Term
| Waar moeten adolescenten vanaf om zelfstandigheid te bereiken? |
|
Definition
| Om autonomie en zelfstandigheid te bereiken en een eigen identiteit te ontwikkelen moeten adolescenten zich losmaken van de ‘infantiele’ ouderbanden. |
|
|
Term
| Wat wordt vaak verstaan onder opvoeding? |
|
Definition
| Opvoeding wordt vaak opgevat als ouderlijk gedrag in de dagelijkse omgang met hun kinderen. |
|
|
Term
| Uit welke dimensies bestaat opvoeding? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Ondersteuning 2. Controle |
|
|
Term
| Wat zijn de belangrijkste functies van ouders? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Bieden van verzorgende beschermende omgeving 2. Overdracht van kennis, waarden en normen |
|
|
Term
| Welke opvoedstijlen zijn er? (4 punten) |
|
Definition
| 1. Autoritatieve 2. Autoritaire 3. Permissieve 4. Onverschillige |
|
|
Term
| Wat is een autoritatieve opvoedstijl? |
|
Definition
| Warm en ondersteunend, maar wel grenzen en controle |
|
|
Term
| Wat is een autoritaire opvoedstijl? |
|
Definition
| Veel regels, verwachten directe gehoorzaamheid, minder warm |
|
|
Term
| Wat is een permissieve opvoedstijl? |
|
Definition
| Warm, accepterend, maar stellen weinig eisen |
|
|
Term
| Wat is een onverschillige opvoedstijl? |
|
Definition
| Weinig betrokken, niet ondersteunend en niet controlerend |
|
|
Term
| Waarin verschillen vaders in moeders? |
|
Definition
| Moeders tonen meer affectie en zijn responsiever dan vaders. |
|
|
Term
| Wat voor een opvoedstijl hebben moeders vaker? |
|
Definition
| Moeders hebben vaker een autoritatieve opvoedingsstijl. |
|
|
Term
| Wat voor een opvoedstijl hebben vaders vaker? |
|
Definition
| Terwijl vaders vaker een autoritaire opvoedingsstijl kiezen. |
|
|
Term
| Verschillen moeders en vaders als het aan komt op de mate van straffen of belonen? |
|
Definition
|
|
Term
| Waar leidt te weinig ouderlijke ondersteuning en warmte toe? |
|
Definition
| Met een negatief zelfbeeld van jongeren, slechtere schoolprestaties, gebrek aan empathie, weinig rekening houden met anderen en negatieve verwachtingen ten aanzien van sociale contacten. |
|
|
Term
| Wat vergroot de kans op de probleemgedrag? |
|
Definition
| Autoritaire opvoedstijl en frequent straffen. |
|
|
Term
| Hoe moet opvoeding niet worden opgevat? |
|
Definition
| Opvoeding moet niet als eenrichtingsverkeer worden opgevat. |
|
|
Term
| Wat is transactionele beinvloeding? |
|
Definition
| Opvoeding is een dynamisch systeem met wederzijdse beinvloeding van zowel de ouders van de jongere. |
|
|
Term
| Wat word tgezien als de belangrijkste ontwikkelingstaak? |
|
Definition
| Losmaking van de ouders wordt gezien als een van de belangrijkste ontwikkelingstaken in de adolescentie, dit beinvloed dus ook de tijd die de jongere met familie doorbrengt. |
|
|
Term
| Hoeveel procent van de wakkere uren besteedt een adolescent samen met zijn ouders in het begin van de adolescentie en op 18 jarige leeftijd? |
|
Definition
| Aan het begin van de adolescentie is dit 35% van de wakkere uren, maar rond het 18e levensjaar is dit 14%. |
|
|
Term
|
Definition
| langdurige, intense, gevoelsmatige band. |
|
|
Term
| Wie is de grondlegger van de gehechtheidstheorie en wat ontdekte hij? |
|
Definition
| Bowlby is de grondlegger van de gehechtheidstheorie, volgens hem hebben baby’s een aangeboren neighing om hechte relaties te vrmen met volwassenen, want deze relaties zijn evolutionair gezien nuttig omdat het de overlevingskansen vergroot. |
|
|
Term
| Hebben meisjes een hechtere band met de ouders dan jongens? |
|
Definition
|
|
Term
| Hebben jongens een hechtere band met hun vader dan met hun moeder? |
