Term
|
Definition
| Laatste gedeelte van een rivier vanaf de bron tot aan de monding. |
|
|
Term
|
Definition
| Vloeibaar water stolt en wordt ijs. |
|
|
Term
|
Definition
| Eerste deel van een rivier vanaf de bron. |
|
|
Term
| continentaal (schaalniveau) |
|
Definition
| Je kijkt naar een continent. |
|
|
Term
|
Definition
| Rivier die zijn water krijgt van zowel het smeltwater van een gletsjer als van neerslag. |
|
|
Term
|
Definition
| De grootte van een gebied dat je bekijkt. Je kijkt bijvoorbeeld naareen wijk (lokaal), een provincie (regionaal), een land (nationaal), een continent (continentaal) of de hele wereld (mondiaal). |
|
|
Term
|
Definition
| Ijsmassa die langzaam uit een gebergte naar benden schuift. |
|
|
Term
|
Definition
| Rivier die zijn water vooral ontvangt van smeltwater van een gletsjer. |
|
|
Term
|
Definition
| Water in de bodem en gesteentes |
|
|
Term
|
Definition
| Water verdampt, condenseert en valt als neerslag op het land. Via het grondwater of rivieren komt het uiteindelijk weer in de zee of oceaan terecht. |
|
|
Term
|
Definition
| De aarde van steeds dichterbij bekijken, waarbij het schaalniveau verandert van een groot gebied naar een klein gebied. Bijvoorbeeld van regionaal naar lokaal schaalniveau. |
|
|
Term
|
Definition
| Water verdampt, condenseert en valt als neerslag weer in zee of oceaan. |
|
|
Term
|
Definition
| Ijsmassa die het vasteland bedekt. |
|
|
Term
|
Definition
| Laagste schaalniveau. Je kijkt naar een klein gebied, zoals een wijk, dorp of stad. |
|
|
Term
|
Definition
| Middelste deel van een rivier tussen bovenloop en benedenloop. |
|
|
Term
|
Definition
| Hoogste schaalniveau. Je kijkt naar de hele wereld. |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| Water aan het aardoppervlak. |
|
|
Term
|
Definition
| Rivier die zijn water ontvangt van neerslag. |
|
|
Term
|
Definition
| Je kijkt naar een groter gebied, zoals een streek of provincie. |
|
|
Term
|
Definition
| Vaste stof wordt vloeibaar. Voorbeeld: ijs wordt water. |
|
|
Term
|
Definition
| Vloeistof wordt vaste stof. Bij water noem je dat bevriezen. Voorbeeld: water wordt ijs. |
|
|
Term
|
Definition
| Gebied dat zijn water afvoert via één hoofdrivier met zijn zijrivieren. |
|
|
Term
|
Definition
| De aarde van steeds verderaf bekijken, waarbij het schaalniveau verandert van een klein naar een groot gebied. Bijvoorbeeld van lokaal naar regionaal schaalniveau. |
|
|
Term
|
Definition
| Vloeistof wordt gas. Voorbeeld: water wordt waterdamp. |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| Hoogteverschil tussen twee punten in een rivier. |
|
|
Term
|
Definition
| Grens tussen twee stroomgebieden. |
|
|
Term
|
Definition
| Water waarin weinig zout is opgelost. Drinkwater is zoet water. |
|
|
Term
|
Definition
| Water waarin veel zout is opgelost. Zeewater is zout. |
|
|