term
Persoon-omgeving interactie: Passieve interactie? |
|
Definition
| Het individu krijgt de omgeving die door biologische verwanten, namelijk de ouders, wordt aangeboden. Hierbij is er uiteraard niet duidelijk sprake van het beïnvloeden van de omgeving door de persoon. |
|
|
Term
Persoon-omgeving interactie: Evocatieve interactie? |
|
Definition
| Het individu beïnvloedt een omgeving door reacties die men bij anderen oproept. Verlegen mensen roepen bijvoorbeeld een bepaalde reactie op en de omgeving verandert als gevolg van deze reactie. |
|
|
Term
Persoon-omgeving interactie: Actieve interactie? |
|
Definition
| Het individu selecteert een omgeving die bij hem past en de omgeving verandert als gevolg van bepaalde acties van de persoon. |
|
|
Term
|
Definition
| Hierbij wordt bestudeerd hoe de werking van de genen kan veranderen, bijvoorbeeld onder invloed van de omgeving, zonder dat daarbij uiteraard de moleculaire genetische structuur zelf verandert. |
|
|
Term
| Wat is het diathesis-stress model? |
|
Definition
| Dat je met een bepaald temperament of persoonlijkheid extra vatbaar bent voor negatieve omgevingsinvloeden. |
|
|
Term
| Wat betekent differential susceptibility? |
|
Definition
| Individueel verschillende vatbaarheid. Bijvoorbeeld dat bepaalde kwetsbare jongeren vatbaarder zijn voor positieve omgevingsinvloeden. |
|
|
Term
|
Definition
| Als het effect van de omgeving op het gedrag van een jongere loopt via de persoon, bijv. als het gepest worden door leeftijdgenoten leidt tot een lage zelfwaarderign, en de lage zelfwaardering vervolgens weer leidt tot depressie en suïcidale gedachten. |
|
|
Term
|
Definition
| Als de effecten van de omgeving afhanhgen van persoonskenmerken of als de effecten van een persoonskenmerk afhangen van de omgeving. Bv. een jongere met een hang naar sensatie komt bij te weinig geld in de problemen als hij gaat treinsurfen en niet als hij zich door een helikopter op een berg laat afzetten om naar beneden te skiën. |
|
|