|
Definition
|
|
Term
| Hebben vaders of moeders de meeste conflicten met adolescenten? |
|
Definition
| Moeders hebben de meeste conflicten met adolescenten. |
|
|
Term
| Wat betreffend e conflicten voornamelijk in de adolescentie? |
|
Definition
| De conflicten in de adolescentie betreffen niet de grote wereldzaken, maar problemen dichtbij huis zoals afgesproken tijden en andere regels. |
|
|
Term
| Hoe kan het hebben van conflicten gezien worden? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Normatief 2. Gezond 3. Ongezond |
|
|
Term
| Wat is het normatieve doel van conflicten? |
|
Definition
| Normaal aspect van de ontwikkeling |
|
|
Term
| Wat is het gezonde doel van conflicten? |
|
Definition
|
|
Term
| Wat is het ongezonde doel van conflicten? |
|
Definition
| Problemen in ouder-kind relatie |
|
|
Term
| Wat kunnen ernstige conflicten tussen ouders en kinderen tot gevolg hebben? |
|
Definition
| Hoe ernstiger de conflicten tussen ouders en kinderen zijn hoe groter de kans op delinquentie, weglopen, lage zelfwaardering en depressiviteit. |
|
|
Term
| Hoe is de relatie tussen broers en zussen tijdens de adolescentie tegenstrijdig? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Ondersteunend 2. Conflicterend |
|
|
Term
| Welke processen kunnen een risico vormen een gezin voor het functioneren van het gezin? (4 punten) |
|
Definition
| 1. (in)adequate hierarchie 2. (gebrek aan) betrokkenheid onderling 3. (dis)functionele communicatie 4. (problemen met) loyaliteit tussen ouders en kinderen |
|
|
Term
| Waar bestaat een gezin uit? |
|
Definition
| Een gezin bestaat uit subsystemen, hierbij is het ouderlijk subsysteem het belangrijkste en staat daarom bovenaan. |
|
|
Term
| Wat gebeurt er als het ouderlijk subsysteem niet goed functioneert? |
|
Definition
| Als het ouderlijk subsysteem niet goed functioneert heeft dat direct invloed op de onderliggende subsystemen. |
|
|
Term
| Wat zijn twee veel voorkomende problemen met betrekking tot subsystemen in een gezin? |
|
Definition
| 1. Ouders zitten niet op 1 lijn (bijv. Verschillende opvoedstijlen) 2. Grenzen tussen subsystemen zijn niet zo duidelijk |
|
|
Term
| Wat zijn loszandgezinnen? |
|
Definition
| Weinig betrokken gezinnen waarbij er een emotionele afstand is en een gebrek aan ondersteuning. |
|
|
Term
| Wat is het grootste verschil tussen gezonde en probleem gezinnen? |
|
Definition
|
|
Term
| Waar worden sommige verstoorde relaties tussen ouder en kind door veroorzaakt? |
|
Definition
| Sommige verstoorde relaties tussen ouder en kind worden veroorzaakt door projecties uit de eigen jeugd en dus uit het verleden. |
|
|
Term
| Wanneer ontstaan met name problemen binnen een gezin? |
|
Definition
| Problemen in een gezin ontstaan als zij uit hun balans worden gehaald. |
|
|
Term
| Hoe proberen kinderen ruziende ouders te laten stoppen? |
|
Definition
| Als ouders ruzie maken met elkaar willen kinderen dit vaak onderbreken, maar zij krijgen de aandacht niet te pakken, alleen als zij probleemgedrag gaan vertonen. |
|
|
Term
| Waartoe kunnen ongedeelde ervaringen leiden? |
|
Definition
| Ongedeelde ervaringen kunnen er toe leiden dat kinderen binnen een gezin heel anders kunnen worden. |
|
|
Term
| Wie zorgen voor meer problemen, stiefvaders of stiefmoeders? |
|
Definition
| Stiefvaders lijken voor meer conflicten te zorgen dan stiefmoeders, omdat mannen zich eerder met de opvoeding bemoeien. |
|
|
Term
| Welke drie dimensies heeft Barber gevonden van socialisatie die nodig zijn voor een gezonde ontwikkeling van kinderen? |
|
Definition
| 1. Connectie met signifcante anderen 2. Leren wat zelf-regulatie is 3. Faciliteren van psychologische autonomie |
|
|
Term
| Wat zijn de vier aspecten van de relaties tussen ouders en adolescenten tijdens het vinden van de identiteit? |
|
Definition
| 1. Parentale kennis over de dagelijkse activiteiten van hun adolescent helpt 2. Emotionele support helpt 3. Geen verschil is geslachten 4. Aanwijzingen dat hoe ouder adolescenten worden hoe meer de relatie met de ouders veranderd |
|
|
Term
| Welke soorten parentale controle zijn er? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Psychologisch = schuld gevoel opwekken etc. = negatief 2. Gedragsmatig = redenen geven waarom iets niet mag = positief |
|
|
Term
| Hoe ontwikkelt het kind eerder zelf-reflectie en onafhankelijk leren? |
|
Definition
| Door gedragsmatige controle ontwikkelt het kind eerder zelf-reflectie en onafhankelijk denken. |
|
|
Term
| Wat willen adolescenten graag van vrienden en lotgenoten? |
|
Definition
| Adolescenten willen graag aardig gevonden worden en geaccepteerd worden door vrienden en leeftijdsgenoten. |
|
|
Term
| Waar kan acceptatie of afwijzing toe leiden? |
|
Definition
| Dit kan leiden tot een heel goed gevoel, wanneer dit lukt, of een extreem stress gevoel wanneer dit mislukt. |
|
|
Term
|
Definition
| Kinderen/adolescenten van ongeveer dezelfde leeftijd en volwassenheidsniveau. |
|
|
Term
| Waar zijn goede peer relaties voor nodig? |
|
Definition
| Een normale sociale ontwikkeling. |
|
|
Term
| Waar hebben adolescenten vaak een sterke motivatie voor? |
|
Definition
| Adolescenten laten vaak een sterke motivatie zijn om met peers om te gaan en onafhankelijk te worden. |
|
|
Term
| Zijn de werelden tussen adolescenten en peers en adolescenten en ouders los of vast van elkaar? |
|
Definition
| Dat adolescenten meer met peers omgaan dan met hun ouders/familie wil niet zeggen dat deze twee werelden los van elkaar gekoppeld zijn, in tegendeel. |
|
|
Term
| Is het positief of negatief als een adolescent zelf mag bepalen hoe laat ie thuis komt? |
|
Definition
| Een onderzoek heeft aangetoond dat jongeren die zelf mogen bepalen hoe laat ze thuis komen etc. eerder verzeild raken in probleem gedrag. |
|
|
Term
|
Definition
| Als een individu gedrag of attitudes aanneemt van een ander onder druk of ervaren druk. |
|
|
Term
| Wat is de sociometrische status? |
|
Definition
| Hoe leuk of niet leuk je gevonden wordt door anderen mensen. |
|
|
Term
| Wat zijn typen peer statussen? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Populaire kinderen 2. Gemiddelde kinderen 3. Verwaarloosde kinderen 4. Verworpen kinderen 5. Controversiële kinderen |
|
|
Term
| Hoe worden populaire kinderen gezien? |
|
Definition
| Frequent genoemd als beste vriend en zelden niet leuk gevonden |
|
|
Term
| Hoe worden gemiddelde kinderen gezien? |
|
Definition
| Gemiddeld aantal positieve als negatieve waarderingen |
|
|
Term
| Hoe worden verwaarloosde kinderen gezien? |
|
Definition
| Zelden genoemd als beste vriend maar ook zelden niet leuk gevonden |
|
|
Term
| Hoe worden verworpen kinderen gezien? |
|
Definition
| Zelden genoemd als beste vriend en vaak genoemd als niet leuk |
|
|
Term
| Hoe worden controversiële kinderen gezien? |
|
Definition
| Vaak genoemd als beste vriend maar ook vaak genoemd als niet leuk |
|
|
Term
| Hoe kunnen adolescenten het vanuit een sociaal pespectief moeilijk hebben? |
|
Definition
| Vanuit een sociaal cognitief perspectief kunnen adolescenten het moeilijk hebben met peer relaties, want hun sociale vaardigheden zijn nog niet toereikend. |
|
|
Term
| Wat kunnen adolescenten die zelf-regulatie onder controle hebben? |
|
Definition
| Adolescenten die zelf-regulatie onder controle hebben kunnen hun emoties onder controle houden als iemand iets negatiefs zegt. |
|
|
Term
| Wat heeft onderzoek over agressieve jongens aangetoond? |
|
Definition
| Onderzoek heeft aangetoond dat aggresieve jongens minder goed om kunnen gaan met negatieve opmerkingen en dat daardoor hun agressiviteit wordt getriggerd. |
|
|
Term
| Wat zijn conglomerate strategien? |
|
Definition
| Coaching waarbij gebruik wordt gemaakt van een combinatie van adaptie technieken. |
|
|
Term
| Bij welke leeftijd bleken sociale training succesvol? |
|
Definition
| Sociale trainingen bleken succesvoller bij kinderen van 10 en jonger dan bij adolescenten. |
|
|
Term
| Is het moeilijk of makkelijk om een negatief stempel te verwijderen? |
|
Definition
| Als een adolescent eenmaal een negatief stempel heeft gekregen is het heel moeilijk om dat te corrigeren. |
|
|
Term
|
Definition
| Een groepje peers met wie er meer gedeeld wordt dan met andere peers, zoals intimiteit, support en kameraadschap. |
|
|
Term
| Wat is de functie van adolescenten vrienden? (6 punten) |
|
Definition
| 1. Kameraadschap 2. Stimulatie 3. Fysieke support 4. Ego support 5. Sociale vergelijking 6. Intimiteit |
|
|
Term
| Wanneer zijn adolescenten zonder vrienden meer emotioneel gestresst? |
|
Definition
| Adolescenten zonder vrienden waren meer emotioneel gestresst als dat zij lager scoorde op prosociaal gedrag. |
|
|
Term
| Is de kans groot dat niet-rokende jongeren gaan roken als zij rokende vrienden hebben? |
|
Definition
| Als niet rokende adolescenten vrienden worden met rokende adolescenten is de kans groot dat zij ook gaan roken. |
|
|
Term
| Wie is de meest invloedrijke wetenschapper op het gebied van adolescenten vriendschappen? |
|
Definition
| Sullivan is een van de meest invloedrijke wetenschappers rondom het onderwerp adolescenten vriendschappen. |
|
|
Term
| Wat is een belangrijk punt van Sullivan rondom adolescenten vriendschappen? |
|
Definition
| Hij zegt dat er begin van de adolescentie een dramatische stijging is in het belang van vrienden. |
|
|
Term
| Wat zijn belangrijke kenmerken van vriendschap? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Intimiteit 2. Gelijkheid |
|
|
Term
|
Definition
| Het kunnen bespreken van diepste gedachten en gevoelens |
|
|
Term
|
Definition
| Er zijn vaak overeenkomsten tussen vrienden |
|
|
Term
| Wat gebeurt er als een jongere adolescent bevriend raakt met een oudere adolescent? |
|
Definition
| Als een jongere adolescent bevriend raakt met de oudere adolescent neemt de jonge vaak gedrag van de oudere over. Het is alleen niet duidelijk of de jonge adolescent hier zelf al aan toe was, of dat het wordt veroorzaakt door de vriendschap. |
|
|
Term
| Waar zorgen groepen voor bij adolescenten? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Persoonlijke behoeften 2. Beloningen 3. Informatie verstrekking 4. Verhogen van zelfbeeld 5. Identiteit |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| Hoe je, je dient te gedragen in bepaalde rollen |
|
|
Term
| Wat neemt qua interacties tijdens de adolescentie toe? |
|
Definition
| Tijdens de adolescentie nemen de opposite-sex interacties toe. |
|
|
Term
|
Definition
| Kleine groepen van 2-12 individuen, een clique wordt gevormd om bijvoorbeeld samen iets te ondernemen. |
|
|
Term
|
Definition
| Een grotere groep dan bij cliques, deelname is gebaseerd op reputatie en je hoeft niet perse bevriend te zijn met andere deelnemers. |
|
|
Term
| Wat zijn de voordelen van jeugd organisaties? (5 punten) |
|
Definition
| 1. Hogere eigen waarde 2. Beter opgeleid 3. Komen van families met hogere inkomens 4. Verhoogd de kans op succes 5. Verlaagd de kans op criminaliteit |
|
|
Term
| Spelen jongens of meisjes in grote groepen? |
|
Definition
| Groepen waarin jongens spelen zijn over het algemeen groter, dan die van meisjes, die spelen liever in paren. |
|
|
Term
| Hoe spelen jongens en hoe spelen meisjes? |
|
Definition
| Jongens die spelen maken vaak overal een wedstrijdje van, terwijl meisjes meer praten en iets voor elkaar willen doen. |
|
|
Term
| Sinds wanneer bestaat daten zoals wij dat nu kennen? |
|
Definition
| Daten zoals we dat nu kennen bestaat pas sinds 1920, daarvoor kozen de ouders een geschikte partner voor hun kinderen uit. |
|
|
Term
| Wat zijn de functies van daten? (8 punten) |
|
Definition
| 1. Vorm van recreatie 2. Bron van status 3. Deel van het socialisatie process tijdens de adolescentie 4. Leren over intimiteit 5. Seksuele experimentatie 6. Kameraadschap 7. Identiteit bepalen 8. Partner keuze |
|
|
Term
| Wat hadden 14 tot 19 jarigen die niet daten? |
|
Definition
| Meer sociale angsten dan adolescenten die dat wel deden. |
|
|
Term
| Met welke gevaren gaat daten samen? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Tienerzwangerschappen 2. Problemen thuis 3. Problemen op school |
|
|
Term
| Hoe zijn de verhoudingen met de andere sekse met name in het begin van de adolescentie? |
|
Definition
| Vooral in het begin van de adolescentie wordt er vaker over het andere geslacht nagedacht dan dat er daadwerkelijk mee omgegaan wordt. |
|
|
Term
|
Definition
| Gepassioneerde liefde, sterke seksuele en verliefde componenten, vaak in het begin van een relatie. |
|
|
Term
| Wat is affectionate love? |
|
Definition
| Kameraadschap liefde, iemand dichtbij willen hebben en diepe gevoelens voor die persoon hebben. |
|
|
Term
| Wat verwachten adolescenten qua relatie? |
|
Definition
| Adolescenten verwachten wat ze van huis uit hebben meegekregen in een relatie. Een adolescent uit een warm gezin verwacht dit ook te krijgen in een romatische relatie, terwijl een adolescent uit een afstandelijk gezin weinig hoge verwachtingen heeft zo’n een romantische relatie. |
|
|
Term
| Waarin zijn meisjes en jongens in geinteresseerd tijdens daten? |
|
Definition
| Meisjes die daten omschrijven dit als een behoefte aan interpersoonlijke kwaliteiten, terwijl jongens juist omschrijven dat zij geïnteresseerd zijn in fysieke aantrekkingskracht. |
|
|
Term
|
Definition
| Cognitief model dat adolescenten en volwassenen gebruiken om dating interacties te evalueren. |
|
|
Term
| Wat voor een dating script volgen mannen? |
|
Definition
| Mannen volgen een meer proactive dating script, waarbij ze veel controle hebben. |
|
|
Term
| Waar zijn vrouwen tijdens daten op gefocust? |
|
Definition
| Vrouwen zijn meer gefocust op het prive domein (of ze het naar hun zin hebben etc), waardoor zij minder te zeggen hebben over de date zelf. |
|
|
Term
| Wat is tegenstrijdig aan relaties tijdens de adolescentie? |
|
Definition
| Veel relaties tijdens de adolescentie worden omschreven als oppervlakkig en kort, maar toch vormen deze relaties vaak het middelpunt van het leven van een adolescent. |
|
|
Term
| Hoe vormen romantische ervaringen de identiteit? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Leren zich te onderscheiden op romantisch gebied 2. Kan invloed hebben op de eigen waarde |
|
|
Term
| Datende adolescenten maken die meer of minder ruzie thuis? |
|
Definition
| Adolescenten die daten hebben meer ruzie thuis. |
|
|
Term
| Datende adolescenten gebruiken vaker of minder vaak drugs en alcohol? |
|
Definition
| Adolescenten die jong daten gebruiker vaker drugs en alcohol. |
|
|
Term
| Wat voor een positief effect kan een romantische relatie veroorzaken? |
|
Definition
| Een goede romantische relatie kan ook een positief gevoel veroorzaken wat dan weer een positief effect heeft op de situatie thuis. |
|
|
Term
| Hoe kunnen romatische relaties effect hebben op peer relaties? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Peer groep is meer naar de achtergrond, romantische relatie heeft prioriteit 2. Conflict tussen romantische relatie en peer groep 3. Peer groep blijft hetzelfde bij het ontstaan van een romantische relatie |
|
|
Term
| Hoeveel procent van de adolescenten had op 19 jarige leeftijd in 1995 ervaring met geslachtsgemeenschap? |
|
Definition
| In 1995 had 83% van de mannen en 70% van de vrouwen op 19 jarige leeftijd ervaring met geslachtsgemeenschap. |
|
|
Term
| Tussen wie komt ook seksueel gedrag voor naast romatische partners? |
|
Definition
| Seksueel gedrag komt niet enkel voor tussen romantische partners, maar ook tussen vrienden. |
|
|
Term
| Wat zijn volgens Bukowski kenmerken voor een gezond gevoel bij seksualiteit? (6 punten) |
|
Definition
| 1. Leren over intimiteit met peers 2. Ontwikkeling kennis van persoonlijke rollen en relaties 3. Herzien van iemands lichaam 4. Aanpassen van erotische gevoelens 5. Leren over sociale standaads rondom seksuele expressie 6. Ontwikkeling van een waardering voor het reproductieve proces |
|
|
Term
| Hoe werken peer groepen op prestaties, positief of negatief? |
|
Definition
| Peer groepen kunnen zowel positieve als negatieve invloed hebben op prestaties, net als romantische partners. |
|
|
Term
| Huwelijken tussen adolescenten eindigen vaak in een scheiding, wat zijn anderen problemen waar een grotere kans op is? |
|
Definition
| Zwangerschap, seksueel misbruik en geweld. |
|
|
Term
|
Definition
| Een orientatie waarbij same-sex affectie en erotiek op de voorgrond staan. |
|
|
Term
| Hoe ontstaat een orientatie? |
|
Definition
| Het proces hoe een orientatie ontstaat is onbekend, maar in ieder geval afhankelijk van vele verschillende factoren. |
|
|
Term
| Wanneer komen de meeste mensen er achter dat ze homoseksueel zijn? |
|
Definition
| Veel mensen komen er tijdens de adolescentie achter dat ze homoseksueel zijn, maar sommige houden het voor zich omdat ze bang zijn voor reacties van anderen. |
|
|
Term
| Sinds wanneer is homoseksualiteit als aandoening verwijderd uit de DSM? |
|
Definition
| Homoseksualiteit is als aandoening in 1973 verwijderd uit de DSM. |
|
|
Term
| Wat is er in 1988 uit de DSM verwijderd? |
|
Definition
| In 1988 is de term egodystonic homosexuality verwijderd uit de DSM, dit hield in dat een individu verward was over zijn orientatie. |
|
|
Term
| Waarom zijn relaties voor veel homoseksuele jongeren onbevredigend? |
|
Definition
| Voor veel homoseksuele jongeren zijn peer relaties onbevredigend, dit omdat zij vaak hun gevoelens moeten verbergen, hierdoor voelen zij zich geisoleerd. |
|
|
Term
| Waarom is het moeilijk voor homoseksuele jongeren om vrienden te maken? |
|
Definition
| Het is voor homoseksuele jongeren moeilijk om vrienden te maken, want bij beide seksen kan deze vriendschap verkeerd geïnterpreteerd worden. |
|
|
Term
| Wat voor een zware last rust op veel homoseksuele jongeren? |
|
Definition
| Een zware last die op veel homoseksuele jongeren rust is dat zij weten dat zij hun ouders en familie teleur zullen stellen, omdat zij wellicht niet trouwen en geen kinderen zullen hebben. (terwijl dit in sommige gezinnen totaal niet aan de orde is). |
|
|
Term
| Wat kan het gevolg zijn van het verbergen van je orientatie? |
|
Definition
| Voor homoseksuele jongeren kan het verbergen van de seksuele orientatie zo stressvol zijn dat het boosheid oplevert. |
|
|
Term
| Waarmee zijn parentale reacties op homoseksualiteit van hun kind te vergelijken? |
|
Definition
| Parentale reacties gaan door verschillende stadia net als bij een rouwproces. |
|
|
Term
| In welke zin zijn homoseksuele jongeren uniek? |
|
Definition
| Homoseksuele jongeren zijn uniek in de zin van dat zij geen voorbeeld hebben in hun ouders of vrienden hoe je, je dient te gedragen in een homoseksuele relatie. |
|
|
Term
| Wat zijn de domeinen van het zelfconcept? (3 punten) |
|
Definition
| 1. Actuele 2. Ideale 3. Ought |
|
|
Term
| Wat is het actuele domein van het zelfconcept? |
|
Definition
| De attributen waarvan jijzelf of anderen geloven dat je die hebt |
|
|
Term
| Wat is het ideale domein van het zelfconcept? |
|
Definition
| De attributen waarvan jijzelf od anderen graag wilt dat je die hebt |
|
|
Term
| Wat is het ought domein van het zelfconcept? |
|
Definition
| Normatieve invulling van het zelf, wat zou iemand moet zijn. |
|
|
Term
| Wat als er discrepanties zijn tussen het actuele/eigen zelfbeeld en ideale zelfconcept? |
|
Definition
| Afwezigheid van positieve uitkomsten > neerslachtige emoties (teleurstelling, ontevredenheid, bedroefheid). |
|
|
Term
| Wat als er discrepanties zijn tussen het actuele/eigen en ought zelfconcept? |
|
Definition
| Aanwezigheid van negatieve uitkomsten > agitatiegerelateerde emoties (angst, bedreiging, rusteloosheid). |
|
|
Term
| Wat is de zelfdiscrepantie theorie? (2 punten) |
|
Definition
| 1. 2 actuele zelf-en (1. Persoon dat hij denkt dat ie is 2. Persoon waarvan hij denkt dat een ander hem zo ziet) 2. Potentiele zelf-en (1. Spirituele zelf (morele geweten) 2. Sociale zelf (de zelf die het waard is door de hoogste sociale rechter beoordeeld te worden) |
|
|
Term
| Wat wil men volgens de zelfdiscrepantie theorie bereiken? |
|
Definition
| De zelfdiscrepantie theorie gaat er van uit dat men overeenstemming wil tussen ideale en ought |
|
|
Term
| Wat zijn self-state representations? (6 punten) |
|
Definition
| 1. Actual/own (zelfconcept) = het beeld dat een individu van zichzelf heeft 2. Acutal/other (zelfconcept) = wat het individu denkt dat andere van hem vinden 3. Ideal/own (self-guide) = wat wil het individu zelf 4. Ideal/other (self-guide) = wat denkt het individu dat anderen zouden willen dat hij is 5. Ought/own (self-guide) = wie het individu denkt te moeten zijn 6. Ought/own (self-guide) = hoe het individu denkt dat zijn omgeving vindt dat hij moet zijn |
|
|
Term
| Wat gebeurt er als positieve uitkomsten uitblijven? |
|
Definition
| Afwijzingsgerelateerde emoties (teleurstelling, ontevredenheid, droefheid). |
|
|
Term
| Wat gebeurt er als er negatieve uitkomsten aanwezig zijn? |
|
Definition
| Agitatiegerelateerde emoties (angst, bedreiging). |
|
|
Term
| Hoe wordt een major depression gediagnosticeerd in de kindertijd, adolescentie en volwassenheid? |
|
Definition
| Een major depression wordt gediagnosticeerd op basis van dezelfde symptomen in de kindertijd, de adolescentie en de volwassenheid. |
|
|
Term
| Waar zit het verschil in tussen adolescenten en volwassenen met betrekking tot dysthymie? |
|
Definition
| Dysthymie heeft bij jongeren dezelfde symptomen als bij volwassenen, maar bij jongeren is er sprake van de duur van 1 jaar en bij volwassenen van een duur van 2 jaar. |
|
|
Term
| Hoe kan het klinische beeld van depressie kan verschillen, afhankelijk van leeftijd, cognitief, sociaal, emotioneel en biologisch ontwikkelingsniveau? (2 punten) |
|
Definition
| 1. jongere kinderen hebben nog niet de vaardigheden ontwikkeld om bepaalde volwassen depressieve symptomen te ervaren 2. de oorzaken en gevolgen van depressiviteit kunnen veranderen tijdens de verschillende ontwikkelingsperiodes |
|
|
Term
| Welke vragenlijsten zijn te gebruiken om depressie bij kinderen en adolescenten te meten? (2 punten) |
|
Definition
| 1. Children’s Depression Inventory: in te vullen door kinderen en adolescenten 2. Child Behavior Checklist: in te vullen door ouders. |
|
|
Term
| Wanneer krijgen de meeste mensen voor het eerst een depressie? |
|
Definition
| De meeste personen krijgen hun eerste depressie tijdens de adolescentie. |
|
|
Term
| Wie zijn er vaker depressief, mannen of vrouwen? |
|
Definition
| Twee maal zoveel vrouwen depressief dan mannen. |
|
|
Term
| Hebben juist jongens of meisjes een eerste depressie in de vroege adolescentie? |
|
Definition
| Meer meisjes dan jongens hebben een eerste depressie in de vroege adolescnetie (12-13 jaar) |
|
|
Term
| Waar hebben meisjes die vroeger in de puberteit komen meer kans op? |
|
Definition
| Meisjes die vroeger in de pubertijd komen hebben meer kans op een depressie. |
|
|
Term
| Waar geeft depressiviteit op een jonge leeftijd een grotere kans op? |
|
Definition
| Depressiviteit op jongere leeftijd geeft meer kans op depressiviteit op latere leeftijd. |
|
|
Term
| Waar hebben vooral jonge adolescenten cormorbiditeit mee bij depressie en waar hebben oudere adolescenten dat mee? |
|
Definition
| Kinderen en vroege adolescenten hebben vaker comorbide separatieangst. Oudere adolescenten vaker comorbide eetstoornissen en middelengebruik. |
|
|
Term
| Is een negatieve gebeurtenis voldoende om een depressie op te wekken? |
|
Definition
| Negatieve levensgebeurtenissen zijn niet voldoende om een depressie op te wekken, zonder onderliggende kwetsbaarheid. |
|
|
Term
|
Definition
| Depressie heeft een link met persoonlijkheidstrekken (negatieve emotionaliteit). Deze trekken zijn middelmatig erfelijk. |
|
|
Term
| Wat zijn de sterkste voorspellers voor een major depressieve episode bij volwassenen? |
|
Definition
| 1. Negatieve levensgebeurtenissen 2. Genetische factoren 3. Een vroegere depressie 4. Neuroticisme |
|
|
Term
| Verschillen depressieve en niet-depressieve kinderen in hun basisniveau's cortisol of niet? |
|
Definition
| Depressieve en niet-depressieve kinderen verschillen niet in hun basisniveaus cortisol |
|
|
Term
| Waar is te weinig activiteit in de linker frontale cortex mee geassocieerd? |
|
Definition
| Te weinig activiteit in de linker frontale cortex (ivm de rechter frontale cortex) is geassocieerd met depressie bij volwassenen. |
|
|
Term
| Wat zijn behandelmethodes bij depressie? |
|
Definition
| individuele psychotherapieën: cognitieve gedragstherapie (CGT), inter-persoonlijke psychotherapie en antidepressiva. |
|
|
Term
| Welke behandelingen zijn het meest effectief bij depressie? |
|
Definition
| Meest effectief: CGT gecombineerd met een antidepressivum (fluoxetine). |
|
|
Term
| Wie hebben er in de kindertijd en preadolescentie vaker te maken met depressie, jongens of meisjes? |
|
Definition
| In de kindertijd en de preadolescentie zijn de cijfers rondom depressie bij jongens en meisjes gelijk. |
|
|
Term
| Wanneer hebben meisjes een grotere kans op depressie dan jongens? |
|
Definition
| Als meisjes 14 jaar zijn hebben zij twee keer zoveel kans op een depressie als jongens. |
|
|
Term
| Hoeveel meisjes ervaren depressieve gevoelens tijdens de adolescentie? |
|
Definition
| Een op de vier meisjes ervaart tijdens de adolescentie depressieve gevoelens. |
|
|
Term
| Waaraan is suicide bij adolescente meisjes gelinkt? |
|
Definition
| 1. Stress 2. Angst 3. Depressie 4. Relaties met peers |
|
|